zondag 12 november 2017

We doen het anders

Wanneer ga je dingen anders doen? Wanneer durf je af te wijken van het gebaande pad? De managementliteratuur vertelt ons dat het goed is om te plannen, om begrotingen te maken, jaarplannen te maken. En dat is natuurlijk een waarheid als een koe. Dat is ook goed. Het helpt je te ordenen en realistische werkplannen voor jezelf en de organisatie op te stellen. We deden het jaren zo bij bibliotheek Kennemerwaard. Er was een jaarwerkplan van het managementteam, waarin we een vertaling maakten van de dingen die we op strategisch niveau wilden bereiken. Uitgewerkt in acties, verdeeld over de kwartalen, en wie er voor verantwoordelijk was. En dat deelden we met onze medewerkers. Ook zij maakten op hun beurt een werkplan, waarbij ze voor zichzelf doelen vaststelden, het benodigde aantal uren moesten aangeven, en ook wie of wat ze nodig hadden uit de organisatie om dit mogelijk te maken. Echt goed werken deden die plannen niet, de meesten voelden het als een verplichte exercitie.

Vorig jaar hebben we dit al een beetje losgelaten. Want we kregen er last van, zoals al gezegd. De speeddate bijeenkomsten die we organiseerden zodat iedereen zijn of haar plannen kon afstemmen leverden meer een verplicht nummer op dan dat we merkten dat medewerkers hun plannen in gezamenlijkheid gingen afstemmen. Het was meer het delen van de ideeën, en het elkaar op de hoogte stellen van wat je van plan was in kleiner verband. het leverde meestal niet heel veel energie op bij de betrokkenen. 

Vorig jaar deden we het al anders, we maakten we er een presentatie van. Elke medewerker waaraan we in het verleden vroegen een werkplan te maken, moest dit nog wel doen, maar er vooral een voordracht van maken. En er bij aangeven hoe dit plan bijdroeg aan de grotere doelen van bibliotheek Kennemerwaard. Een stap in de goede richting. Want er werd al veel met elkaar gesproken en gereflecteerd op elkaars plannen. Als jij dit gaat doen, kan ik jou daarmee helpen.... etc. Mooi. En toch.... wat we merken is dat in ons werken, in de manier waarop we werken, de kansen zich niet op papier laten vangen in werkplannen. Veel van onze medewerkers kunnen bij wijze van spreken halverwege het jaar hun werkplan opnieuw schrijven, want ingehaald door de praktijk. Er zijn kansen die uiteindelijk op niets uitgelopen zijn, en andere mogelijkheden doemen ineens op aan de horizon en blijken ineens uitvoerbaar.

Dus dit jaar hebben we het nog anders gedaan. Want waarom veel tijd besteden aan iets wat je niet echt verder helpt. Dit jaar hebben we gekozen voor een inspiratiesessie met twee externe deskundigen erbij. Erik Boekesteijn en Mari Nelissen. Op een inspirerende plek, midden in de bossen en de duinen, bj Dopersduin in Schoorl. Zij gaven allebei eerst een presentatie over wat zij als ontwikkelingen zien in ons vak. Erik liet beelden zien van bibliotheken in binnen- en buitenland, vertelde in grote lijnen over wat hij er inspirerend aan vond. Eén van de beste quotes uit zijn presentatie was wat mij betreft dat de bibliotheek revolutie is. Een mooie aanmoediging voor onze mensen om verder te denken dan de gebaande paden. Niet dat ze daar bij ons nou heel veel last van hebben ;-). De foto's en begeleidende woorden van Erik zetten ons al stevig in de 'nadenk- en wat gaan we ermee doen' stand.

Mari vertelde over de ervaringen en de zoektocht naar de kern van de bibliotheek in de Noord-Oost Brabantse bibliotheek (NOBB). Wat hem betreft moet de bibliotheek nieuwsgierigheid prikkelen en polarisatie tegen gaan. Bibliotheken gaan over emancipatie. Daarbij vindt hij vertrouwen in elkaar heel belangrijk, je moet binnen (en buiten) de bibliotheek elkaar helpen te ontwikkelen door het geven van kritische feedback. Bij NOBB is de inhoud belangrijk, lezen is belangrijk. Een mooie eye-opener in het verhaal van Mari vond ik dat je niet moet uitgaan van de verandering ("Niets blijft bij het oude") maar uit moet gaan van wat hetzelfde blijft. En dat is de menselijke geest. Een mens wordt gelukkig van kennis verwerven, om iets te doorgronden. Mensen worden blij van inspiratie. En professionals worden blij van erkenning. 

Dat het zo werkt bleek uit wat er vervolgens gebeurde in de drie werkgroepjes (ja toch weer ;-) waarbij ook Mari en Erik hun bijdrage leverden. We hadden onze medewerkers gevraagd om bij de verhalen van Erik en Mari op te schrijven welke woorden hen inspireren. Waarmee willen ze aan de slag, waarvan worden ze gelukkig als ze dat zouden kunnen realiseren. Waar willen ze het verschil maken. 

In de groepjes moest iedereen een korte pitch houden voor elkaar met wat hun had geraakt. En vervolgens met elkaar iets uitkiezen waarvoor we gezamenlijk willen gaan, en wat ook uitgewerkt gaat worden volgend jaar. Daar kwamen mooie projecten uit die vervolgens aan de gehele groep werden gepresenteerd. Vier mooie projecten waar we volgend jaar in ieder geval mee aan de slag gaan. De eerste is om op zoek te gaan naar mooie, hoopvolle verhalen als tegenstelling op de soms zwarte dreiging in de maatschappij. Verhalen gebruiken als bindend middel in de samenleving maar ook binnen onze eigen organisatie. Daarnaast willen we meer vragen stellen, kritische vragen waarmee we mensen aan het denken zetten, we willen meer programmeren met lokale samenwerkingspartners en zo ook de bibliotheek nog beter verankeren. Daarbij schiet dat onze marketing-medewerker graag te hulp door met behulp van de gegevens uit Mosaic te gebruiken om de programmering en de collectie in de vestigingen nog beter aan te scherpen. En als laatste gaat er gewerkt worden aan een kwaliteitsimpuls voor het jeugdbibliotheekwerk in de vestigingen. Een mooie oogst van de inspiratiedag. 

donderdag 12 oktober 2017

Een open brief aan de VOB

Afgelopen week zat in mijn mailbox de reactie van de VOB op de midterm-review van de Wsob (wet op het bibliotheekstelsel). Ik werd er droef van. Mij is niet duidelijk namens wie de VOB reageert, en vooral ook waarop ze nu precies reageert en met welk oogmerk. 

Het begint met de opmerking over de functies van de bibliotheek in de wet. De VOB stelt dat de functies een stevige basis geven aan de rol die bibliotheken in de samenleving spelen.  Mooi, en waar denk ik. Dan volgt er een statement over het aantal activiteiten die de bibliotheken de afgelopen jaren organiseren, dat zijn er steeds meer. Dan vervolgt de brief dat  “het zou recht doen aan de veranderende rol van de bibliotheek als ook de bezoekers aan al die activiteiten goed geteld kunnen worden.”  Wie dat dan moet doen en wat ze precies met de tellingen voor ogen hebben geeft de VOB geen helderheid over.

Verderop in de brief zegt de VOB over de dienstverlening aan het onderwijs: “De wettelijke bepaling voor gratis lidmaatschap tot 18 jaar zou nog meer betekenis kunnen krijgen als het bibliotheeklidmaatschap ook actief via scholen zou worden verstrekt.” Hier kan je het bijna niet oneens mee zijn, toch krijg ik het gevoel dat doel en middel hier door elkaar gaan lopen. Wat we willen bereiken is dat kinderen meer leesplezier krijgen, dat bereik je niet door bibliotheeklidmaatschappen via de school te verspreiden. Wat  mij betreft zou ik zeggen tegen  bibliotheken die dit onderschrijven: doe het en wacht niet af. Daar heb je de VOB of de wet niet voor nodig.

Dan zegt de VOB iets over het netwerk. Laat ik duidelijk zijn, ik vind het speelveld waarin wij als bibliotheken opereren ingewikkeld. Drie subsidiërende overheidslagen die van alles vinden, met ieder hun eigen verantwoordelijkheden. En dan zijn we als branche onder elkaar ook nog eens politiek bezig, parlementje spelen heb ik eens gezegd, (machts)politiek uitoefenen binnen de branche. We roepen wel vaak dat we onze eigen klant voor ogen hebben en die het beste willen dienen. De vraag is of we dat altijd wel echt als uitgangspunt hebben en stiekem niet het belang van het voortbestaan van onze organisatie.

De greep in de gemeentekas voor de inkoop van content voor bibliotheken was pijnlijk omdat we, hand in eigen boezem, als branche destijds onvoldoende aab het ministerie duidelijk hebben weten te maken dat er genoeg kracht in de branche zat om dit gezamenlijk op te pakken. Dat gezegd hebbende, ik ben blij met de Koninklijke Bibliotheek in ons netwerk. Een sterke organisatie die grote innovatieprojecten op een professionele wijze neerzet. Die een eerstelijns dienstverlening met het e-bookplatform neerzet voor onze klanten.  Uit de laatste cijfers blijkt dat van de ingeschreven leners op het e-bookplatform van de meer dan 400.000 leners er 4.000 alleen ingeschreven staan bij de KB. Het merendeel zijn leners van ons. Leners die bij ons wekelijks in de vestigingen komen omdat ze  problemen ondervinden bij het lenen van ebooks via de onlinebibliotheek. En natuurlijk wringt het als de KB zegt dat het hun klanten zijn.  Het zijn op zijn minst gedeelde klanten… wat mij betreft kiezen we vooral die insteek, met die klanten als uitgangspunt.

Terug kijkend denk ik dat er grote stappen zijn gemaakt in de samenwerking tussen de verschillende lagen.  Dat kan beter, want over en weer spelen belangen… belangen die soms tegenstrijdig zijn. Belangen die niet tegenstrijdig zouden moeten zijn als de blik gericht is op het eindgebruiker: de klant of de burger. Het gaat niet om de VOB, niet om SPN, niet om de KB of de lokale bibliotheek. Het gaat om die burger die wij van goede informatie willen voorzien, geletterd willen maken of houden. 

Juist de afgelopen jaren hebben we mooie voorbeelden gezien waarin de verschillende partijen samenwerkten om andere partijen aan ons te binden zoals het UWV, de Belastingdienst, Tel mee met taal. Dan is een sterk netwerk met een digitale én fysieke aanwezigheid in alle gemeenten  noodzakelijk. Dat zou de VOB als eerste, maar alle partijen in het netwerk luidkeels moeten verkondigen richting VNG en ministerie. Daarom is samenwerking essentieel en herken ik mij niet in de manier waarop de VOB haar standpunten verwoordt in deze brief. Er spreekt geen zelfreflectie uit over hoe de VOB, als bureau, acteert in dit krachtenspel. De VOB wordt wel eens gezegd, dat zijn wij zelf. Ik herken mij nu niet in de spiegel die deze brief mij voorhoudt. Hoewel ik vind dat er knelpunten worden gesignaleerd die opgelost zouden moeten worden mis ik oplossingen. En vooral mis ik de uitgestoken hand richting het netwerk: "we zijn onderweg en laten we samen verder de schouders er onder zetten."  Dus in dit geval zeg ik als lid van de VOB: deze brief  is niet in mijn naam.

dinsdag 10 oktober 2017

Studiereis Groot-Brittannië, Exeter

Exeter is een bijzonder geval in het bibliotheekwerk in Engeland. Tijdens de crisisjaren moesten de bibliotheken in Devon heel veel bezuinigen, en was er zelfs sprake van dat de gemeenten de bibliotheken volledig zou opheffen. In Engeland zijn bibliotheken onderdeel van de gemeente, bibliothecarissen zijn geen ambtenaren, maar worden wel rechtstreeks vanuit de gemeente betaald. De directeur van de bibliotheek ging in verweer tegen deze plannen van de gemeenten. Ze ging met de inwoners van Devon in gesprek wat zij wilden doen om hun bibliotheken te redden. Ze sprak meer dan 6.000 inwoners van de 765.000 die Devon kent. Haar plan was om met een klein kernteam van professionals de lokale bibliotheken vooral met vrijwilligers te draaien. Daar bleken de inwoners geen zin in te hebben. Ze wilden de bibliotheek wel redden, ze wilden wel helpen, maar niet de bibliotheek runnen. Daarvoor wilden ze de verantwoordelijkheid niet, en ze vonden ook dat ze daarvoor niet gekwalificeerd waren. Dan zouden ze vakkennis ontberen die ze juist zo waardeerden.  

Ciara Eastell, directeur van Libraries Unlimited, moest dus opnieuw gaan denken hoe dan wel de bibliotheek te behouden. Ze heeft uiteindelijk samen met een klein team een plan gepresenteerd aan de gemeenten. Een basisfinanciering voor de basisdienstverlening. Daarnaast programma's ontwikkelen die aansluiten bij vraagstukken waar de gemeente mee zit. En de bibliotheek verzelfstandigen. Bibliotheek is een mutual geworden, soort coöperatie waarin de gebruikers en de staf eigenaren zijn van de organisatie. Ze zijn een Goed Doel geworden, of zoals in de Nederlandse situatie een instelling met een ANBI status. Ze kunnen nu dus ook giften ontvangen zonder dat die in de gemeentekas verdwijnen. 

En op onderdelen vraagt deze bibliotheek nu geld voor diensten. Dat is niet gebruikelijk in Engeland, daar is men gewend dat alles gratis aangeboden wordt. Zo heeft de bibliotheek in Exeter bijvoorbeeld een FabLab, mede door de gemeente gefinancierd. Voor het gebruik van het FabLab hebben ze apart abonnement voor, £72. iedereen kan er gebruik van maken, maar pas na een introductiecursus kunnen mensen vrij gebruik maken van de apparatuur.  Architecten maken soms gebruik van de apparatuur. Er is een groep van vrijwilligers die gebruikers ondersteunt en  tijdens openingsuren aanwezig is. Ze organiseren workshops en ook roadshows, waarvoor volgens mij dan ook geld wordt gevraagd. 

Verder hebben ze een Business Information Point, in samenwerking met de British Library. Daar kunnen beginnende ondernemers terecht met vragen over hoe ze een bedrijf op zetten, checken of hun idee al wellicht ergens anders wordt uitgevoerd, uitvinden of en hoe ze een patent moeten aanvragen. Deze dienstverlening is dan weer gratis, maar draagt wel heel erg bij aan het economisch klimaat van de regio. En ze maken er goede sier mee bij de lokale politiek.

Het bibliotheekgebouw zelf is in 2016 opgeknapt, met relatief bescheiden middelen. Met weinig geld hebben ze een aantal gezellige zitjes gecreëerd en de jeugdafdeling van mooie illustraties voorzien. En een eigen leescafé waarmee ze een boost hebben gegeven aan het verblijfsklimaat in de bibliotheek. Het is gezellig in de bibliotheek, en hij wordt goed gebruikt. Er is een 'muziek op schoot' sessie aan de gang als we op bezoek komen, een groep van ca. 10 ouders met kleine baby's die liedjes zingen ter ondersteuning van de taalontwikkeling. Er is een kunstinstallatie op de eerste verdieping, en de studiezaal zit vol met studerenden. Het geheel spettert qua inrichting lang niet zo als Chester, maar als je naar het verhaal van Ciara luistert hoor je dat hier met heel passie en liefde gewerkt wordt aan inhoudelijk stevige programma's. Je zou ze een ruim budget toewensen om de inrichting echt een nieuw jasje te geven. En tegelijkertijd denk ik dat Ciara maar zo de keuze zou maken om dit geld dan te steken in de inhoud. Want dat is wat je hier in alles proeft. Hart voor de samenleving, hart voor het bibliotheekvak. Dat ze haar verhaal goed op orde heeft blijkt wel uit het feit dat ze 1,5 miljoen pond bezuinigd en 250.0000 pond aan eigen vermogen opgebouwd. Verder is in de verzelfstandiging iedereen mee gegaan naar de onzekere toekomst als zelfstandige mutual.... een toekomst waarin Ciara en haar team geloven als een rotsvaste zekerheid dat de bibliotheek altijd zal bestaan omdat ze altijd voor betere kansen voor een ieder in de samenleving zal staan. 

Samenvattend is dat waarschijnlijk wel de mooiste les van deze studiereis... in alle drie de bibliotheken hebben we gesproken met drie bevlogen directeuren die geloven in een betere samenleving, en geloven dat bibliotheken daar een rol in hebben. Voor de medereizigers in de groep geldt dat ook: willen werken aan een betere maatschappij, en dat als bibliotheek midden in de samenleving, samenwerken met andere instellingen, samen met burgers. 

maandag 9 oktober 2017

Studiereisnaar Groot-Brittannië, Chester

Op dinsdag vertrokken wij voor de volgende etappe in onze studiereis naar Chester. Daar is vorig jaar het Storyhouse geopend. Een oud/nieuw gebouw waarin theater, filmhuis en bibliotheek zijn samengevoegd, ook organisatorisch. We werden ontvangen door Graham Lister en Alex Clifton, respectievelijk projectleider en artistiek directeur. 


Storyhouse
Bij binnenkomst in de hal lopen we gelijk aan tegen een stand met een aantal vrijwilligers erbij, een tafel vol met goodiebags. Navraag leert dat er een informatiedag is voor senioren over hoe je fit oud wordt. Talloze ouderen lopen in en uit bij het Storyhouse, waar op verschillende plekken in het gebouw meer aan informatie te halen valt voor senioren. Links van de hal is het (lees)café en een grote ruimte die leidt naar de filmzaal en de theaterzalen. Een leuk en hip café en het zit dan ook vol. Je kunt er lekker lunchen en een bakje koffie doen. En ondertussen kun je al snuffelen in een deel van de collectie van de bibliotheek, want een gedeelte van de volwassen collectie.

Als wij onze koffie/thee hebben gekregen starten we met een rondleiding. Eerst de hal weer over steken, waar inmiddels een stuk of 10-15 kinderwagens geparkeerd staan. Het voorleesuurtje in de kinderbibliotheek is van start gegaan. Een klein voorleestheatertje, met gordijn af te schermen en een sterrenhemel.. het zit vol met kindertjes. En als het voorleesuurtje is afgelopen de beste beloning volgens mij voor een jeugdbibliothecaris, een kindje dat zich bij zijn moeder beklaagt dat hij nog niet naar huis wil, want het is te leuk in de bieb! En van één keer voorlezen per week zijn er nu al vier keer voorleesuurtjes. 

We lopen verder door het gebouw, langs de stiltezaal, langs de filmzaal waar een voorstelling van Casablanca op het punt staat te gaan beginnen voor (groot)ouders met (klein)kinderen. Wat blijkt? Idee van de (groot)ouders om eens iets anders te programmeren dan kinderfilms. Een activiteitenruimte waar bewegingsles op je stoel voor ouderen wordt gegeven. Een ruimte met boeken waarin je ook één keer per week je gehoor kunt laten testen. En een grote theaterzaal met 800 stoelen die met een extra vloer er in ingekrompen kan worden tot 500 stoelen. Verschillende plekken waar je je even terug kunt trekken en rustig kunt zitten. Plekken waar reuring is. Echt een gebouw dat leeft en goed gebruikt wordt.
Graham Lister en Alex Clifton


We krijgen vervolgens een uitleg van Alex Clifton, de artistiek directeur...  een zeer bevlogen man. Dit is zijn verhaal: Wat ons als mens onderscheid van dieren is empathie, hoop opdoen, verhalen delen, door te vertellen. Dat verbindt. Verhalen in plaats van verhalen die opstoken tot scheiding van geesten. Het Storyhouse wil dat brengen, verhalen die verbinden.

Het gebouw is multidisciplinair, de verschillende functies zijn door elkaar heen geplaatst. De bibliotheek is opgegaan met collectie en activiteiten in het Storyhouse. De leidraad van het gebouw is vanuit een democratische principe de wereld beter maken. Participatie van iedereen voor iedereen.
Het gebouw is van de samenleving, facilitaire zaken worden geregeld door betaald personeel. Activiteiten door samenwerkingspartners en vrijwilligers. Er zijn 12 verschillende welzijnsorganisaties die voorrang hebben voor het gebruik van de ruimtes. Als zij het niet willen dan mogen anderen tegen een lage huur gebruik maken van de ruimte. Het is dus echt een cultureel/maatschappelijk gebouw voor en door de bewoners van Chester.

Verschillende groepen worden bediend met verschillende programma's. Voor kinderen van 0-5/6 een programma waarin ze leren hoe ze creatief moeten zijn. Bijzonder aansprekend vind ik het Young leaders program, leeftijd 17-21. Jongeren krijgen scholing om verschillende programma's te maken, bv zelf een film maken, een theaterstuk maken, het mag avant-garde zijn. Creatief en innovatief, zelf activiteiten organiseren van begin tot eind. Dus ook overleg met techniek, catering, hosting om het programma rond te krijgen. Het levert ook stagiaires op, en een eerste doorstromer die een vaste baan krijgt. Het lijkt wel wat op het programma Jonge Makers van UNIT1. Ik zie r wel mogelijkheden om bijvoorbeeld in De Mare en Heerhugowaard om een jeugdgroep te vragen om dingen op te zetten en ze (redelijk) de vrije hand te geven. 

In het Storyhouse hebben ze er voor gekozen om weinig in IT-hardware en technologie geïnvesteerd omdat ze te snel verouderd vinden. Alles wat je neer zet, met de opening spiksplinternieuw is na ca. zes weken al weer verouderd. Het Storyhouse hebben ze zich meer gericht op verhalen vertellen en communities bouwen. Er is wel een heel goede breedbandverbinding in het gebouw, dus IT kan ingevlogen worden. Maar het is geen vast onderdeel van het gebouw.
Sarah van de bibliotheek

Een andere filosofie van het Storyhouse is het gebruik maken van netwerkpartner en personen om in contact te komen met doelgroepen. Die geven ze zelf toegang tot het gebouw en bieden ze mogelijkheden om programma's te ontwikkelen. Bij het Storyhouse geloven ze heel erg in opzij stappen om te zorgen dat mensen het gebouw gaan gebruiken en zich zelf gaan ontwikkelen, zonder dat je het belerend brengt en bedoelt. Volgens mij lukt ze dat heel erg goed. Het swingt in het gebouw, er gaat heel veel energie uit van de mensen die er werken. Ze willen de maatschappij een beetje beter maken, mensen zien groeien en stralen.... daar ga je als bezoeker ook een beetje van mee glimmen van plezier..... Mooi

vrijdag 6 oktober 2017

Studiereis naar Groot-Brittanië, Manchester

Begin deze week ging ik met een groep collega's die in veel gevallen een introducee uit een andere sector hadden meegenomen. Bijvoorbeeld iemand uit het welzijnsveld, centrum voor de kunsten, MEE, digitaal strateeg. Een veelzijdig gezelschap dus met de insteek om van en met elkaar te leren.
We startten onze reis in Manchester bij het kantoor van Mecanoo, architecten van onder andere Birmingham Library. Patrick Arends vertelt ons over het proces om te komen tot een ontwerp voor een nieuwe bibliotheek. 

Hij vertelt dat ieder type bibliotheek heeft een ander gebruikersprofiel heeft.  Bij ontwerpen van een bibliotheek kijkt Mecanoo eerst naar de historie van de stad. Hoe zit de stad in elkaar, welke gebruikers zijn er van de bibliotheek. Waar was de stad vroeger groot in, en waar zijn ze nu groots in. Dat maakt het DNA van de stad. Op basis daarvan maken ze een ontwerp. Dat past denk ik heel goed bij de manier waarop veel Engelse bibliotheken werken, ze hebben vaak ook een vorm van een bewaar- of archieffunctie. Dat is in Nederland niet of nauwelijks het geval.

Verder vertelt hij dat routing door het gebouw belangrijk is. Niet alleen een IKEA route, dat je alles moet doorlopen. Je moet gebruikers ook short cuts en olifantenpaadjes bieden. Bezoekers raken geirriteerd als ze iedere keer meters moeten omlopen om de door hen gezochte materialen te bereiken. Tegelijkertijd moet je bezoekers verleiden om meer plekken in het gebouw te verkennen. Dat kan ook via digitale middelen. In Birmingham krijg je via een zoekscherm suggesties en worden verrassingen gepresenteerd,  

We stelden de architect de kritische vraag of hij vond dat het gebouw de potentie die het heeft waar maakt met de dienstverlening. Ik ben zelf niet in Birmingham geweest, maar een aantal collega's wel. Die zeggen allemaal dat het gebouw prachtig is, maar dat het bibliotheekwerk ouderwets en traditioneel is. Dat werd wel door de architect onderschreven. 

Na de lunch bezoeken we Manchester public libraries, de centrale bibliotheek. Onze gastheer is Neil MacInnes, die directeur. Hij geeft een presentatie over het beleid van de bibliotheek, en leidt ons daarna rond in de bibliotheek. Het motto van de bibliotheek is: "The possiblities are endless". Hij vertelt trots dat de bibliotheek wordt genoemd in de top 10 van redenen waarom Manchester een culturele hotspot is. Dat is wel een mooie opsteker natuurlijk als iemand anders dat over je zegt.


Manchester groeit en het bibliotheeknetwerk groeit mee. In Manchester worden nog steeds nieuwe bibliotheken gebouwd. Dat is knap als je dat lukt als directeur om je stad te overtuigen van het belang van nieuwe vestigingen in nieuwe stadsdelen. 

Bij de herinrichting van de centrale bibliotheek en voor alle vestigingen hebben ze gekozen voor een nieuwe strategie: de bibliotheek is een open space, flexibel. Er zijn geen aparte ruimtes voor speciale doelgroepen. De gebouwen moeten glazen puien hebben, zodat je kunt zien wie er binnen zit, en je mensen die 'op je lijken' gebruik ziet maken van de bibliotheek. Mooi is dat. Ik kreeg vorige week een compliment van iemand uit Alkmaar die zei dat de vestiging aan het Canadaplein sinds de herinrichting zo uitnodigend was geworden. Je zag er altijd mensen zitten, dat het er zo gezellig uit zag, en dat je als het ware als een mot naar het licht getrokken als bezoeker naar binnen werd gelokt. Dus dat stuk visie kan ik alleen maar onderschrijven, als bibliotheek moet je er uitnodigend uit zien en zijn.

De onderwerpen waar bibliotheek Manchester zich op richt zijn leren, lezen, gezondheid, informatie, een digitaal en cultureel aanbod. Dit proberen ze naast in het aanbod van hun collectie ook terug te laten komen in activiteiten. Dit doen ze niet alleen, maar ook vooral met samenwerkingspartners. In de centrale bibliotheek zie je daar iets minder van terug, hoewel ze daar ook bijvoorbeeld een populaire vlogger uitzendingen laten verzorgen, en de bibliotheek een week lang hebben laten runnen door een rockband. Toch is de centrale bibliotheek vooral een zogenaamde reference library, bedoelt voor studeren... veel minder voor lenen. De leenbibliotheek leek toch een iets ondergeschikt kindje.. de jeugdafdeling niet echt heel erg uitdagend. Daar had Neil wel een verklaring voor. Gezinnen met kinderen tot 5 jaar woonden nog wel in het centrum, daarna vertrekt het merendeel naar de buitenwijken waar ze in hun filialen veel activiteiten voor kinderen van alle leeftijden organiseren. Overigens maakte het in de centrale bibliotheek niet uit dat het vooral een naslagbibliotheek is, het is gezellig druk in de bibliotheek. 

Het verhaal van Neil MacInnes is indrukwekkend. Hij weet heel goed voor het voetlicht te brengen wat de toegevoegde waarde van de bibliotheek is voor de burgers van de stad. En ook wat de bibliotheek financieel bijdraagt door bv ruimten te verhuren aan het stadsbudget (NB in veel gevallen zijn bibliotheken in Groot-Brittannië onderdeel van de gemeentelijke organisatie, zonder dat ze ambtenaar zijn). 


Na het verhaal van Neil en de rondleiding hebben we nog een presentatie gekregen van Marco Derksen, digitaal strateeg. Hij gaf een uitleg hoe verschillende organisaties van 1.0 via 2.0 naar 3.0 dienstverlening gaan. En hoe bibliotheken daar nog een flinke slag in moeten slaan. Dat we als bibliotheken echt snelheid moeten gaan maken om niet buitenspel te worden gezet. Dan gaat het niet alleen om onze dienstverlening, zoals bv de slechte toegankelijkheid van de digitale bibliotheek, maar ook het gebruik maken van de data die we tot onze beschikking hebben, betere data krijgen door meer aan onze gebruikers te  vragen en daar onze dienstverlening op aan te passen.

Lessons learned van die dag: een goede lobby, je cijfers op orde hebben, een groot draagvlak hebben in de stad, een wijd verspreid netwerk waarin je varieert per vestiging in je dienstverlening afhankelijk van de doelgroepen, geen stand-alone vestigingen meer (behalve de centrale), blijven investeren in vernieuwing, je medewerkers meenemen, je toegevoegde waarde goed inzichtelijk maken.

En toen was ons hoofd wel ongeveer vol voor een eerste dag. Tijd voor eten en een glas van het één of ander.

donderdag 17 augustus 2017

Inspiratie van NOBB collega's

Bibliotheek Noord Oost Brabant heeft zijn vierde essay uitgegeven. Hier vind je de overige essays. Onderwerp van dit essay is "Het continuüm van het bibliotheekwerk".  Wat ik zeer waardeer van onze Brabantse collega's is het openlijk delen van hun gedachten over het bibliotheekwerk, op een (licht) filosoferende manier. Een vragende manier, open kijken naar ons vak. Niet blind zijn voor de veranderingen die er gaande zijn, niet blind staren op het 'oude'. Ze kijken goed naar de waarden waar de bibliotheek voor staat. Ik heb ook dit essay weer met plezier gelezen, en deel graag met jullie wat de gedachten zijn die bij mij op kwamen.


De rol die bibliotheken ooit hadden als plek waar je betrouwbare informatie kon vinden zijn we kwijt. Toch ligt hier een uitdaging in de tijd van 'alternative facts' die over de samenleving worden uitgestort. De vraag is alleen of wij die rol zomaar weer op kunnen pakken. Hebben wij nog wel (voldoende) personeel in dienst dat weet hoe ze moeten zoeken, dat weet hoe ze de informatie op betrouwbaarheid moet beoordelen, en dat weet hoe ze een dialoog over verschillende zienswijzen moet voeren. Want het gaat niet alleen om het achterhalen van 'feiten' (want wanneer is iets een feit, en wanneer is iets een mening?), het gaat er ook om dat je op basis van bepaalde uitgangspunten discussies moet kunnen aan gaan, of moet kunnen begeleiden. Als voorbeeld: discussies over voedsel en voedselveiligheid. Volg je de wetenschap? Of volg je de foodies? Soms best lastig om hierin feiten van meningen te scheiden.

De vrije toegang tot informatie kunnen wij als bibliotheken helaas lang niet meer bieden. Grote marktpartijen zetten informatie achter betaalmuren. En dat wat er wel beschikbaar is, is niet altijd betrouwbaar. Het zou mooi zijn als wij als bibliotheken het 'algemeen publiek' (wat dat ook mag zijn ;-) bewust kunnen maken van deze ontwikkeling, en hen daarover zo verontwaardigd kunnen krijgen dat er een volksoproer zou ontstaan dat afdwingt dat informatie niet meer achter 'paywalls' staat. In ieder geval die informatie die van belang is voor het algemeen publiek en ook met publiek geld is vervaardigd.

Ik vind de oproep van NOBB dat bibliotheken zich moeten richten in het bieden van inzicht prachtig! Dat sluit aan bij een blog dat ik ooit in 2011 al eens schreef, waarin de bibliotheek in ultieme vorm verwordt tot een culturele vrijplaats en de bibliothecaris een filosoof wordt. Iemand die aanzet tot nadenken! En oei, ook hier ligt er een stevige opdracht. Als je hier als bibliotheek vorm en inhoud aan wilt geven dan heb je heel ander soort vaardigheden nodig dan nu veel van onze medewerkers hebben. En hoe zorg je er voor dat je dit ook voor de volle breedte van je publiek gaat doen? Ik vind het programma zoals NOBB dat neerzet rondom de collectie en maatschappelijke  ontwikkelingen met "Lezers van stavast" heel inspirerend. Tegelijkertijd vrees ik dat je daarmee vooral de bovenlaag van de bevolking bereikt, maar misschien zie ik dat wel helemaal verkeerd. Ik zou op ieder niveau wel zulk soort programma's willen, ik vind ons eigen kleine voorbeeld van "Aan tafel met..." waarbij buurtbewoners met elkaar in gesprek gaan over hun levenservaring iets wat ik graag in dit kader verder zou willen uitwerken. En dan zou het mooi zijn als je naar aanleiding van zo'n gesprek tips uit de collectie zou kunnen geven.

De bibliotheek als ontmoetingsplaats is volgens mij van alle tijden. NOBB zegt dat het kwaliteit moet hebben... dat roept bij mij de vraag op wanneer het volgens NOBB dan kwaliteit heeft? Is het dagelijks loopje naar de leestafel om de krant te lezen, en in sommige gevallen er over in gesprek gaan met de tafelgenoten van kwaliteit? Voor de betreffende bezoeker heeft het vast kwaliteit, al was het maar het dagelijkse loopje en praatje. Mooi onderwerp voor gesprek!

Het plaatsen van sprekers in een context.... ja zoals ook al bij andere samenvattingen van NOBB, hier ligt echt een enorme opdracht als je dit wilt als bibliotheek. Wij willen in Kennemerwaard heel graag een serie stadsgesprekken opzetten, de zogenaamde City Talks op gaan zetten. Maatschappelijke thema's oppakken en ze in een breed perspectief bediscussiëren en over informeren. Dat betekent dat je medewerkers moet hebben die naast een brede maatschappelijke interesse ook zaken in een bredere context moet kunnen plaatsen. Weer die bibliothecaris als filosoof, of als onderzoeksjournalist...

En dan als laatste vragen ze zich bij NOBB af of de beeldcultuur binnen de bibliotheek een grotere rol moet krijgen. Ze hebben er zelf al mee geëxperimenteerd door samen te werken met TEDx in Veghel. Dat is een vorm. En kun je als bibliotheek ook aan collectievorming doen op het gebied van filmpjes "How to..." Nog veel arbeidsintensiever dan je boekencollectie up to date houden lijkt me. Tegelijkertijd is die ontwikkeling wel gaande,  dat zien ze bij NOBB goed. En is dat iets dat je lokaal moet doen, of kun je dit landelijk oppakken? Door specialismen te verdelen, ieder een stukje van de collectie Nederland verrijken met goede instructieve en educatieve films. (ik denk even niet na over eventuele copyright issues met doorlinken etc. ;-)

Kortom, de collega's van NOBB hebben weer 'food for thought' gegeven en daar ben ik heel erg blij mee. Wij mogen volgend jaar weer bezig met een nieuw meerjarenbeleidsplan en dan is het fijn als je bouwstenen hebt om op verder door te denken.

woensdag 2 augustus 2017

De handen in de lucht

Dat ik heel erg trots ben op onze mensen dat wisten jullie natuurlijk al wel... Dat veel van de scholen en instellingen waarmee wij samenwerken blij met onze mensen zijn ook vast wel.... dat veel van onze bezoekers blij zijn met onze medewerkers ligt dan ook in de lijn van de verwachting ;-) 

Ik kan het niet laten om met jullie een terugkoppeling te delen die ik een tijdje geleden kreeg van de onze medewerkers die bij 2 voortgezet onderwijs scholen langs waren gegaan om de dienstverlening van het afgelopen jaar te evalueren.
Dit was wat ze te horen kregen: Bij de school voor VMBO/HAVO/VWO  grote complimenten voor zowel Leonie als Joris van de rector, die een les had bijgewoond). De terugkoppeling van de docenten is ook goed.
De inzet van de Mediacoach zit nog niet in het systeem van de school voor wat betreft de inzet bij acute situaties. Wel is men heel blij met het verrichte werk en wil dit komend jaar graag doorzetten.
Binnen het project dat de bibliotheek op de school uitvoert rondom veilig gebruik van social media ("Veilig Puberen") is hiervoor geen ruimte: volgens afspraak kan een school er maximaal 2 jaar gebruik van maken en is dan een andere school aan de beurt. De rector wil toch doorgaan en heel graag met Leonie! Ze is bereid daarvoor te betalen. En dat is een groot compliment!!


Op de school voor speciaal onderwijs is men heel tevreden over de lessen sociale media die Joris heeft gegeven. Het is niet iedereen gegeven met deze doelgroep om te gaan en Joris pakte dat heel goed op.
Leonie vertelt over haar lessen sociale media en seksualiteit en haar inzet als Mediacoach. Eén van de docenten geeft zelf lessen seksuele voorlichting en is erg geïnteresseerd en enthousiast over de aanpak van Leonie. Ze ziet hierin een prachtige aanvulling op haar eigen lessen.
De vraag van ons is of de school komend schooljaar gebruik wil maken van de inzet van Leonie als Mediacoach binnen het project Veilig Puberen. Dat levert het hilarische tafereel op van 2 juichende docenten met de armen in de lucht J Heel graag dus! Als ze, Joris en Leonie naar buiten lopen horen ze achter zich nog steeds gejuich J Zij hadden een topmiddag!

En ik dus ook toen ik deze terugkoppeling kreeg :-) 

maandag 24 juli 2017

Delen maakt je rijker!

De afgelopen jaren heeft de Innovatieraad inmiddels meer dan 20 projecten subsidie toegekend om daarmee innovatie in onze branche een extra duwtje in de rug te geven.  Het is mooi dat die gelden er zijn, gelukkig zien we ook voorbeelden van innovaties bij bibliotheken zonder dat er subsidie van de Innovatieraad aan te pas komt. De initiatieven zoals die in Route 2020 van de VOB worden opgehaald en gedeeld geven aan dat in heel onze prachtige branche veel wordt ontwikkeld. Inspiratie is er genoeg in het bibliotheekwerk ;-)


Binnen bieb-to-bieb en op www.innovatiebieb.nl worden op onderwerpen nieuwe ideeën en projecten gedeeld. Wat de Innovatieraad opvalt is dat er met graagte wordt gedeeld. Af en toe een vraag wordt er  gesteld door een bibliothecaris die met een specifiek probleem zit, maar dat komt veel minder voor. Er wordt echt heel wat af gedeeld, iedereen presenteert met trots zijn of haar mooie ‘kind’. Wat de Innovatieraad niet ziet (maar misschien kijken wij niet goed), is de koppeling van initiatieven, om daarna samen door te ontwikkelen. En dat is jammer. Want er liggen heel veel kansen op dit terrein. Niets voor niets luidt het adagium: “alleen ga je sneller, samen kom je verder.” Dit principe wordt naar ons oordeel te weinig in de praktijk gebracht.

Waarom ontwikkelen we niet samen producten en diensten? Natuurlijk zijn er voorbeelden, zoals de Bibliotheek op School, waar nu een PO, VVE en VO doorgaande leeslijn in zit. Mooi! En toch zien we ook hier dat er nieuwe projecten  zijn op het gebied van leesbevordering. Die zouden naar het oordeel van de Innovatieraad na bewezen effect in een toolbox van een doorgaande leeslijn moeten worden opgenomen.  En wat voor de leeslijn geldt, zou wat ons betreft ook moeten gelden voor de programmalijnen 21ste eeuwse vaardigheden op het gebied van de digitale skills, op het gebied van de informatievaardigheden. En ik zou me ook heel goed  kunnen voorstellen dat er een mooie programmalijn komt voor de ontwikkeling van medewerkers en voor vrijwilligers. En een toolbox met activiteiten en effectmeeting voor de dienstverlening aan zorgcentra, en op het gebied van bestrijding laaggeletterdheid. Er wordt heel veel ontwikkeld in het land, maar de samenhang ontbreekt in veel gevallen. En dat is jammer.


De innovatieraad ziet in het samenbrengen van initiatieven, het koppelen er van en het gezamenlijk doorontwikkelen een mooie rol voor de POI’s.  Zij hebben immers in de bibliotheekwet de rol gekregen voor het ondersteunen van de innovatie van de fysieke bibliotheek. De Koninklijke Bibliotheek heeft met het in de lucht brengen van het platform Innovatiebieb de mogelijkheid geschapen om initiatieven te delen, de Innovatieraad helpt sommige projecten verder met een beetje geldelijke steun. POI’s wij dagen jullie uit om samen met de bibliotheken die deze mooie projecten gestart zijn de verbinding te zoeken en gezamenlijk door te ontwikkelen tot samenhangende programmalijnen.  Een eerste begin is er al, door de samenwerking tussen de KB en SPN (Samenwerkende  POI’s Nederland)  die een rechtstreekse verbinding hebben gelegd  met de innovatieagenda rond de ‘communities of practices’. Delen maakt je rijker zegt men, en dat is ook zo. Delen en het vervolgens vermeerderen is pas echte winst. Daar ligt nog een wereld te winnen in onze branche!

dinsdag 4 juli 2017

Jordanië, dag 11 en 12

11 april 

Na het ontbijt gaan we een stadswandeling maken. Eerst nog een keer naar het oude Romeinse theater in de stad. Het is opnieuw prachtig. Dan al slingerend langs oude stadswijken, met een mooie oude moskee, oude opgravingen en door de soek. Ik word altijd blij als ik over een markt loop. En zeker in dit soort landen, waar men het stapelen van groente en fruit tot kunst heeft verheven. Het lijkt wel of ze hun waren oppoetsen tot ze glimmen, en een kleine cursus architectuur of bouwkunde hebben gedaan, zo kunstig zien de uitstallingen er soms uit. Joep kan zich niet bedwingen bij een stalletje met baklava. Hij koopt een flink stuk gevuld met spijs en doordrenkt met honing. Zoetekauw!  We lopen verder richting kleding soek, waar onder andere prachtige Palestijnse jurken in de etalage hangen. Schitterend rood borduurwerk op zwart.

Na de oude wijk klimmen we een flink stuk naar boven.  Er is boven een straat met daarin oa een hip t-shirtenwinkeltje dat ik wil zien, en een winkel van de stichting van de koningin. Het t-shirtwinkeltje valt tegen. In de winkel ‘van’ de koningin koopt Joep twee sjaals voor Jasper en Jeroen, Arafatsjaals, al weten we nu dat we dat zo niet mogen zeggen. Het zijn Arabische (rood) of Palestijnse (zwart) sjaals, afhankelijk van de kleur. We drinken thee op een terras, en op weg naar beneden komen we een tentje tegen waar ze bier verkopen. Dan pakken we daar ook nog maar een pintje. We lopen weer naar beneden en besluiten dat we nog twee dingen uit de gids moeten doen. We moeten nog falafel eten bij Hashem, de beste van de stad volgens Lonely Planet. En inderdaad ze zijn lekker. We sluiten af met kanufa bij Habibah, een heel zoet gebak. Dan naar onze kamer, de koffers pakken en op tijd naar bed. Morgen staat Zyad om vier uur klaar bij het hotel om ons op tijd naar het vliegveld te brengen.




















12 april

Oef, het is vroeg als we om vier uur naar beneden stommelen. Zyad staat al voor ons klaar. We bedanken hem eerst zeer uitvoerig voor het terugbrengen van mijn boek. Dat was echt heel erg aardig. Hij zegt dat hij dacht dat het een heel belangrijk boek was, en dat ik er vast in door wilde lezen. We rijden door een donkere stad op weg naar het vliegveld. Daar aangekomen bedanken we Zyad nogmaals, geven hem een flinke tip en zeggen hem vaarwel.

In de rij voor het inchecken en het afleveren van de bagage. Het eerste stuk gaat prima. Maar dan moeten we nog met onze handbagage door de security. Joep heeft zijn verrekijker nog in zijn schoudertas zitten, en daar ontstaat onrust over. Wat is dit?  De douanier weet er duidelijk geen raad mee. Er moet een collega bij komen, hoger in rang. Die komt op zijn dooie gemak aanlopen, in burger, met de handen in zijn zakken. Joep raakt gelijk geïrriteerd.  En dat merkt de man ook. Dus tergend langzaam kijkt hij naar de verrekijker, vraagt Joep wat het is, of hij hem er nog eens uit wil halen etc. Joep steeds wat geïrriteerder. De man duidelijk in zijn macht. Ik zeg tegen Joep dat hij rustig moet doen, dat we er niks mee opschieten als de man ook geïrriteerd raakt. Dus rust bewaren, beleefd blijven en meewerken. “Ja maar” zegt Joep “hij loopt met zijn handen in zijn zakken hier naar toe”. “Laat gaan, schat, laat gaan”.  Dan wordt de verrekijker goed bevonden en kunnen we door . De douanier loopt terug naar een andere balie, met de handen uit de zakken…. Dat wel. Heeft hij het misschien toch begrepen ;-)



 Voor de rest verloopt onze terugreis prima. Terug in Nederland krijgen we alleen een stevige temperatuurshock te verwerken: van 29 graden in Amman, naar 10 in Alkmaar. Brrrr. Gelukkig hebben we een hoofd en hart vol warme herinneringen aan dit prachtige land.

vrijdag 30 juni 2017

Vrijwilligers in de bibliotheek, een do of een don't?

Afgelopen ledenvergadering van de Vereniging van Openbare Bibliotheken hield Jouke Bethlehem van de Noord-Fryslan bibliotheken een stevig pleidooi om een discussie te starten over de inzet van vrijwilligers in de openbare bibliotheek. Zijn pleidooi vind je hier, Omdat ik vind dat de oproep van Jouke op onderdelen terecht is, namelijk dat het goed is er een discussie over te voeren, en omdat ik vind dat er op zijn pleidooi wel nuanceringen of overdenkingen bij te plaatsen zijn reageer ik niet via zijn post op LinkedIn maar via dit blog.

Jouke zegt in zijn pleidooi impliciet dat de inzet van vrijwilligers een negatieve betekenis heeft voor je dienstverlening, Dat gaat mij te ver, daarmee diskwalificeer je een groep vrijwilligers die heel goed werk doen in de bibliotheek.
Ik ben opgeleid als bibliothecaris, en ik denk dat ik niet de enige ben die aan de balie de vraag kreeg of ik er voor betaald kreeg, en of er een opleiding voor was. Het beeld dat veel van onze bezoekers jarenlang hebben gehad bij het werk dat de bibliotheek deed, en welk niveau dat dus ook had (terecht of onterecht laat ik dan in het midden) was dat het een vrijwilligersbaan was. Die vraag heb ik overigens altijd gekregen wanneer ik in een bibliotheek werkte waarin alleen betaalde krachten werkten! Ik heb ook enkele jaren gewerkt in bibliotheken waar er een mix van betaalde  en vrijwillige medewerkers waren. Daar kwam die vraag veel minder vaak voor, omdat voor diepgaande vragen of problemen altijd het betaald personeel de oplossing bood. Waarmee dan ineens het beeld van de toegevoegde waarde van de professional duidelijk was ;-)

Ik ben het met Jouke eens dat de inzet van vrijwilligers een strategische keuze zou moeten zijn. Daarbij vergeet ik niet die bibliotheken in Nederland die al jaar en dag werken met vrijwilligers, en vaak met een enorme inzet qua uren en betrokkenheid van vrijwilligers. Dit zijn bibliotheken waar de situatie historisch al zo gegroeid is. Voor die bibliotheken valt er niet veel te kiezen, geen vrijwilligers meer betekent geen bibliotheek meer. Ik wil het hebben over bibliotheken die van oudsher werken met betaalde krachten, of grotendeels met betaalde krachten. Daar zou die inzet van vrijwilligers een strategische keuze moeten zijn met een bijbehorende visie en beleid.

In Kennemerwaard hebben we bij ons meerjarenbeleidsplan 2014-2018 gezien dat onze ambities verder reiken dan wat we met onze beschikbare formatie kunnen realiseren. Dan kun je er voor kiezen om je ambities naar beneden bij te stellen, dat is niet hoe wij in elkaar zitten in Kennemerwaard. We kijken naar manieren hoe we onze ambities toch kunnen waarmaken. Wij kiezen er voor in Kennemerwaard om onze betaalde medewerkers de kans te bieden zich verder te professionaliseren, dan wel op de klassieke bibliotheek dan wel op onze andere programmalijnen. In alle gevallen geldt dat we ook van vrijwilligers gebruik maken.  Ook aan de vrijwillige medewerkers stellen we kwaliteitseisen. We hebben vrijwilligers die in de klassieke bibliotheek gastheer- of vrouw zijn en zo het betaalde personeel ondersteunen, we hebben taalvrijwilligers die taalcafé's voor inburgeraars draaien, er zijn bij ons vrijwilligers die met professionele ondersteuning culturele programma's samenstellen voor en door senioren, er zijn vrijwilligers die samen met onze professionals coderdojo's geven, cursussen Linux geven. Het beeld is dus nogal divers als je kijkt naar het werk dat vrijwilligers doen binnen Kennemerwaard.  We kijken ook hoe we onze vrijwilligers de kans kunnen bieden om zich verder te ontwikkelen. Dat verschilt dan ook weer per 'type' vrijwilliger. Sommigen willen graag meer kennis op doen op het gebied van privacy en internet, anderen willen zich verder ontwikkelen als taalmaatje of als gastdocent bij coderdojo's. Voor iedereen proberen we een passend scholingspakket te bieden (zoals natuurlijk ook voor ons betaald personeel). En in een klein aantal gevallen komt het voor dat een vrijwilliger doorstroomt naar een betaalde baan bij ons.

Nu moet ik zeggen dat ik vanuit een iets bevoorrechte positie spreek. In de afgelopen crisis- en bezuinigingsjaren zijn wij niet zo hard getroffen als sommige collega's in het land. Wij hebben het weliswaar ook niet zonder gedwongen ontslagen kunnen redden, die hebben bij ons plaatsgevonden in de backoffice. Bij de medewerkers in de vestigingen en de directe dienstverlening zijn er geen ontslagen gevallen. De inzet van vrijwilligers in de publieksdiensten levert ook bij ons wel vragen op bij medewerkers, natuurlijk! Tot nu toe kunnen we duidelijk maken dat het ter ondersteuning is, en dat er geen banen komen te vervallen. Het gaat om een verschuiving van werkzaamheden, waar mogelijk. Hoe dat gaat, waar je de scheidslijn trekt moet je met elkaar lokaal bediscussiëren. Betaald personeel in de vestigingen zal nodig zijn, niet alleen voor de klassieke bibliotheek, ook voor de programma's laaggeletterdheid, taal- en leesbevordering, leven lang leren, en participatie en zelfredzaamheid. In onze visie investeer je als bibliotheek in je professionals én in je vrijwilligers. Met de gezamenlijke inzet van betaald en vrijwillig personeel bereik je meer, daar ben ik van overtuigd. Ik vind het afwijzen van vrijwilligers in de klassieke bibliotheek vreemd, als je ze wel in wilt zetten op andere onderdelen in je bibliotheek, Het gaat om de strategische keuze, waar maakt het betaalde personeel het (maatschappelijk) verschil, en welke kennis en know-how heb je binnen, en wat wil je op de langere termijn binnen hebben. Daar moet je het vooral lokaal over hebben, en dan zou je op landelijk niveau de discussie moeten voeren hoe je zorgt dat je een goed personeels- en vrijwilligersbeleid op zet.

Jordanië, dag 11, 10 april

Vanochtend zal Hussam ons komen halen. Maar bij de balie zit een andere man op ons te wachten Zyad is zijn naam. Hussam is ziek vertelt hij ons. Hij weet niet goed wat Hussam mankeert. Zyad is wat plezieriger in de omgang dan Hussam. Hij is wat mededeelzamer. De tocht naar Amman zal ca. 4-5 uur duren. We rijden ter hoogte van Wadi Rum als de auto ineens als een gek begint te piepen en Zyad heel snel de auto aan de kant van de snelweg zet. Het is een hybride auto, en de boordcomputer geeft aan dat het systeem herstart moet worden. Zyad doet verschillende pogingen, maar de auto wil niet meer starten.

Daar staan we dan, midden in de woestijn. Zyad belt een bevriende chauffeur en binnen 10 minuten staat die naast ons. Zijn collega, met passagier op de achterbank komt kijken wat er aan de hand is. Hij probeert ook enkele malen de boel te herstarten. Motorkap omhoog en turen. Beide heren komen er niet uit. De passagier is inmiddels uitgestapt en naast ons op de vangrail komen zitten. We raken aan de praat. Het is een Noord-Ier, Paul heet hij. Even later stopt er nog een auto, nog een helper. Die komt ons eerst allemaal een flesje water overhandigen, en een flesje Sprite. Dat is wel heel attent hier midden in de woestijn. We kletsen een beetje met elkaar en met Paul. Het boek over Mohammed dat ik aan het lezen ben ligt naast me op de vangrail. Geen tijd om er in te lezen.

Dan komt de chauffeur van  Paul naar ons toe. Hij vraagt aan Paul of wij een beetje oké zijn.  Dat is blijkbaar het geval. En dan vraagt hij of het oké is… en ja dat is ook het geval. Voor we het weten worden onze spullen over geladen. De auto van Zyad kan niet verder…. Hij put zich in duizend excuses uit. Dat hoeft niet, hij kan er niks aan doen. Hij gaat wachten op de garage uit Amman, die komen hem en de auto ophalen. Wij kunnen mee met Paul en zijn chauffeur. Dus alles over geladen en we gaan weer op weg. Dat is wel echt heel bijzonder. Kom er eens om in Nederland of Europa, het is zeker nog 350 kilometer naar Amman.  En om dan zomaar vreemde mensen met je mee te nemen… heel bijzonder. We zijn ongeveer een half uur onderweg als ik ineens mijn boek over Mohammed mis. Shit! Op de vangrail laten liggen. Wat stom zeg! De chauffeur belt Zyad, die er blijkbaar nog staat. En even later krijgen we bericht dat het boek gevonden is… Zyad zal het meenemen als hij ons naar het vliegveld brengt overmorgen.

Na ca. 1,5 uur rijden stoppen we bij een wegrestaurant voor een kop koffie en een sanitaire stop. We zijn inmiddels een beetje bijgepraat met Paul. Hij werkt in Dubai, waar de salarissen hoog zijn. Zo kan hij door zuinig te leven tijdens vakanties verre reizen maken. Hij is oa in Zuid-Amerika geweest, en nu reist hij na Jordanië door naar Iran. Hij wil eigenlijk weer terug naar Noord-Ierland om opnieuw te gaan studeren. Maar hij weet nog niet zo goed wat. Het leven in Dubai bevalt hem maar matig, het is niet ‘echt’ zegt hij. Teveel mensen met hoge salarissen die van gekkigheid niet weten wat ze met hun geld moeten doen. En de inwoners van Dubai zelf kijken neer op mensen uit andere landen, en werken zelf niet of nauwelijks.





In Amman worden we keurig afgezet bij ons hotel door de chauffeur van Paul. Het is een beetje aan het eind van de middag. We besluiten in de buurt een hapje te gaan eten, maar eerst even lekker lezen op het balkon van onze kamer. We willen daarna in de buurt op zoek naar een bar waar we een biertje kunnen drinken. Volgens de reisgids zitten er een paar vlakbij maar we kunnen ze niet vinden. We besluiten uiteindelijk maar bij een restaurant zonder alcohol, maar wel vlakbij ons hotel een hapje te eten. Met natuurlijk de onvermijdelijke citroensap met munt. Lekker! We zijn redelijk op tijd terug in het hotel en gaan op bed zitten lezen. We zijn best moe en het licht gaat op tijd uit. Rond elf uur, half twaalf gaat ineens de telefoon. Het is de receptie. Er is een boek voor mij bezorgd. Of ze het moeten komen brengen? Nou nee, dat hoeft niet, we komen het morgenochtend wel halen. Is Zyad het dus komen brengen! Wat ontzettend lief en aardig.

donderdag 29 juni 2017

Jordanië, dag 10, 9 april

We staan ontspannen op, maar wel op tijd. We willen voordat we met de bus naar Berenice gaan bij de Grieks-Katholieke kerk langs. De dienst begint om 10 uur. Als we bij de kerk aankomen staan er maar liefst drie politieauto’s voor de deur. Het vreedzaam naast en met elkaar leven heeft ook heir blijkbaar wel een prijs. Net zoals in Nederland er steeds vaker bewaking bij Joodse gebouwen staan, of bij moskeeën is dat hier dus het geval bij de christelijke gebouwen.

Binnen de muren van de kerk is het een drukte van belang. De dienst is al begonnen. We gaan achterin de kerk staan, maar dat is niet de bedoeling. Men ziet ons staan en wenkt ons in de banken. Er wordt ingeschoven en opgestaan.  We schuiven in.  Het is een levendige dienst. Een voorgeschreven liturgie (schat ik in met mijn protestante kennis ;-). Men weet precies wanneer er welke tekst gezongen moet worden, wanneer men moet staan, of gaan zitten.  De dienst is in een mengsel van Latijn en Arabisch.  Kinderen en volwassenen lopen in en uit. Heel anders dan in een Nederlandse kerkdienst. Iedereen wel op zijn paasbest gekleed. Een aantal kinderen zit met een paasstok, met een ei of een kip er op.  Er zit een jongetje op één van de eerste rijen, die sjans wil met een meisje ergens achterin. Hij staat regelmatig in het middenpad, te wenken naar het meisje achterin de kerk. Maar zij lacht alleen maar en schudt nee,  Hij moet naar haar komen. Dat doet hij, en hij wil haar aan de hand meenemen naar zijn bank voorin.  Ze gaat heel even met hem mee, maar blijkbaar bevalt haar niet zo  goed, dus ze loopt weer naar achteren.  Het jongetje blijft af en toe wenken, zij lacht lief maar komt niet meer naar voren. Kleuterflirts… leuk om te zien. De priester komt met een kelk de kerk door, iedereen wordt zegenend met de kelk op het hoofd aangeraakt.

We kunnen niet tot het eind van de dienst blijven en vertrekken dus na ca. 3 kwartier. Het is zoals de priester ons heeft gezegd. Niemand kijkt er van op als je vertrekt. Iedereen loopt hier in en  uit. We vertrekken naar de bus naar Berenice.  Daar zoeken we een plek aan het strand, in de schaduw. Flippers aan, snorkel op en het water in.  Het is prachtig onder water. Mooie koralen (goed voor uitkijken weten we inmiddels sinds gisteren) en kleurrijke vissen. Na een tijdje wordt het water toch te koud en gaan we het water uit om even op te warmen in de zon. Het gezelschap aan het strand is divers, van westerse dames in bikini of badpak, tot dames in lange bedekkende kleding. Rond een uur of vijf vertrekken we weer naar Aqaba.






We douchen en besluiten opnieuw in het visrestaurant naast het hotel.  Aan de tafel achter ons zitten twee jonge dames, zeer bloot gekleed. We raken aan de praat, het zijn twee zussen die uit Amman komen. Duidelijk uit de betere klasse. Ze vertellen het één en ander over hun leven, de oudste werkt op een kantoor. Ze heeft een studie in luchtvaart gedaan, ze wil graag internationaal gaan werken. Dan zal ze toch echt iets aan haar Engels moeten doen wat dat is zeer beroerd. Haar zusje spreekt nog slechter Engels, en is ook nog een beetje een giechelige puber. Beide meiden zeggen dat het prima leven is in Jordanië, en dat er heel veel vrijheid is. En dat de koning geweldig is. Hun vader werkt in de kring dichtbij de koning, en dus is het duidelijk wat ze vanuit een bevoorrechte positie spreken.  Ze willen graag naar Amsterdam, dat lijkt hun echt geweldig. Maar wat er te zien zou zijn, ik heb de indruk dat ze niet veel verder zullen komen dan een rondvaart door de grachten en shoppen, shoppen, shoppen….

We breken op en gaan terug naar ons hotel. Morgen terug naar Amman.

dinsdag 27 juni 2017

Jordanië, dag 9, 8 april

Vandaag gaan we met een boottocht mee, naar de koraalriffen en daarna snorkelen. We gaan eerst op zoek naar de kerk. We hebben nog wat tijd en willen dan wel gebruik maken van de uitnodiging van de priester. Het blijkt al snel dat een kerk hier niet dezelfde statuur heeft als in Nederland, of als een moskee hier.  Nu heeft de priester ook een wat vage bewegwijzering gegeven, hij zwaaide wat met zijn hand en zei dat de kerk in de straat achter het café zat. Nu lopen we die straat in, maar een kerk is er niet. We vragen het een paar mensen op straat. Het levert ons in de meeste gevallen wat vage blikken op. Een kerk? Nee dat kennen ze niet. Uiteindelijk komt iemand ons achterna hollen als we al een beetje ter onverrichte zake terug zullen lopen naar het hotel. Hij weet waar het is. Nog een straat verder, plein over en dan in die straat daar naar rechts. Daar is een kerk.  En ja, daar is inderdaad de kerk. Maar niet open. Het had ons al verrast dat de kerk op zaterdag open zou zijn…. Morgen pas is de kerk open. Maar goed, nu weten waar hij is. Het verrast ons wel dat zo weinig mensen weten waar de kerk is, terwijl hij echt nog geen 300-500 meter verderop ligt. En het is wel een apart staand gebouw met een kruis er op. Niet alsof het een vergaderzaal is in een groot gebouw dat als kerk in dienst is. Zou dat bij ons ook zo zijn als mensen vragen waar de moskee is? Dat ze het niet weten als ze zelf niet moslim zijn? Ik ga bij me zelf na, ik weet er in Alkmaar in ieder geval twee te zitten, en wij wonen er verder dan 500 meter vandaan. Maar dat zegt natuurlijk ook niks, ben misschien niet de gemiddelde burger ;-)



Nu we weten waar de kerk zit kunnen we in ieder geval op pad. Met een boottocht mee de Rode Zee op.  Het publiek is wisselend. Een grote groep Vlamingen met een Jordaanse gids die perfect Nederlands spreekt, Jordaniërs, Finnen en vast nog wat meer nationaliteiten waar we niet achter komen.  De boot is er één met een glazen bodem, niet zo’n klein toeristisch bootje als aan het strand liggen met mooie schilderingen er op. Dit is een grote boot. We varen eerst een stevig stuk naar het zuiden. Onder andere langs de terminal voor de ferry naar Egypte. Joep wil graag weten waar het precies is, want daar nam hij ongeveer veertig jaar geleden de boot met zijn vriend Mark na de lange fietstocht van Amsterdam naar Caïro. De boot voert ons naar de koralen en over een wrak dat speciaal voor duikers is afgezonken in opdracht van koning Abdullah. De koralen zijn prachtig. Even later mogen we ook zelf het water in. Wij met onze eigen snorkelspullen, de anderen met huurspullen. Onder de andere mensen ook wat moslimvrouwen die in strakke burkini’s het water in gaan. Soort duikpakken/wetsuits maar dan wel weer een losse tuniek er over heen. Het is niet de bedoeling dat je veel van het lichaam ziet. Dat een natte tuniek ook behoorlijk onthullend is…. Dat mag dan blijkbaar wel. Bij het snorkelen moeten we wel uitkijken voor het koraal komen we hardhandig achter. De begeleider meldt ons wel dat we dicht bij hem moeten blijven, maar niet dat het niet slim is om met het koraal in aanraking te komen. Ik raak met mijn dij het koraal en voel later dat die begint te branden. Joep komt met zijn kuit tegen het koraal en loopt ook soort brandplekken op.

De boot brengt ons vervolgens naar de strandtent Berenice waar we kunnen lunchen. Daarna brengt de boot ons weer terug naar Aqaba. We lopen terug naar het hotel en brengen de rest van de dag relaxed door.

zondag 25 juni 2017

Jordanie, dag 8, 7 april

Vanochtend gaan we eerst met een kameel terug naar Wadi Rum. Boven op een kameel dus om precies te zijn. Er staan er drie klaar. Twee voor Joep en mij, en één voor de ‘drijver’.  We nemen afscheid van onze kampgenoten, van de kok en van de Australische dame. We bestijgen de kamelen, nou ja, je klimt er op terwijl het dier nog gehurkt op de grond ligt. En dan komt hij in de benen op een teken van de drijver…. Maak je eerst een soort duik naar voren als hij eerst zijn achterpoten  strekt, en dan een duik naar achteren als ook hij de voorpoten onder zich trekt. En dan zit je dus ineens bijna twee meter boven de grond. Op het schip van de woestijn. Waarom het dier zo heet kom je vlot genoeg achter. Een kameel is een telganger, wat betekent dat voor- en achterpoten van dezelfde kant min of meer tegelijkertijd naar voren bewegen. Dus eerst  de rechterpoten (voor en achter) en daarna de linker (voor en achter). Dat veroorzaakt een soort schommelgang waarop je heen en weer deint.  Het zadel op een kameel is zonder stijgbeugels, dus je benen bungelen maar een beetje naar beneden. Je even afzetten om anders te gaan zitten is er niet bij, of je moet je omhoog drukken met je armen op de voorste knop op het zadel. Dat valt niet mee ;-) Onze drijver heeft er zin in, af en toe ‘zingt’ hij een soort bedoeïenenlied  dat eindigt in een hoog ‘gejammer’ zoals Arabische vrouwen doen. Wij vallen af en toe in met een Europees lied, waarvan we zelf ‘Brandend zand’ wel het meest toepasselijk vinden ;-)

Na ca. twee uur zijn we weer in Wadi Rum, waar Hussam al op ons wacht om ons naar Aqaba te rijden. Hij heeft slecht geslapen meldt hij ons, want er was geen slaapplaats in een hotel geregeld. Hij heeft in de auto geslapen. We vinden dat allemaal toch wel een beetje vreemd, krijgen niet goed hoogte van de regelingen die er lokaal zijn gemaakt door de agent. We zijn netjes op tijd in Aqaba bij ons hotel. Hussam vertelt ons dat hij terug gaat naar Amman, dat hij ons over twee dagen weer op komt halen (denkt hij, maar hij weet het niet zeker).  We wensen hem een goede reis en tot ziens.
We stallen de spullen want de kamer is nog niet klaar en gaan Aqaba verkennen. We willen in ieder geval onderzoeken waar we kunnen snorkelen, we hebben onze snorkelspullen mee genomen en willen de wonderen van de Rode Zee natuurlijk wel bekijken. Bij de toeristeninformatie krijgen we te horen dat we met een boottocht mee kunnen, of naar de beachclub Berenice aan de zuidkant van de stad kunnen gaan om daar te zwemmen en te snorkelen. We besluiten dat we beide zullen gaan doen. We gaan een boottocht doen, en de dag er op dan met een bus naar Berenice om daar te snorkelen.
We lopen door de stad, langs de grote moskee, langs het strand. Op het strand is het een drukte van belang. Mannen, vrouwen, kinderen…alle leeftijden. De mannen en jongens over het algemeen in luchtige kledij of zwembroek. De vrouwen in vol ornaat en ook meisjes met burkini-achtige tenues. Maar wel het water in, dat dan weer wel. Binnen de beperkingen die de islam hen geeft is er wel de mogelijkheid om te gaan zwemmen. We zien ook oudere dames, duidelijk traditioneel of orthodox gekleed in zwarte kleding toch het water in gaan op zoek naar verkoeling.  Verder zitten er hele families te picknicken, er worden hele maaltijden genuttigd daar. Met thee erbij, of met citroensap met munt.  Een biertje is er natuurlijk niet bij!

We lopen verder richting de souk. En o wonder… ineens lopen we daar Hussam tegen het lijf! Wij dachten dat hij terug zou gaan naar Amman, maar nee, hij moest nog even blijven meldt hij ons. Het is een beetje een onduidelijk verhaal wat hij afsteekt. We snappen het niet helemaal. Hij zegt dat hij naar ons heeft gezocht. En dan…. ‘Between you and me…. Could you give me 20 dinar? I have no money for a meal.’ We kijken hem wat bevreemd aan, maar willen hem die 20 dinar wel geven. Dat trekken we dan later wel af van zijn fooi denken we. Hij bedankt ons uitvoerig voor de 20 dinar en loopt verder. Heel typisch vinden we het.

We hebben inmiddels trek gekregen en willen een hapje eten. We hebben al wel een leuk tentje op de rand van de souk gezien op de heenweg, maar toen was het er heel erg druk met locals. We lopen er nog maar eens langs, en warempel er is plaats. We gaan zitten en bestellen hummus en falafel met natuurlijk citroensap met munt. Daar zijn we wel licht verslaafd aangeraakt bij gebrek aan een wijntje of biertje. Heel verfrissend. Om ons heen alleen Jordaniërs.  Aan de tafel achter ons zit een grote groep Jordaanse vrouwen. Een oma met haar dochters/schoondochters wel een stuk of zes en één heel klein meisje van een paar maanden. Ze willen het kindje in een plastic campingstoeltje rechtop laten zitten maar dat kan het meisje helemaal nog niet. Ik zit het allemaal te bekijken, licht vertederd. Oma ziet me kijken en gebaart naar mij. De jongste dochter wordt gemaand om mij het kindje in de armen te geven. En dus sta ik ineens met een hele kleine hummel in mijn armen. Wat een droppie! Kindje helemaal verschrikt dat ze zomaar bij een grote vreemde mevrouw in de armen wordt gedrukt. Maar zo leuk en hartverwarmend. Dat zal je in Nederland toch niet snel overkomen, dat je als wildvreemde een klein kindje in je armen gestopt krijgt. Mooi! Kinderen zijn hier duidelijk geliefd en men besteedt er ook veel aandacht aan, maar wel anders dan in Nederland. Ik kan het verschil niet gelijk aangeven, maar het voelt anders.  Ik geef het kindje terug aan de familie en bedank hen uitvoerig met buigingen en ‘sjoekran’.






Na de lunch lopen we verder door de souk en langs wat andere bezienswaardigheden. Op weg naar het hotel komen we langs een waterpijpenshop. 








Buiten zit een Arabische man met naast hem een oudere man in priesterkleding met een groot kruis op zijn borst. Ik vind het een mooi beeld en als de heren ons vriendelijk toeknikken zeg ik dat ik hen er mooi uit vindt zien. Het compliment wordt geretourneerd. We raken aan de praat. De ene man blijkt de patriarch te zijn van de Grieks-Katholieke kerk in Aqaba. De man naast hem moslim. Maar ze kunnen prima samen door een deur melden ze. De patriarch nodigt ons uit om naar de Palmpasen dienst te komen de dag er op. We zeggen dat we niet zoveel tijd hebben want dat we op tijd bij de boot moeten zijn. ‘Dat is geen punt’ zegt hij, ‘je kunt op elk moment ook weer weglopen. Het is niet zo formeel’. Als we vragen waar de kerk is wijst hij naar de straat achter hem. ‘Het is hier vlakbij’ zegt hij.’ In de straat hier achter’. We beloven hem dat we er zeker over na zullen denken.

We trekken ons terug in onze kamer, frissen ons op en gaan dan in het restaurant naast het hotel eten. Lekker vis met een wijntje. Want dat kan blijkbaar hier weer in de ietwat wereldser stad Aqaba met ook een christelijke bevolkingsgroep.