Dit boek ‘Het Alfabethuis’ gaat over twee vrienden, over vriendschap, over vertrouwen, over overleven in gruwelijke omstandigheden. James en Bryan zijn vliegeniers tijdens de Tweede Wereldoorlog, bij de RAF. Hun vliegtuig wordt tijdens een missie neergeschoten en ze redden zich het vege lijf met hun parachutes. Diep in vijandig Duitsland zijn ze op zichzelf aangewezen, op hun vindingrijkheid en hun meedogenloosheid.
cover Het Alfabethuis |
Ze weten zich met kunst- en vliegwerk tussen een ziekentransport te werken waarna ze in een oorlogshospitaal terecht blijken te komen. Wat ze zich gaande weg realiseren is dat ze tussen hoge ss-officieren terecht zijn gekomen, dat zij zichzelf dus ook uitgeven voor ss-officieren, en dat een aantal van hun medepatiënten net als zij simuleren. Dan begint de strijd om het overleven, het niet ontdekt worden, en het doorstaan van de behandelingen met pillen en elektro-therapie. Beide mannen vinden hun eigen weg er in, beloven stellig aan zichzelf dat ze de ander nooit in de steek zullen laten, maar zoeken ook afzondering om niet aan de andere simulanten te laten merken dat zij elkaar kennen (en Brits zijn!). James geeft op een gegeven moment de strijd op tegen de pillen en de elektroshocks om maar te overleven, Bryan faket dat hij de pillen slikt om alert te blijven. En ondertussen worden ze door een kleine groep patienten in de gaten gehouden. Hoge ss-officieren die er alles aan gelegen is om in de ziekenhuis de oorlog door te komen en er dan vandoor te gaan met een schat waarover ze het steeds hebben. Uiteindelijk weet Bryan te ontkomen, en ontsnapt hij aan de kwelgeesten, met achterlaten van James die volstrekt inert geworden is door alle afbeulingen van de ss-ers en de behandelingen.
Twintig jaar later gaat Bryan terug naar Duitsland. Hij heeft vaker geprobeerd om James te vinden. Om te weten te komen wat er van hem geworden is. Dat is nooit gelukt, niet onder de naam van de ss-er wiens naam hij had aangenomen, niet als een onbekende RAF vliegenier. Toch wil Bryan nog eenmaal een poging wagen. Hij rakelt onverwacht een verleden op dat hem zelf uit zijn evenwicht brengt, maar ook de overlevenden van het ziekenhuis, de simulanten, die een nieuw, vals leven voor zichzelf hebben opgebouwd met de schatten waar over ze destijds in het Alfabethuis al spraken. Natuurlijk willen deze ss-officieren niet ontmaskerd worden, en dus proberen zij met hand en tand hun belangen, hun alibi’s te verdedigen. Dat eindigt in een dramatische ontknoping.
Een prachtig, spannend en beklemmend verhaal, dat goed in elkaar steekt. Hoewel er wel stukken ongeloofwaardig over komen, het verwisselen van identiteit van de twee hoofdpersonen met die van ss-officieren, de ontsnapping van Bryan, heeft het genoeg zeggingskracht om dat voor lief te nemen. En het is bekend dat veel hoge ss-officieren en medici die meededen aan de gruwelijke nazi-praktijken na WO II niet of nauwelijks berecht werden, onderdoken en daarna onder een andere naam of in een andere stad met hun oude loopbaan verder gingen. Hun slachtoffers dood of getekend voor het leven, dat deerde hen niet. Zij gingen verder met een nieuw bestaan. Dat beschrijft Jussi Adler-Olsen zeer goed. Wat hij ook goed weet te schrijven is de wroeging die iemand moet voelen na het achterlaten van een vriend in een situatie waarvan hij weet dat die dodelijk kan zijn. Dat hij ook weet dat het niet anders kan, omdat de ander te zwak is om op dat moment gered te worden. Dat beschrijft Alder-Olsen met enige distantie, maar daardoor komt het wel binnen. Al met al een echte aanrader voor mensen die van een spannend oorlogsboek houden, of van een niet alledaagse detective. Het boek kent elementen van beide genres.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten