donderdag 16 augustus 2012

Waar zit de innovatiekracht?

Op twitter word ik 'uitgedaagd' door Joost Heessels dat het erg makkelijk is om als directeur van een bibliotheek te zeggen dat innovatie van onderaf moet komen. Hij vindt dat innovatie van boven en van onder af moet komen. En dat ben ik van harte met hem eens. Ik zal aan de hand van hoe het in Kennemerwaard gaat proberen duidelijk te maken hoe ik er naar kijk.

In Kennemerwaard hanteren we een behoeftepiramide als we kijken naar onze producten en diensten. Dat model hebben we samen met een externe begeleider ontwikkeld, Ferd van den Eerenbeemt. Daarna zijn we er zelf mee verder gegaan. We hebben het voorgelegd aan al onze medewerkers. En dat leverde heel veel herkenning op, maar ook veel onrust. Want wij, het managementteam van Kennemerwaard, vinden dat de bibliotheek vooral haar toegevoegde waarde heeft in de onderste trede van de piramide (handhaven), en dat de uitdaging ligt in de bovenste trede (bijdragen). Precies die twee treden waar we onvoldoende aandacht aan hadden besteed de afgelopen jaren.

We merken de twee jaren na de introductie van dit denkmodel dat het voor veel medewerkers, met name die zich met productontwikkeling bezig houden, een meetlat is waarlangs ze hun werk, hun activiteiten leggen om te kijken of ze met de goede dingen bezig zijn. Ik vind dat winst, en ik vind dat ook echt iets wat een directie moet doen. Handvatten geven aan medewerkers, waarom doe je het, waar is de bibliotheek voor bedoeld. Als directeur, als managementteam ben je verantwoordelijk voor de strategie en voor de keuzes die je maakt als bibliotheek.

We hebben bij het schrijven van ons meerjarenbeleidsplan meerdere sessies gehad met onze medewerkers, waarin we lieten zien als managementteam wat wij denken dat belangrijke ontwikkelingen zijn. Vervolgens hebben we de medewerkers gevraagd om met elkaar na te denken over wat de bibliotheek de komende jaren niet meer zou moeten doen, en wat wel. Ik kan daarbij melden dat een aantal denkbeelden die het managementteam zo'n twee, drie jaar geleden op boze blikken en hoon kwam te staan in de afgelopen update ronde van dit voorjaar door medewerkers zelf werden genoemd. Dat is winst. Het kost (soms) tijd om medewerkers mee te krijgen in veranderingen.

Ik zie in onze bibliotheek veel medewerkers die bol staan van de ideeën. Die door elke dag met klanten bezig te zijn zien hoe het anders kan, hoe het beter kan. Die soms met hele 'wilde' ideeën komen. Zolang het idee binnen het huidige of toekomstige beleid past is het kijken of we het gelijk kunnen aanpakken, of dat er eerst tijd en geld vrij gemaakt moet worden. Niet alles kan, niet alles hoeft via het managementteam. (Kleine) veranderingen die het werk op de vloer makkelijker of beter maken die binnen het mandaat van een team liggen moet je wat mij betreft ook zelf oppakken, mits niet strijdig met afspraken die voor het groter geheel gelden.

Met mijn opmerking dat innovatie van onderaf moet komen bedoel ik vooral te zeggen: wacht niet op je directeur tot hij/zij je een opdracht geeft. En als directeur heb je de opdracht om niet op je medewerkers te mopperen als ze niet gelijk met je meegaan, maar na te denken hoe je ze mee kunt krijgen. In een ideale situatie kom je elkaar ergens halverwege tegen. Meer reëel is dat je aan beide kanten, directie en medewerker, zo je momenten van frustratie hebt, en je onbegrepen voelt ;-)  De kunst is aan beide kanten een open geest te houden, en te kijken naar elkaars kwaliteiten.

2 opmerkingen:

  1. Beste Erna,

    Ik vind het heel positief dat je vindt dat innovatie ook van onderaf moet komen.
    Uit je verhaal maak ik op dat je hier ook werk van maakt.

    Joost heeft wel een punt dat innovatie vaak OF is, en niet EN. Dus of van boven, of van onderen.

    Gr. Bert

    BeantwoordenVerwijderen
  2. @Sailingbert Dank. Het is vallen en opstaan ;-) En ieder vanuit zijn/haar eigen rol en kennis.

    BeantwoordenVerwijderen