Als directeur spreek ik niet vaak klanten en bezoekers van de bibliotheek. De meesten van hen kennen mij niet. En dat is niet erg, al mis ik soms wel eens het persoonlijke contact van vroeger, toen ik nog achter de balie zat ;-) Ik liep vanmiddag de trap af, van het mooie weer genieten in de pauze. Op weg naar beneden werd ik aangesproken door een vaste bezoeker. "U bent er nog? U bent nog directeur van deze bibliotheek?" Ik knikte bevestigend, ja dat klopt. "Wie gaat daar eigenlijk over, of u directeur bent en blijft? De regering, of ministerie, de gemeente?" Ik legde uit dat we een Raad van Toezicht hebben, met allemaal wijze mannen en vrouwen. "En ontslag, wie gaat daar over?" Ik zei nogmaals dat dat aan de Raad van Toezicht was.
"Is in Georgië niet zo, mevrouw, is bij ons niet zo. Daar is regering beslissend, moet je juiste vrienden hebben." Ik zei dat het bij ons gewoon met solliciteren gaat, en dat je als directeur soms naar huis gestuurd kunt worden als het personeel of klanten héééééél erg ontevreden over je zijn, Dat een Raad van Toezicht dan kan besluiten je naar huis te sturen. "Is niet goed, mevrouw, jaloerse medewerker moet niet u naar huis kunnen sturen. Dan moet eerst onderzocht worden of wel klopt wat gezegd wordt". Dat was ik roerend met hem eens. "Ik heb gehoord, mevrouw, u bent goede directeur. U moet blijven." Ik heb hem bedankt en zei; "Zal ik dan voorlopig maar blijven?" "Is goed mevrouw, schudden wij de hand op". En dat heb ik breed glimlachend gedaan!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten