woensdag 27 juni 2012

Bill en Melinda Gates snappen het

Gisteren was ik bij een ronde tafel gesprek van de Bill en Melinda Gates Foundation (BMGF) in Brussel. Zij zoeken naar een manier om het belang van bibliotheken beter voor het voetlicht te brengen. Ze willen samen met een aantal partijen een lobby starten om bibliotheken in de programma's van de EU te krijgen in het bereiken van een sterk Europa 2020. En waarom doen ze dat zullen jullie vragen.
 "We believe that access to information helps people transform their lives; too few have access to technology, creating a severe digital divide; we must use our voice loudly and effectively to strengthen and champion libraries."

BMGF vinden dat bibliotheken de levens van mensen kunnen veranderen. En dus gaan ze vanaf dit najaar samen met onder andere EBLIDA en NAPLE lobbyen op Europees niveau om te zorgen dat openbare bibliotheken erkend, ondersteund en bewaard worden als essentiele centra waar informatie toegankelijkheid wordt gemaakt, waar informatie gebruikt kan worden en waar informatie wordt gecreerd.

Wat is hun strategie?
Ze willen gaan zorgen dat er toenemende erkenning komt voor openbare bibliotheken in de EU 2020 strategie en het daarmee samenhangende beleid. Het is de bedoeling dat in de implementatieplannen van de inspanningen voor EU 2020 openbare bibliotheken expliciet genoemd gaan worden als belangrijke actoren en logische deelnemers, zodat zij een betere financiele basis (meer subsidie) zullen krijgen.

Kijk daar word ik nou blij van van zulke plannen en zulke voornemens. Daar kunnen we mooie lessen van leren als het om nationale en lokale lobby's gaat.

Allemaal van de Apple af, en hup! aan de Microsoft ;-)

vrijdag 22 juni 2012

Big Hairy Audacious Goal, deel 2

Die droom waar ik gisteren al over schreef zou je als een spannend verhaal moeten kunnen lezen. En hoe gaat dat verhaal dan, bijvoorbeeld:

Arend, directeur van een basisschool in Alkmaar, 50 jaar, getrouwd, 3 kinderen heeft de CITO cijfers gekregen van zijn leerlingen. Hij is er stevig van geschrokken. Een kwart van de kinderen uit de bovenbouw scoort lager dan het landelijk gemiddelde. De trend van de afgelopen jaren dat er steeds minder kinderen een HAVO of VWO advies krijgen heeft ook dit jaar doorgezet. Het percentage dat naar de HAVO/VWO zou kunnen is weer 2% lager dan afgelopen jaar.


Arend besluit nu echt in te grijpen. Hij belegt een spoedvergadering met zijn lerarenteam om de CITO resultaten door te spreken. Hij wil weten hoe het komt dat de kinderen steeds minder goed scoren. Na de gebruikelijke excuses van te hoge werkdruk, kinderen uit kansarme wijken, te veel formulieren om in te vullen vraagt Arend zijn lerarenteam om met oplossingen te komen die de prestaties van hun leerlingen echt beter maken. De CITO toets toont aan dat veel kinderen leesachterstanden hebben, en dat ze middelmatig scoren op de vakken geschiedenis en aardrijkskunde.

De leraren komen gezamenlijk tot de conclusie dat er meer aandacht voor lezen moet komen. Lezen is de sleutel tot betere prestaties, niet alleen voor het lezen zelf, maar ook voor de andere vakken. Verder willen de leerkrachten graag meer tijd aan de voorbereiding van hun lessen kunnen besteden. Ze vinden dat ze te weinig met actuele zaken kunnen doen en te weinig verdieping kunnen bieden aan die kinderen uit de klas die dat wel willen en aankunnen.

Arend vraagt aan de leerkrachten of ze misschien ook ideeën hebben hoe ze dit kunnen oplossen. Want het probleem is dan wel benoemd, hoe gaan ze het oplossen. Janneke, een van de leraressen verteld dat haar zus op een school in Heerhugowaard lesgeeft. Daar hebben ze een combinatiefunctionaris van de bibliotheek. Die helpt de onderwijzers met programma’s voor het lezen. Janneke stelt voor om de bibliotheek uit te nodigen voor een gesprek. Misschien heeft de bibliotheek wel ideeën over hoe ze hun leesonderwijs leuker kunnen maken waardoor de kinderen meer plezier in lezen krijgen.

Arend nodigt de bibliotheek uit voor een gesprek en gezamenlijk besluiten ze een proef te doen waarbij de bibliotheek de school ondersteunt bij het leesonderwijs en ook helpt met het bijbrengen van zoekvaardigheden aan leerlingen en leerkrachten.

Twee jaar verder:

Lerares Janneke zit op zondag avond haar lessen voor te bereiden. De tv staat aan, en haar mobiel ligt naast haar. Haar mobiel trilt, een twitterbericht komt binnen. In China is een enorme aardbeving geweest. Janneke was net bezig met haar les over aardrijkskunde, over de werking van de aarde. Ze wil haar les wel wat actueler maken. Ze zoekt zelf informatie over aardbevingen op, dat vindt ze op wikipedia. Maar ze heeft problemen om haar presentatie goed op haar stick te krijgen die ze morgen in haar Smartboard wil laden. Ze kijkt op haar horloge en ziet dat de helpdesk van de bibliotheek nog open is. Ze belt meteen. Ze krijgt Robert aan de telefoon. Gelukkig maar, die heeft haar al een paar keer goed geholpen met wat softwareachtige problemen. Ze vertelt hem waar ze mee bezig is en al pratend helpt Robert haar om haar presentatie op te slaan op haar usb stick. Ondertussen heeft Robert haar nog wat extra informatie toegemaild over China en over aardbevingen. Hij vraagt haar of er wel genoeg boeken op school zijn over China en aardbevingen. Janneke weet dat niet zeker. “Weet je wat” zegt Robert, “morgenochtend laat ik even nog een aantal extra materialen voor je bezorgen die jou les goed ondersteunen”. Opgelucht hangt Janneke even later op. Op maandag ochtend wordt er na het kringgesprek op haar raam getikt. Daar staat de chauffeur van de bibliotheek, die de beloofde extra materialen komt brengen.

Fatima die bij meester Fred in de klas zit leest heel veel. Ze heeft bijna alles al gelezen in de kast die voor haar bedoeld is. Op aanraden van meester Fred gaat Fatima langs bij de bibliotheek. Ze vertelt een beetje verlegen aan Anna dat ze alles al gelezen heeft. Zou Anna nog wat meer voor haar weten? Anna neemt haar mee naar de jeugdhoek en vraagt Fatima welke boeken ze leuk vindt. Samen zoeken ze door de kasten en vinden ze twee boeken die Fatima niet kent. “Als je ze uit hebt”, zegt Anna, “zorg ik dat er weer een paar nieuwe voor je staan. En heb jij ook een tablet?” Fatima knikt, die heeft ze van school te leen gekregen. Ze is er heel trots en zuinig op. “Neem die dan volgende keer ook maar mee” zegt Anna. “Er is een jonge schrijver hier uit Alkmaar die voor kinderen van jouw leeftijd schrijft. Hij is nog maar net begonnen en zoekt proeflezers. Lijkt je dat wat om als één van de eersten een boek te lezen en te vertellen hoe je het vond?” Dat lijkt Fatima wel wat.

Meester Fred, ondertussen, heeft niks met dat hele programma van de bibliotheek. Hij vindt het allemaal maar onzin. Hij kan zich prima zelf redden. Hij gaat braaf elke drie weken met z’n klas op bezoek in de bieb, hij helpt Irma, medewerkster van de bibliotheek, dan ook als ze uitlegt hoe de bibliotheek werkt. Hij kent het klappen van de zweep. Fred is amateurfotograaf en daar gaat al zijn vrije tijd aan op. Lezen doet hij alleen in fotobladen, waar hij zelf lid van is.

Nu hoorde hij wel laatst dat er een nieuw fotobewerkprogramma Photolight is. Dat heeft hij inmiddels gekocht, maar hij kan er niet echt mee over weg. Als hij met zijn klas op bezoek is in de bibliotheek ziet hij dat er een medewerker van de bibliotheek in een andere hoek bezig is met een klein groepje mensen. Ze zijn foto’s aan het bewerken ziet hij. En het lijkt wel erg op Photolight, wat hij zelf heeft gekocht. Terwijl zijn klas lekker bezig wordt gehouden door de Irma ( ja ze doet het altijd wel goed hoor, al kan hij het zelf natuurlijk veel beter) struint hij toch even naar dat groepje cursisten toe. En ja, ze zijn onder begeleiding van een medewerker van de bibliotheek bezig met Photolight. Hij vraagt aan één van de cursisten of het een beetje wil lukken, en of de cursus beantwoord aan zijn verwachtingen. De man kijkt hem licht verstoord aan, maar begint dan heel enthousiast te praten over het cursusaanbod van de bibliotheek. “Leuk man! Je kunt op klassikale zaken intekenen, en je kunt ook met een groepje dat je zelf bij elkaar zoekt aan de bibliotheek vragen om een docent rondom een bepaald thema voor je te organiseren. Helemaal top!” De man zit nu bijna wekelijks bij de bibliotheek. Laatst zat hij nog bij een cursus over het bouwen van een website. Erg leerzaam. En hij zat er nota bene tussen een heleboel ondernemers, zelfstandige professionals. Hij had nooit gedacht dat die nou ook nog gebruik zouden maken van de bibliotheek, maar zie je…. En hij wijst naar drie mensen die in het restaurant zitten… dat zijn alle drie zzp’ers. Die zitten hier lekker te werken en te netwerken. Is de bieb ideaal voor.

Het is inmiddels mei en de CITO resultaten van de school van Arend zijn binnen. Na twee jaar intensief samenwerken met de bibliotheek is hij blij om te zien dat voor het tweede achter één volgende jaar zijn de resultaten omhoog gegaan. De school heeft nu voor het eerst meer aanmeldingen gekregen van nieuwe leerlingen. De leesvaardigheid van de kinderen is met sprongen vooruit gegaan. De leerkrachten hebben meer plezier in hun werk gekregen doordat ze voor de voorbereiding van hun lessen ondersteuning krijgen van de bibliotheek in het integreren van actuele onderwerpen. Met de levering van e-content en boeken krijgen de kinderen ook meer verdiepingsmateriaal aangeleverd. Er zit meer uitdaging in het lesgeven en de kinderen vinden het ook leuker. De bibliotheek heeft zelfs al een paar keer een interessante workshop met een natuurwetenschapper en een striptekenaar georganiseerd voor de school. De kinderen maken ook betere werkstukken en spreekbeurten. De onderwerpen waarover ze het hebben zijn gevarieerder en ze gaan ook meer de diepte in. Al met al is Arend heel tevreden over het besluit dat hij twee jaar geleden met een stevige aarzeling nam. De kosten die hij maakt voor de dienstverlening van de bibliotheek verdient hij door een afnemend ziekte verzuim van zijn leerkrachten en door het toenemend aantal leerlingen dubbel en dwars terug. De bibliotheek levert echt waar voor haar geld.

donderdag 21 juni 2012

Big Hairy Audacious Goal, deel 1

Ik weet dat er een aantal mensen in spanning zitten te wachten op het 'ei' dat het management van bibliotheek Kennemerwaard aan het leggen is als het gaat om hun toekomstvisie. Ik hou jullie nog een klein beetje in spanning.
Maandag 18 juni zat het managementteam van Kennemerwaard opnieuw bij elkaar om te praten over onze toekomstvisie. Onder begeleiding van Floris Hurts, van Avicenna academie voor leiderschap, en onder andere schrijver van “De onmisbaarheidsfactor”. Hij vertelde ons tijdens de ochtenduren het één en ander aan basis, food for thought zo gezegd. En na de lunch gingen we zelf aan de slag.


Wat Floris ons voor de lunch meegaf was het volgende:

Een toekomstvisie, een doel voor de toekomst moet een ‘big hairy audacious goal’ zijn (gebaseerd op het boek “Built to last” James Collins and Jerry Porras). Dat betekent dat je een visie moet bedenken waarvan je het gevoel hebt dat als je je uiterste best doet, dat je het dan net zult kunnen bereiken. Maar alleen als je alles op alles zet. Voor de bibliotheek betekent dat misschien wel een oplossing bedenken zonder boeken.

De droom moet gaan over je klant, welk probleem ga je oplossen voor je kernklant. En hoe groter de horizon die je kiest, hoe kleiner je rol in het totaal. Dus als wij als bibliotheek vinden dat we een rol willen spelen in de behoeftepiramide als het gaat om ‘bijdragen’, wat bovenaan de behoeftepiramide staat en dus pas als laatste op het ‘wensenlijstje’ van potentiele klanten of gebruikers, dan betekent dat dat we een hele sterke droom moeten hebben.

Bij het bedenken van een BHAG is het belangrijk dat je een soort mindmap maakt van je klant. Daarbij is het belangrijk te bedenken of we onze kernklanten wel goed genoeg kennen. En stel dat je kiest voor een instelling als kernklant, moet je ook bedenken wie daar uiteindelijk de eindgebruiker is.

Wij hebben een tijdje geleden al binnen Kennemerwaard gekozen om ons de komende jaren meer te gaan richten op het onderwijs. Dat wil niet zeggen dat we niets meer gaan doen voor onze andere klanten. Maar het betekent wel dat we onze dienstverlening voor het onderwijs ‘state of the art’ willen gaan maken. Zodanig dat medewerkers van scholen, kinderen, ouders, grootouders zo enthousiast worden over de bibliotheek dat dit maakt dat zij ook gebruik van de bibliotheek gaan maken.

Ons motto: wij maken (laten) leren leuker, beter, effectiever.


Over wat voor soort dienstverlening hebben we het dan over 5 tot 10 jaar?

De bibliotheek levert content voor de hardware van scholen, we leveren met een prijsvoordeel. Als de school wil kunnen wij ook de hardware (tablets) leveren met een prijsvoordeel. De bibliotheek is 7 dagen per week van 7 uur ’s ochtends tot 24.00 uur bereikbaar voor leerkrachten. De bibliotheek levert zijn diensten via cross-channeling (fysiek en digitaal) en op de smartphone (of diens opvolger). De dienstverlening die we leveren is gepersonaliseerd, we kennen de behoeften van onze klanten en tippen ze over activiteiten, interessante publicaties over hun interesses. Verder hebben we ook gepersonificeerde diensten. De medewerker van het onderwijs weet welke medewerker hij voor welk probleem of vraag kan benaderen. Wat de bibliotheek levert is ‘sexy basaal’, het valt onder ‘need to have’, zonder de dienstverlening van de bibliotheek tel je niet mee.

De dienstverlening van de bibliotheek is gemakkelijk, je hebt geen gedoe. Beetje te vergelijken met de HEMA. Als je de bibliotheek een vraag stelt is er direct contact en reactie en binnen 4 uur heb je antwoord.


De bibliotheek levert gestandaardiseerd maatwerk; dienstverlening aan het onderwijs is modulair uit te bouwen. De bibliotheek heeft een bezorgdienst. Het is verwelkomend voor de klant. Je voelt je uitgedaagd door de bibliotheek om meer te willen weten, meer te willen leren. Je wilt erbij horen als klant. En er is altijd iets nieuws te doen. De dienstverlening van de bibliotheek voelt als iets heel vanzelfsprekend.

De uitwerking van alles wat we willen bereiken voor onze kernklant, het onderwijs, moet zo’n stevige basis hebben en zo’n spin off dat we heel makkelijk ook dienstverlening voor andere partijen kunnen bieden. Soms door hetzelfde te bieden maar dan iets anders verpakt, soms door de accenten net iets anders te leggen zodat ze aansluiten bij hun behoeften. En dat hoeft niet moeilijk te zijn omdat we onze klanten goed kennen en ons in hen kunnen verplaatsen. We praten met ze, we betrekken ze bij onze dienstverlening.
Hoe je dat nu als een verhaal kunt vertellen, dat laat ik jullie morgen weten ;-) En dan hoop ik natuurlijk op heel veel reacties!

vrijdag 15 juni 2012

Keuzes maken deel 4

Het feuilleton met de uitwerkingen van wat onze medewerkers dachten als ze naar de toekomst van de bibliotheek kijken gaat verder. Dit is wat de medewerkers die in Alkmaar aanwezig waren zeiden over wat de bibliotheek de komende twee jaar wel moet gaan doen. En mijn opmerkingen er weer bij in cursief.


Op het technische vlak de volgende zaken:

Goed werkende apparatuur en 100% zelfbediening, publieksschermen met heldere en goed toegankelijke links (ook voor laaggeletterden), op de pilaren aanraakschermen waarop je iets verteld wordt, werken met QR codes.

We zullen blijven investeren in goede apparatuur. Het is een blijvende bron van aandacht, zorg en er boven op blijven zitten. Meer werken met grote informatieborden is een wens, en daar zullen we middelen voor vrij moeten maken. We zullen moeten investeren in de functionaliteit van onze website, zodat deze ook hardop uitgesproken kan worden. We streven er naar om met de invoer van de nieuwe inrichting in Alkmaar Centrum naar 100% zelfbediening door de klant te gaan.

Over het fysiek van de bibliotheek werden de volgende zaken genoemd: stilteruime voor studie maken, een lunchroom of koffiecorner, de draaideur weg halen.

In de plannen voor de herinrichting denken we er over na hoe dat goed vorm zullen gaan geven. Stilteplekken zijn echt belangrijk in de bibliotheek, naast plekken waar een beetje lawaai of reuring niet erg zijn. Een koffiecorner gaat er komen, de gesprekken zijn al gaande met een ondernemer. De draaideur is ook mij een doorn in het oog, en we zijn aan het kijken of het financieel haalbaar is om de deur weg te halen en te vervangen door een schuifdeur.

Ten aanzien van de klanten, onze dienstverlening: opvallend aanwezig zijn bij evenementen, tevreden klanten hebben, houden en krijgen.

We gaan steeds meer naar buiten, op zoek naar onze klanten en potentiële klanten. Dat kan altijd nog beter, en dat kost dan ook menskracht. Dus daar zullen we keuzes in moeten maken. Tevreden klanten hebben en krijgen hebben we met elkaar in de hand. Door goed te meten en te weten welke behoefte er is bij de klant. En dan niet alleen de gekende klant die komt voor specifieke boeken, cd’s of andere onderdelen van de collectie. Het gaat juist om de dienstverlening aan klanten die zich niet zo laten gelden. Die moeten we ook op zoeken. Want daar zitten mensen die potentiële afhakers zijn.

Wat betreft onszelf, wij als collega’s en als leidinggevenden: meer teamwork, betere collegialiteit, inspirerende leiding en geïnspireerd personeel, meer eigen verantwoordelijkheid per vestiging, een floormanager per vestiging, collectieaanschaf in eigen hand houden.

Dat hebben we allemaal zelf in de hand. Nieuwsgierigheid naar elkaar, feedback geven en krijgen om elkaar te helpen, volgens mij is dat een pad wat we nu al een aantal jaren aan het bewandelen zijn. Dus laten we vooral doorgaan op die weg. Laten we elkaars kwaliteiten zien en niet focussen op de dingen waar we niet goed in zijn. En tegelijkertijd, we hebben een gezamenlijk missie en visie. Als je die niet deelt, dan is er geen ruimte in onze organisatie om met je ‘eigen feestjes’ bezig te gaan. Dan is het verstandiger om op zoek te gaan naar een baan waarin je wel je talenten kwijt kunt.

We regelen een flink aantal zaken bovenlokaal, op Kennemerwaard niveau. Omdat dat slimmer is en efficiënter, omdat we één beleid voeren. Tegelijkertijd zijn er best een aantal zaken die je lokaal kunt afspreken en verantwoordelijkheid voor kunt dragen. Als je daar ideeën over hebt leg ze neer bij je leidinggevende, zodat die er over na kan denken en er mee aan de slag kan. Als we alle vestigingen hebben omgeturnd naar de retailformule dan horen daar ook floormanagers bij. Dat is alleen niet iemand die voor alle klussen aan te spreken valt. Lokaal meer zaken zelf regelen en oplossen kunnen we nu al mee beginnen. Een floormanager is degene die kijkt als meewerkend voorman of - vrouw of in de vestiging de collectie wel goed loopt, of er wel voldoende nieuwe leden worden binnen gehaald. De floormanager stuurt op de van te voren met elkaar vastgesteld resultaten.

De aanschaf van boeken en andere materialen doen we nog gewoon zelf. Op basis van profielen wat nodig is voor een vestiging. Die profielen stellen we zelf op en zullen we zelf blijven opstellen. We zijn wel aan het kijken of de aanschaf op basis van die profielen efficiënter kan, en tegelijkertijd zal er altijd een gedeelte van de aanschaf uit lokale titels blijven bestaan. Dus die aanschaf blijven we in eigen hand houden.

Over abonnementen werd ook iets gezegd: jongerenabonnement, korting voor 65+ opheffen, minder Alkmaarpas korting.

Het is een mooie opdracht voor onze marketingmedewerker om uit het woud van vragen en opmerkingen een samenhangend verhaal te maken, waarbij we ook een bepaald bedrag aan contributies binnen moeten gaan halen. Om voor jongeren een soort overgangstarief te maken is sympathiek. En ook voor ouderen geldt dat we goed moeten kijken of we niet met het aanslaan van goed gesitueerde ouderen ook niet de mensen treffen die van een klein pensioentje en AOW rond moeten komen. Gelukkig hebben gemeente Alkmaar en Heerhugowaard een regeling voor deze kansarmen in de maatschappij. Maar Castricum en Bergen kennen zo’n maatregel niet en dus treffen we die inwoners wel als we het tarief voor 65+ gelijk trekken met de gewone leners.

En dan nog een aantal zaken die echt nieuw zijn, of in ieder geval niet heel standaard: kunnen we in de toekomst taken overnemen van de Kamer van Koophandel en bijvoorbeeld cursussen aanbieden voor jonge ondernemers; kunnen we meer met het begrip duurzaamheid gaan doen en dat beter uitdragen, kunnen we flexplekken aanbieden als een betaalde faciliteit voor zelfstandige professionals.

Het is leuk dat er nu echt nagedacht wordt over wat wij voor ondernemers kunnen bieden. Daar gaan we de komende tijd echt mee bezig. Er zijn al wat gesprekken gaande, en er liggen echt mogelijkheden. Mogelijkheden voor keine vergaderplekken, flexwerkplekken, maar ook voor ondersteuning van ondernemers door ze cursussen in het digitale terrein aan te bieden. Door ze met spreekuren te ondersteunen.


Duurzaamheid is een thema dat we nog beter kunnen uitdragen. In Heerhugowaard en Castricum doen we dat al, in Alkmaar en Bergen liggen er nog mooie kansen voor samenwerking.

Er liggen mooie kansen in het verschiet. Ik ben erg benieuwd hoe we aan al die ambities vorm gaan geven.







donderdag 14 juni 2012

Keuzes maken deel 3

Ons rondje langs de vestigingen begon in Bergen en werd vervolgd in Alkmaar. Ook daar een groep betrokken medewerkers die graag wilden meedenken over wat we wel en niet meer gaan doen.


Dit willen de medewerkers niet meer gaan doen (en mijn commentaar er bij)

Bibliotheek voor de elite (duur), en een bibliotheek alleen voor de grote massa:

Dat zijn we nu ook niet. We zitten qua prijs voor een groot abonnement en basisabonnement wel zo’n beetje aan de grens van wat zo mooi “prijselasticiteit” heet. Dus bij het vinden van meer inkomsten zullen we echt goed moeten kijken wat we er tegen over kunnen zetten. Met onze abonnementstarieven en met ons aanbod qua collectie en activiteiten zullen we zodanig moeten variëren dat we een zo groot mogelijke groep kunnen aanspreken. Dat is wat we zelf willen, dat is wat de politiek van ons vraagt. Bibliotheek is ‘main stream’ met uitschieters in eigenwijze programmerin, discussies en debatten en prikkelende titels.

Over de collectie een aantal opmerkingen die ik cluster: niet vereenzelvigen met de collectie, afstand nemen van de collectie. Onfrisse onoverzichtelijke collectie, bibliotheek zonder boeken. Geen eenheidsworst (geen HEMA maar wel de kwaliteit van de HEMA)

We zitten midden in een veranderingstraject waarbij we het spanningsveld op zoeken van meer aansluiten bij de gekende behoefte van onze klanten en het willen verrassen en verdieping bieden voor de niet gekende behoefte van de burger en klant. Daar zit een spanningsveld dat door de collega’s mooi is benoemd. De één wil vooral meer nieuwe titels, niet een breed aanbod, de ander heeft het idee dat we afkoersen op een bibliotheek zonder boeken. Beide zijn niet waar. Zeker voor een grote vestiging als Alkmaar Centrum is het een breed aanbod bieden, met daarin ook heel veel titels die de klant verdieping bieden. Voor de kleinere vestigingen echt aansluiten bij de recreatieve behoefte van de klant, dus een smallere collectie, actueel en aantrekkelijk. Grappig de vergelijking met de HEMA. Want de HEMA maakt dusdanige artikelen dat ze in ieder Nederlands huishouden volgens mij met een artikel aanwezig zijn. Dus als wij HEMA kunnen worden met doordringen in ieder huishouden doen we het heel erg goed. Een mooie opdracht!

De hele dag staan

Tot nu toe voeren wij veranderingen altijd door met het belang van de klant voorop. Daarbij kijken we heel goed wat haalbaar is voor ons personeel. Dus als een hele dag staan niet gaat, gaan we kijken hoe we zaken anders kunnen regelen, of dat we de medewerker iets anders kunnen bieden.

Werkeloos worden

Tja, het klinkt erg flauw, maar dat heb je als medewerkers gedeeltelijk zelf in de hand. Los van bezuinigingen is het belangrijk dat je je zelf bijschoolt, bijblijft op ontwikkelingen. Als je dat doet is het geen garantie dat je in bezuinigingen buiten schot zult blijven, maar de kans is wel kleiner. Het bevechten van bezuinigingen is mijn taak. En daar ga ik vol voor. Tot nu toe is het goed gelukt om bezuinigingen bij te draaien en de gemeenten te overtuigen van nut en noodzaak van de bibliotheek.

Ook over de klanten een aantal opmerkingen die ik cluster: dat de klant binnenkomt zonder gezien te worden, ontevreden klanten, dat de klant weg gaat zonder materiaal.

Een mooie opdracht aan ons allemaal. Dat hebben we als medewerkers zelf in de hand.

Apparatuurproblemen

Een voortdurende bron van aandacht. Geheel foutloos zal het wel nooit worden, want apparaten gaan wel eens stuk. En tegelijkertijd moeten we zorgen dat apparaten het doen en dat we geld hebben om zaken te vervangen.

Onaantrekkelijk voor jongeren, geen suf en saai imago.

Ook dat hebben we zelf in de hand. We zijn zelf aan zet als we geen suf en saai imago willen hebben. We kunnen zelf het beste zorgen dat we als modern, aantrekkelijk, innovatief etc bekend staan door het uit te dragen. Dan worden we ook aantrekkelijk voor jongeren. Dus een mooie huiswerk opdracht voor ons allemaal, naast een opdracht om te kijken hoe we samen met jongeren onze collectie, inrichting, programmering aanpassen om aan te sluiten bij hun behoeften.

Daklozenopvang

Dat zijn we niet. De bibliotheek is een openbaar gebouw, met alle voordelen en nadelen die daar aan vast zitten. Mensen die overlast veroorzaken kun je naar buiten zetten. En anders zijn we gastvrij voor een ieder en dragen dat ook uit.

Gebouw niet schoon

Klachten over het gebouw geef je door aan je teamleider. Die kan kijken wat er nog aangescherpt kan worden in de schoonmaak. En verder zijn we met z’n allen ook verantwoordelijk voor het opruimen van (kleine) rommel, papier etc.

Bibliotheek marginaal verschijnsel

Dat waren we niet van plan. We zijn nu niet marginaal, ongeveer 50-60% van de bevolking komt wel eens in de bibliotheek. Al onze vestigingen te zamen worden meer dan een miljoen keer bezocht. Onze website is in 2011 werd meer dan 260.000 bezocht. Hoe zo marginaal?

Erna

vrijdag 8 juni 2012

Visie op de branche, het valt nog niet mee

Gisteren werd in de ledenvergadering van de VOB de branchestrategie aangenomen. Met één tegenstemmer. Ik dus. Ik heb een hartstochtelijk pleidooi gehouden voor passie en bevlogenheid. Ik heb gevraagd om een stuk te schrijven waarbij ik het clubgevoel krijg. Want de VOB is een vereniging. En met z'n allen moeten we voor de cup met de grote oren willen gaan. We zouden iets moeten opschrijven waarvan we met z'n allen zeggen: YES! hier gaan we voor. Dit zijn wij, dit is wie wij willen zijn.
Er staat niets 'fouts' in de branchestrategie, maar het inspireert mij niet en ik heb niet het gevoel dat ik uitgedaagd word om een grootse en meeslepende droom na te jagen. Ik voel me niet aangesproken op mijn idealisme.

Nu schijnt tijdens de ochtendbijeenkomst de belofte te zijn gedaan, die ook 's middags door de voorzitter werd herhaald, dat er een nieuwe wervende tekst zal komen. Met die belofte ben ik blij, en toch heb ik tegen gestemd. Want wat ik verder ook vind van de branchestrategie, ik mis de droom. Er is geen ideaal beschreven waar we met z'n allen naar toe willen werken. En dat vind ik een gemiste kans. Ik wil een stuk waarvoor ik op de barricaden wil klimmen, waarvoor ik met vlag en vaandel als een Marianne naar het Malieveld of naar het lokale stadhuis wil trekken, gevolgd door een stoet medebibliothecarissen.


Marianne, Delacroix

Nu moet ik in alle eerlijkheid bekennen dat het schrijven van een inspirerend stuk niet meevalt. Ik heb er voor onze bibliotheek een poging toe gedaan. Die tekst heb ik gepoogd om te zetten naar een visie voor de branche. En hij kan beter, scherper , inspirerender, gepassioneerder. Dus wie helpt de branche verder en de tekstschrijvers die aan het werk moeten gaan om van de oorspronkelijke tekst iets aansprekends te maken.

Visie op de branche, een aanzet, een idee, een droom


De vereniging openbare bibliotheken is in 2016 een niet weg te denken vereniging op het landelijk speelveld. Landelijk zorgt de VOB dat bij vraagstukken rondom de kenniseconomie en burgerschap de bibliotheek als belangrijke partner in de bevordering van kennis en kunde voor en door burgers erkend en bevorderd wordt. De VOB ondersteunt daarmee de lokale en provinciale bibliotheken en hun gezamenlijke netwerk.



Over vier jaar is het onderscheid tussen digitaal en fysiek lenen komen te vervallen. De verschijningsvorm van informatie wordt niet meer als relevant beschouwd. De bibliotheek heeft het recht om informatie uit te lenen en beschikbaar te stellen ten behoeve van een leven lang leren, onafhankelijke besluitvorming en culturele ontwikkeling. Dat recht wordt door alle spelers in het informatie erkend. Het gaat om informatie die  in schrift, beeld en geluid is gevat en in de hoofden van mensen. De bibliotheek is het platform, het kennisknooppunt waar al deze kennis samenkomt en opnieuw wordt gedeeld en vermeerderd. De bibliotheek maakt de samenleving slimmer, betrokken, vriendelijker, kritischer, vrolijker.



Provinciaal zijn de serviceorganisaties met elkaar gefuseerd of opgegaan in netwerkorganisaties. Door met elkaar de komende vier jaar vergaand samen te werken en versterking van provinciale krachten is aan het eind van de beleidsperiode een natuurlijke samensmelting van serviceorganisaties ontstaan. Deze nieuwe organisaties zijn onderdeel van het netwerk van lokale bibliotheken. Zij kennen de behoefte van de lokale bibliotheken en spelen een cruciale rol in de innovaties en uitrol van vernieuwingen. Zij stimuleren en enthousiasmeren lokale bibliotheekdirecteuren en medewerkers om in netwerkverband de burger en klanten van de bibliotheek met aansprekende dienstverlening aan zich te binden. De provinciale serviceorganisaties leveren aan lokale bibliotheken diensten ten behoeve van dienstverlening aan bedrijven.



Lokaal zijn de bibliotheken in elke gemeente vertegenwoordigd. Die gemeenten die de afgelopen jaren besloten hebben om vestigingen te sluiten, hebben door het aansprekende en prikkelende bibliotheekwerk in nabij gelegen gemeenten de bibliotheekorganisatie gevraagd om nieuwe dienstverlening op te zetten waarmee de lokale economie, burgers en onderwijs ondersteund worden in hun behoefte zich zelf te ontwikkelen. De missie van de bibliotheek, zoals door de branche vastgesteld, wordt in alle gewesten gekend, gehoord en onderschreven. Lokaal zijn bibliotheken verschillend in hun verschijningsvorm, en sluiten daarmee altijd aan bij de lokale behoefte van burgers en van klanten. De bibliotheek is een inspirerende organisatie die klanten en burgers uitdaagt om het beste uit zichzelf te halen en dat ook te delen met anderen.



Lokale ondernemingen gebruiken de bibliotheek meer en meer als trainingsinstituut voor hun medewerkers. De bibliotheek heeft de kennis en kunde medewerkers van ondernemingen te scholen in het zoeken en beoordelen van informatie én om ze te scholen in het gebruik van sociale media of hun opvolgers. De bibliotheek is een lichtend voorbeeld door midden in de samenleving te staan en bedrijven willen zich graag associëren met de lokale bibliotheek. De bibliotheek benadert instellingen en bedrijven en wordt zelf benaderd. De lokale bibliotheek wordt hierin ondersteund door en werkt samen met het provinciale netwerk en de provinciale serviceorganisaties.



Wij als branche, als collega’s (directeuren) creëren met elkaar een cultuur waarin we van en met elkaar willen leren. We willen elkaar inspireren, prikkelen en passioneren en we willen elkaar door het geven van feedback verbeteren. Als branche hebben wij een lerend vermogen en leren we van reflectie. Wij zijn bereid om naar ons zelf te kijken, en we zijn bereid om elkaar te helpen.