De volgende dag hebben we een ontmoeting via een gids
geboekt met San-mensen. Dat zal aan het eind van de middag gebeuren, dus we
hebben tijd om op het terrein rond te kijken, een wasje te doen en te lezen.
Even weer relaxen na het vele rijden dat we hebben gedaan. We vragen bij de bar wat een leuke wandeling
is, ze raden ons de groene wandeling aan. We krijgen een kaartje mee. Dat is
een print van google-earth. En de route zou bewegwijzerd moeten zijn. Nou…. Dat
is niet echt het geval.
Het is zoeken
naar de tekens dus we besluiten maar het plaatje min of meer te volgen. Het is
zo ongeveer op het heetst van de dag. En dus geen dieren, geen vogels.
Voorzichtig uitbottende bomen en een paar vol in bloei staande bomen. We
besluiten terug te gaan naar de bar… je moet wat ;-) Daar hebben we vol zicht
op de waterpoel, en daar komen af en toe wel dieren voorbij. Een paar
elandantilopen, een paar impala’s, struisvogels, een koedoe. En een enorme
zwerm wevervogels die bij een kleinere poel aan het drinken en badderen is en
in een grote wolk even later opvliegt. Mooi.
Dan komt de gids: Robert.
Hij loopt met ons een stuk het terrein op. We staan op een afstand van
een paar schamele hutjes, waar drie San mensen met elkaar staan te praten.
Voordat we naar ze toe gaan legt Robert ons uit hoe hun cultuur in elkaar zit.
San zijn een nomadenvolk. Er zijn nog een kleine 90.000 san verdeeld voer
Botswana, Namibië, Zuid-Afrika en nog wat plukjes in de andere zuidelijke
staten van Afrika. Tot voor een paar jaar konden ze nog wel binnen landsgrenzen
hun nomadenbestaan volhouden. Maar sinds een paar jaar vinden de overheden dat
zij zich moeten vestigen op één plek, en dat hun kinderen naar school moeten.
Ze mogen ook niet meer in de nationale parken wonen of trekken, omdat hun
traditionele manier van leven en jagen schadelijk zou zijn voor de wildstand.
Of dat zo is valt te betwijfelen, want San jagen zelden op iets groters dan een
jonge koedoe. Liever hebben ze impala’s of springbokken, want die kunnen ze
makkelijk dragen.
Als Westerse denk je al
snel dat het een goed idee is om de kinderen naar school gaan. En dat vind ik
ook, goed om kinderen onderwijs te geven. Maar de vraag is of dat op zo’n
manier moet, of de kennis die ze vanuit hun eigen volk en cultuur tot zich kunnen
nemen niet minstens zo waardevol is. De kennis van meer dan 300 planten, wat
doen ze medicinaal, waar kun je ze vinden, zijn ze eetbaar of niet.
Robert vertelt ons dat de San een egalitaire samenleving
hebben. De stam bestaat uit een relatief kleine groep van mensen, ca 20-40
mensen. Er is geen stamleider. De stamoudste is er alleen omdat hij bepaalde
rechten, zoals waterrechten kan bezitten en veilig kan stellen voor de stam.
Bij beslissingen wordt iedereen geraadpleegd, van jong tot oud, man of vrouw.
Als iemand iets heeft gevonden of gejaagd deelt de stam mee. Als er iemand geld
heeft verdiend deelt hij dat ook met de stam, wordt er feest gevierd en komt
meestal de San man of vrouw een paar dagen niet op het werk. Want er is geld, er
is eten en drinken en dus hoef je niet voor morgen te zorgen. Een heel andere
manier van leven. De oekaze van de Botswaanse overheid dat de San niet meer
mogen trekken, dat ze in dorpen moeten gaan wonen en hun kinderen naar school
hebben een zeer ontwrichtende werking op de San. Veel San zijn aan de drank of
drugs (lijm) geraakt, ze komen niet of nauwelijks aan het werk. Hun leven is
doelloos geworden, en dat is voor geen mens goed. Je zou toch denken dat we
inmiddels voldoende ervaring op hebben gedaan met de indianen, de Inuit, welk
natuurvolk dan ook. Maar helaas is dat niet het geval.
Na de uitleg lopen we met Robert naar het drietal. Hij
spreekt hun taal, het is een taal die net als het Zulu met veel klikgeluiden
gepaard gaat. Je kan er echt niks van maken. Het gezelschap is een jonge vrouw,
wij schatten haar een jaar of 16 maar volgens Robert is ze waarschijnlijk een
jaar of 20-23 en heeft ze al een kind, haar jongere broertje en een neef van
haar. Zij heet Kgum, de oudste jongen heet Débé, en van de jongste ben ik de
naam vergeten. Ze laten ons hun gereedschappen zien, en ze laten ons vuur
maken. Nooit bij de scouting gezeten en dat laat zich merken ;-) We kunnen er
niks van. Robert en Kgum brengen redding. Goed draaien met het stokje, een
klein beetje plantenpluis erbij en in een handomdraai hebben ze vuur gemaakt.!
Kgum wil Jacqueline en mij iets bijzonders laten zien. Een plant met sterke
medicinale krachten. Het is een plant speciaal voor vrouwen. Eigenlijk mag
Robert het niet weten, want man… maar ja wij verstaan haar niet. Ze graaft een
wortel op die van binnen diep roodbruin is. Ze overhandigt de wortel aan
Robert, maar voordat ze hem los laat trekt ze eerst aan de wortel en moet
Robert dat ook doen. Daarmee geef je aan dat je de kracht van het medicijn
erkent. Robert legt uit dat het een anticonceptie middel is. Vrouwen van de San
krijgen meestal niet meer dan twee kinderen. Gezien de barre omstandigheden
waarin ze in oude tijden moesten overleven is dat ook wel te begrijpen. Veel
monden voeden is lastig. Als het tweede kind geboren is zoekt de vrouw deze
wortel. Ze kookt er thee van en drinkt een week lang van deze thee. Daarna is
ze voor haar leven onvruchtbaar. Dat is nog iets anders dan de pil!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten