3 april
Hussam staat ons al weer op tijd op te wachten. Vanaf nu
reist hij met ons mee, en slaapt dan op de plek waar wij ook zijn. Voordat we
vertrekken worden we aangesproken door de manager van het hotel. Of alles in
orde was, en ja dat was het zeker. Aan de muur hangen oude foto's van
bedoeïenen met tenten. Hij legt uit dat het Madaba was zoals het was voordat de christenen kwamen. Toen
werd Madaba alleen af en toe bezocht door rondtrekkende bedoeïenen, er was niet
zoiets als een echt dorp, meer de resten van de oude plaats uit het begin van de jaartelling. In Madaba wonen
christenen en moslims vreedzaam naast elkaar meldt hij ons. Geen probleem. En
Jordanië is echt een super veilig land. Of we dat maar veel willen vertellen in
Nederland. Jordanië heeft veel te lijden onder de oorlog in buurland Syrië.
Niet alleen door de 2,5 miljoen vluchtelingen die het land op vangt, maar
vooral doordat de toeristenindustrie in elkaar gezakt is. Men denkt dat het
hele Midden-Oosten niet veilig is, en wij kunnen getuigen dat Jordanië echt een
heel erg veilig en bovendien gastvrij land is, met prachtige landschappen en
zeer veel oude historische sites. Waarvan acte dus. NB: na onze vakantie vragen meerdere mensen mij of het niet gevaarlijk was in Jordanië, of we niet spanning voelden op straat. Dan vertel ik dat ik twee weken na de vakantie in Brussel ben geweest en dat ik daar meer politie en leger in paraatheid heb gezien dan in Jordanië! Dus dat het maar net is hoe je er tegen aan wilt kijken. Ja zeker zijn we roadblocks tegen gekomen onderweg met controlepunten, loopt er politie en bewaking bij de grote toeristische trekpleisters, maar niet meer dan in Europa, en soms gewoon minder.
We vertrekken richting Wadi Mujib. De Jordaanse Grand
canyon. Door prachtig berglandschap, wat
al ruiger wordt. En dan zien we op een gegeven moment de canyon! We hebben een
paar jaar geleden ook de Grand Canyon in de verenigde staten gezien, maar deze
mag er zeker ook zijn. Echt zeer fraai. Weids en ruig, diep en breed. Met veel
verschillende kleurschakeringen. Heel bijzonder. Ik had er geen idee van dat
zoiets in Jordanië zou zijn. Maar ja, ik had ook niet gedacht dat hier zoveel
goed bewaarde Romeinse opgravingen zouden zijn, of kruisvaarders of Umayidden
kastelen......
We hebben zin in koffie, en natuurlijk weet Hussam wel een
tentje. Aan de overkant van de wadi, langs de dam, opnieuw omhoog zit een
restaurant met een prachtig uitzichtpunt. Het terras zit in de schaduw, en
daarvoor is het nu nog te koud buiten. Dus gaan we binnen zitten. Hussam kent
de eigenaar. De vader van de man die Hussam de hand komt schudden was ooit
gids. Van zijn verdiende centen heeft hij dit restaurant gebouwd. Op een
prachtig punt. De Turkse koffie smaakt prima, en we bekijken het geheel. Zeer
opvallend een grote poster aan de muur van een of ander Duits mannenkoor. Die
hebben hier bij de opening opgetreden wordt ons verteld. Na de koffie door
richting Karak.
Daar is een oud kruisvaarders kasteel uit de 11 de eeuw. Een
stevig fort, dat uiteindelijk toch door Salahdin overwonnen is. Ook hier worden
Joep en ik gevraagd hoe we heten, waar we vandaan komen en of ze met ons op de
foto mogen. Braaf antwoorden we en lachen we voor de foto. Het is wel grappig
om te merken dat de Jordaanse kinderen allemaal hun Engels willen oefenen, ze
willen contact, maar hun Engels gaat vaak niet verder dan de eerder genoemde
zinnetjes.
Je moet in het kasteel je verbeelding het werk laten doen,
hier sliepen ooit ridders uit Engeland, Duitsland, Frankrijk, met hun
meegebrachte soldaten, voetknechten. Alles voor de heilige oorlog, het beloofde
land en de heilige stad Jeruzalem moest ontzet worden van de 'heidenen'. Wat
moeten die mannen zich klein gevoeld hebben, in een land waar ze de taal niet
spraken, een volledig andere cultuur, waar ze waarschijnlijk ook niet welkom
waren. Heet en warm en stoffig, ver van huis.
Hoe is het nu? Fris windje langs de muren, voorjaarsbloemen
in bloei. Prachtig uitzicht over de omringende bergen en tussen gelegen groene
valleien. Wel met een stevige bewaking van de Jordaanse politie. Vorig najaar
is in dit fort een aanslag gepleegd door een moslimextremist en lieten een paar
toeristen tussen de muren van dit oude kruisvaarderskasteel hun leven.
Als we uitgekeken zijn wacht Hussam ons weer op. Of we willen lunchen. Dat kan dan in het
naast gelegen restaurant. Ook dit trekt ons weer niet erg, maar goed, we laten
ons mee tronen. Echt een groot toeristenrestaurant, waar geen kip te bekennen
is. Met buffetopstelling. We worden er niet heel vrolijk van. Als het eten
klaar is lopen we langs het saladebuffet, het warme gedeelte laten we aan ons
voorbij gaan. De salades zijn heerlijk, dat moet gezegd. Hussam eet hier weer
gratis, maar onze rekening valt niet mee. 18 JOD voor twee flinke borden salade
en een fles water en een cola light.Tja.... (is omgerekend ongeveer €22,-)
We rijden door naar Dana. Een oud dorpje, gelegen aan de
rand van een natuurreservaat. Het dorpje is pas sinds een aantal jaren weer
bewoond. Er wonen een aantal families die hier de verschillende hotels runnen.
Ons hotel heeft een aantal kleine slaapzalen met gedeeld toilet, geen douche
voor de heren. Daar moet Hussam tot zijn verdriet slapen. Wij krijgen een
opgeknapt huisje, waarin een bed, en een douche en toilet. Hele dikke muren, en
gelukkig ook hele dikke dekens. Het is ijskoud in het huis. We zetten onze spullen neer en lopen terug
naar het hotel voor de ontvangst met thee. Onze gastheer is net even te glad.
Heel aardig, maar je voelt dat het net niet klopt. Wij vragen hoe het morgen
zit met onze wandeling. Hij antwoord:' alles in het dorp gaat via mij, dus ook
jullie gids. Alles start hier, zeg maar hoe laat je wilt gaan wandelen. Hoe
lang ga je? Drie uur? Zeg maar hoe laat, ik regel het'. Juist... of het is ook
echt zo, of hij is arrogant. Ik vind het in ieder geval niet een echt
plezierige manier van doen, er spreek ook een bepaalde 'zekerheid' of
verveeldheid uit. Alsof je in een goedlopende toeristenplaats komt aan het eind
van het seizoen, en de mensen in het hotel eigenlijk geen toerist meer kunnen
zien. En dus bij elke vraag vermoeid gaan kijken, denken...daar heb je die
toeristen weer.
Na de thee lopen we even door het dorp, bewonderen het
piepkleine moskeetje midden in het dorp, lopen naar het eind van het dorp met
zicht op de vallei waar we morgen gaan lopen. De lokale hangouderen vragen ons
waar we vandaan komen, en ik word iets te enthousiast omhelst door een klein
manneke die een lange Nederlandse dame wel erg leuk vind. Daarna lopen we terug
naar ons huisje. Boek lezen op het terras, voor zolang de temperatuur het toe
laat. We kijken uit op een vervallen schuurtje en braak liggend terrein. Achter
ons een huis met een veld met verwaarloosde fruitbomen. Tussen de bomen
scharrelen drie opgewonden puppies. Af en toe een schel blafje, en even lekker
stoeien met elkaar. Dichtbij durven ze niet te komen. Het zijn wel snoepjes van
hondjes... worden vast geitenhoeders of waakhonden. Op het veld onder ons komen
ineens twee ezeltjes aan met een klein drafje. Achter hen aan een de oudere
man, het kleine manneke van eerder met keffiyah. De ezeltjes nemen een loopje
met hem. Hij zegt dat hij ze wil vangen. Ze spelen verstoppertje met hem. Staan
eerst aan de ene kant van de schuur te loeren waar hij is, als hij dan van
achteren aan komt gelopen spurten ze snel de andere kant op. Ze zijn hem
duidelijk te slim af.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten