maandag 24 februari 2014

Haantjesdrift ;-)

In de ronden die we afgelopen jaar met jaar langs diverse raadsfracties hebben gemaakt valt me keer op keer op dat bijna niemand zich realiseert hoe groot het bereik van de bibliotheek is. Politici , beleidsambtenaren, vrienden, familie, op verjaardagen, feesten, partijen, heel vaak krijg je te horen dat de bibliotheek toch niet meer van deze tijd is. Dat het een aflopende zaak is, dat niemand toch meer de bibliotheek bezoekt? Alles kan toch digitaal en meer van dat soort platitudes. Vorig jaar nog, toen we hier in Alkmaar aan het Cultuurplein bezig waren met een gezamenlijk marketingplan en we onze bedrijfsgegevens moesten doorgeven. De marketingmedewerker van één van de andere instellingen viel ongeveer van haar stoel van verbazing. Echt waar? meer dan 300.000 bezoekers in de vestiging hier aan het Canadaplein? Ja echt waar!
Elke keer verwonder ik me er over hoe het toch kan dat niemand weet hoe groot de bibliotheek is, en hoeveel mensen zij bereikt, en wat zij allemaal voor mensen betekent. Het moet onze bescheidenheid zijn, onze instelling dat we gewoon ons ding doen, dat we dat ook vanzelfsprekend vinden. En zo kan het voorkomen dat je over het hoofd wordt gezien:

Op 14 februari stond er onderstaand bericht in het Noord-Hollands Dagblad over de cultuurmakelaar.


Daar stond het weer eens: de drie grootste culturele instellingen in de regio. Het theater, stedelijk museum Alkmaar en Kranenburgh in Bergen. Alle drie instellingen van naam en faam, met een eigen bereik. Maar geen van allen de grootste in de regio. En toen ben ik in de pen geklommen en heb de krant de volgende brief gestuurd, die vandaag geplaatst is in het Noord-Hollands Dagblad.

Bibliotheek geen culturele instelling? Of: Wie is de grootste?

Afgelopen vrijdag stond in de krant een interview met Karin Geelink, de cultuuraanjager voor de regio Alkmaar. Daarin stond een prikkelende uitspraak, waarin zij meldde dat ze werkt voor de drie grootste culturele instellingen van de regio: Theater de Vest, Stedelijk Museum Alkmaar en Kranenburgh. Nu ben ik benieuwd waaraan Karin Geelink dat afmeet. Aantal vestigingen, begroting, bereik onder de bevolking, aantal bezoekers? Bibliotheek Kennemerwaard heeft 12 vestigingen, werkt voor 4 gemeenten in de regio (Alkmaar, Heerhugowaard, Castricum en Bergen), bereikt ca. 50-60 % van de bevolking, ongeveer 25% van de bevolking heeft een lidmaatschap, trekt in al haar vestigingen meer dan 900.000 bezoekers per jaar. Ter vergelijking voor de genoemde collega-instellingen: De Vest: 150.000 bezoekers, Stedelijk museum: 50.000 bezoekers, en Kranenburgh, net heropenend, haalde in hun beginjaar 20.000 bezoekers en streeft naar 47.000 bezoekers in 2017. Ik wil ook onze collega-instelling Artiance met 42.000 bezoekers en 28.000 bereikte leerlingen in het onderwijs hier niet onvermeld laten. Met deze culturele instellingen en met nog veel meer in de regio werkt de bibliotheek gelukkig goed samen, en ook met de cultuuraanjager is de eerste afspraak al gemaakt voor samenwerking. Het kan zijn dat Karin Geelink de bibliotheek geen culturele instelling vindt, of dat ze niet goed is voorgelicht. Maar ik durf de stelling wel aan dat de bibliotheek de grootste culturele en/of publieke instelling is in de regio!

Vanaf vandaag ben ik klaar met bescheidenheid, een mooie deugd, maar niet als het gaat om de bibliotheek. Groots zijn we, met een heel groot bereik, van jong tot oud, van rijk tot arm, tot leringh ende vermaak, we geven ze een mooie vrijetijdsbesteding, we maken mensen wijzer, en daar zijn we vreselijk trots op! Vanaf vandaag zal ik van de daken roepen tot het tegendeel bewezen wordt: Wij zijn de grootste! 

vrijdag 21 februari 2014

Medicijn of placebo, de bibliotheekwet

Er is al veel geschreven over het wetsvoorstel openbare bibliotheken. Zelf heb ik de tekst en de memorie van toelichting meerdere keren gelezen. En elke keer vraag ik mij af waar nou precies de zere plek zit. Want het wringt en het schuurt. Er staan veel mooie woorden in de wet, en toch... ik voel me er niet helemaal lekker bij. En waar zit dat nou in?

Ik ben tot de volgende conclusie gekomen: het zit hem in het taalgebruik. Het door elkaar gebruiken van woorden als taak en functie. En het ontbreken van het woord Doel of doelstelling in de zin van waarvoor de bibliotheek nu precies voor opgericht is, en waarvoor de bibliotheek in de toekomst zal dienen.

Het woord 'taak' wordt vaak gebruikt. Eerst maar Van Dale geraadpleegd: taak (de; v(m); meervoud: taken): werk dat iemand is opgelegd.  
De belangrijkste plek waar we dit woord terugvinden is in artikel 4. 
"Artikel 4. Publieke waarden
Een openbare bibliotheekvoorziening heeft een publieke taak die zij voor het algemene publiek vervult op basis van de waarden onafhankelijkheid, betrouwbaarheid, toegankelijkheid, pluriformiteit en authenticiteit."

Wat die publieke taak is wordt verder uitgewerkt in de functies, in artikel 5.

Opnieuw Van Dale geraadpleegd:
func·tie (de; v; meervoud: functies): werking: (zoals de werking van de maag). Het woord functie komt op verschillende plekken terug in de tekst (en ook in de kamervragen nav van de wettekst). De belangrijkste plek waarop dit woord wordt gebruikt is in het onderstaande artikel.

"Artikel 5. Bibliotheekfuncties
Een voor een ieder toegankelijke openbare bibliotheekvoorziening omvat in ieder geval de volgende functies:
a. ter beschikking stellen van kennis en informatie;
b. bieden van mogelijkheden tot ontwikkeling en educatie;
c. bevorderen van lezen en het laten kennismaken met literatuur;
d. organiseren van ontmoeting en debat; en
e. laten kennis maken met kunst en cultuur."

Als ik dit analyseer dan zou je kunnen zeggen dat het woord 'functie' hier niet helemaal juist gebruikt wordt. B en C van het artikel kun je uitleggen als de (uit)werking van een activiteit die de bibliotheek ontplooit. Maar a, d en e straalt passiviteit uit, is aanbodgericht. Er wordt niet gesproken over wat de werking hiervan zou kunnen zijn. Bij het ter beschikking stellen van kennis en informatie wil je als overheid volgens mij bereiken dat je goed geïnformeerde burgers krijgt, die bij kunnen dragen aan de maatschappij, die weloverwogen keuzes kunnen maken, die mee doen aan de democratie. Bij D wil je dat mensen kennis delen, leren zich een mening te vormen en die te uiten (weer die democratie en goed geïnformeerde burgers). Bij E wil je als overheid dat mensen zich cultureel kunnen verbreden, dat ze een gelukkig kunnen worden van kunst en cultuur, de vreugde beleven van een mooi muziekstuk, een prachtig gedicht, zich vragen gaan stellen bij een beeldhouwwerk of schilderij.

En dan het ontbreken van het woord 'doel' in relatie tot de openbare bibliotheek. Het woord staat wel in de tekst, maar niet in relatie tot die lokale openbare bibliotheek, of ik heb er over heen gelezen.

Ook voor dit woord citeer ik eerst weer Van Dale:
doel (het; o; meervoud: doelen): datgene wat je wilt bereiken: zich iets ten doel stellen

Iets over doel en doelstelling kun je terugvinden in het stuk dat gaat over de publieke waarden van de bibliotheek. 
"De publieke waarden van de openbare bibliotheek
De openbare bibliotheek is begin 20e eeuw ontstaan in een tijd van informatieschaarste. Als maatschappelijk antwoord daarop hebben openbare bibliotheken brede collecties van fysieke informatiedragers opgebouwd, die tijdelijk ter beschikking kunnen worden gesteld aan leden. Met hun brede publieksbereik en algemene toegankelijkheid spelen de openbare bibliotheken een belangrijke rol bij de verspreiding van informatie, kennis en cultuur. De overheidsbemoeienis bij het openbare bibliotheekwerk heeft zijn basis in algemene zin in artikel 7 van de Grondwet, in samenhang met artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en artikel 19 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM). Deze artikelen waarborgen de vrijheid van meningsuiting en impliceren daarbij de mogelijkheid voor iedere burger kennis te kunnen nemen van informatie. In het Manifest over de openbare bibliotheek heeft de Unesco deze algemene principes vertaald naar opdrachten aan de overheden en aan de bibliotheeksector.6 Deze algemene beginselen hebben hun neerslag gekregen in de bestaande bibliotheekbepalingen. In de wetsgeschiedenis van deze bepalingen wordt de openbare bibliotheek gepositioneerd als publieke toegangspoort tot informatie, educatie en cultuur. De openbare bibliotheek onderscheidt zich daarbij fundamenteel van andere aanbieders van informatie door te functioneren vanuit een aantal publieke waarden: betrouwbaarheid, onafhankelijkheid, authenticiteit, pluriformiteit en toegankelijkheid. Deze publieke waarden zijn zowel op het fysieke als op het digitale domein van toepassing."

Deze toelichting op de waarden van de bibliotheek zijn er onder andere op aanraden van de Raad van Cultuur in gekomen. Er wordt verwezen naar de grondwet en het recht op vrije meningsuiting. De implicatie dat hierbij ook vrije toegang tot informatie wordt nog eens genoemd. En daar wringt volgens mij de schoen. Er is nergens in de tekst van de wet of de memorie van toelichting een uitleg waarom het zo belangrijk is om die vrije toegang tot informatie te behouden. Er wordt nog wel ergens gewaarschuwd dat als de digitalisering verder gaat er het gevaar bestaat dat bepaalde groepen in de maatschappij verstoken zullen blijven van goede informatie. Wat het gevaar daarvan is, democratisch en economisch, wordt nergens uitgelegd.
www.studiodegarnaal.nl

In deze tijden waarin aan bibliotheken, terecht, steeds meer wordt gevraagd om het maatschappelijk nut en de waarde aan te tonen zou het mooi zijn als de wetgever daar vanuit een diepgevoelde democratische en economische visie,  het voortouw zou nemen. En mooie voorzet wordt gegeven in het rapport Cohen. Misschien hoort een visie niet in een wettekst, geen idee of er een visie op onderwijs in diverse onderwijswetten staat. Een visie op de samenleving zit volgens mij wel verwoord in de Participatiewet,  het kan dus wel. Ik vraag me af of als je als overheid onvoldoende scherp formuleert wat je beoogt te bereiken aan maatschappelijke opbrengst via de bibliotheek of je dan niet een placebo toedient in plaats van een geneesmiddel. En ja natuurlijk, als je hard genoeg gelooft dat je een medicijn hebt gekregen in plaats van een 'verguld' pilletje, dan voel je je in sommige gevallen misschien toch beter. Ik wil de Tweede Kamer en het ministerie en VNG oproepen om toch vooral in te zetten op een goed stelsel, met daaraan gekoppeld een maatschappelijke opdracht en opbrengst. Want goed bibliotheekwerk kan de maatschappij echt beter maken!


vrijdag 7 februari 2014

Persoonlijke impact van de bibliotheek op de levens van mensen

De afgelopen tijd is er veel aandacht voor de maatschappelijke meerwaarde van de bibliotheek. We moeten een goed verhaal hebben naar de politiek, waarom geld steken in de bibliotheek. Wat kan de bibliotheek bijdragen aan het oplossen of voorkomen van allerlei maatschappelijke problemen. Kansen liggen er op het gebied van de 3D, de decentralisaties vanuit het rijk Jeugdzorg, WMO zorg en Participatiewet.

Het rapport Cohen biedt een flinke steun in de rug aan bibliotheekdirecteuren die zich moeten oriënteren op de toekomst van bibliotheken. De wet op het bibliotheekwerk, en met name de memorie van toelichting bieden ook handvatten. Er staat iets in over de maatschappelijke functie van de bibliotheek, over haar taken en functie in deze tijd. Lezen, leren en informeren in combinatie met ontmoeting en debat en kunst en cultuur. De rol van de bibliotheek als het gaat om de vrije toegang tot informatie, en daarmee bijdragend aan de kenniseconomie wordt onderschreven. Er liggen ook hier genoeg aanknopingspunten om mee aan de slag te gaan, al staat er niet voldoende in om de VNG er van te overtuigen dat een bibliotheek een noodzakelijke voorziening is in je gemeente.

Dat legt de bal van het overtuigen van die gemeente bij de lokale bibliotheekdirecteur. Je kunt mooie berekeningen maken van Social Return on Investment. Gemeenten worden helemaal blij als je kunt uitrekenen dat voor elke euro die in de bibliotheek wordt gestoken, je er op termijn misschien wel 3 of 4 bespaart. Welke bijdrage levert de bibliotheek aan het bestrijden van laaggeletterdheid, het SIOB heeft daar al een mooie monitor voor gemaakt. Wij hebben voor onze gemeenten een mooi overzicht aan prestaties die we relateren aan onze behoeftepiramide. Daarin maken we inzichtelijk wat we leveren, maar veelal in kwantitatieve zin. Pas dit jaar hebben we ook een kwalitatief element opgenomen, waarin we meten hoe de tevredenheid is onder onze deelnemers aan activiteiten. Dat zegt al iets meer. Maar ja, wat is nou het effect. Wat is nou de waarde van wat wij doen? Het beste werkt naar mijn idee een mix van kwantitatief en kwalitatief. Cijfers met mooie, persoonlijke verhalen erbij.

Als je nou wilt weten hoe de maatschappelijke waarde wordt ervaren onder je gebruikers, dan moest je dat maar gewoon eens vragen dachten we toen hier in Kennemerwaard. In ons laatste klanttevredenheidsonderzoek hebben we die vraag dus aan onze leden gesteld. Wat vinden zij de maatschappelijke meerwaarde van de bibliotheek, wat doet de bibliotheek (voor) hen?

Door het lidmaatschap van de bibliotheek    ZMO                  MO                 ME          ZME *
kan ik mezelf beter vermaken                        9,0%                 17,4%          55,2%     18,3%
kan ik gebruik maken van computer, mail      33,1%                42,6%          21,2%      3,1%
kan ik gebruik maken van sociale media        34,3%                45,3%          17,6%      2,7%
ben ik weer gaan leren / studeren                  33,3%                49,7%          15,1%      1,9%
ben ik wijzer geworden                                 12,7%                17,8%          58,7%     10,9%
ben ik met andere mensen in contact gekomen 31,1%             50,1%        17,0%      1,8%
ben ik me minder alleen gaan voelen                37,3%             52,3%            9,0%       1,4%
kan ik beter zelfstandig voor mezelf zorgen      38,2%              51,3%           8,9%       1,6%
heb ik informatie gekregen over activiteiten
binnen de gemeente                                        28,9%              43,7%           25,5%       2,0%
ben ik meer activiteiten binnen de gemeente
gaan bezoeken                                               32,9%              52,2%          13,4%       1,5%
bezoek ik meer andere organisaties als museum,
theater, etc                                                     32,1%             50,4%            15,5%       2,0%
ben ik sneller op de hoogte van specifieke
informatie van de omgeving                             30,3%            46,1%           21,7%       2,0%
ben ik lid geworden van andere organisaties    36,8%            57,3%            4,9%        1,1%
voel ik me meer betrokken bij de omgeving     31,4%            46,6%             20,3%      1,8%
voel ik me meer opgenomen binnen de
omgeving                                                        33,7%            51,5%             13,2%     1,6%
ervaar ik meer saamhorigheid binnen de
omgeving                                                        33,4%            51,9%             13,1%     1,6%
ben ik actiever binnen de omgeving                  34,5%           54,4%             9,6%      1,5%
heb ik snel de juiste weg binnen de gemeente
weten te vinden                                               33,8%            52,6%            12,0%        1,5%

*ZMO=Zeer mee oneens, MO= Mee oneens, ME= Mee Eens, ZME= Zeer mee eens

Ik word van bovenstaande antwoorden heel erg blij! Dat de bibliotheek hoog scoort als het gaat om vrijetijdsbesteding, het recreatieve lezen, dat wisten we natuurlijk al. Maar dat bijna 70% van onze leners vindt dat ze wijzer worden van de bibliotheek! Dat noem ik nou maatschappelijk rendement!

We gaan de komende tijd bezig met ons nieuwe beleidsplan voor 2015-2018. Interessant zal zijn om te zien of de keuzes die wij maken ook invloed gaan hebben op de antwoorden die mensen gaan geven op bovenstaande vragen. Als wij meer aandacht gaan geven aan informatie delen, ook van mens tot mens, als we meer activiteiten gaan doen op het gebied van taalvaardigheden en informatievaardigheden dan moet dat een verschuiving in de scores tot stand gaan brengen. Ik vind veel van de  bovenstaande scores al heel erg mooi, maar we gaan voor hoger!