Vanavond werd ik gebeld door mijn vader. Mijn tante Gerrie, laatste levende zus van mijn moeder is overleden om half zeven. Ze was al een tijd ziek. Een jaar geleden ongeveer had ze te horen gekregen dat de kanker terug was gekeerd, en dat er geen behandeling meer mogelijk was. Ze kon hooguit voor een nieuwe chemo gaan, die leven verlengend zou zijn. Dat heeft ze niet gewild.
Tante Gerrie, (en oom Marten) waar ik als kind veel kwam op de boerderij. Van het type mens dat hard werkte, geld in de dieren en in de machinerie stak, zichzelf op een lager plan zette. Hartelijk, warm. Het zusje waarmee mijn moeder uren aan de telefoon hing, tot grote ergernis van mijn vader. De tante bij wie ik ging logeren bij mijn één jaar minus twee dagen oudere nicht Greet. Bij wie je 's nachts van de trap, over de deel en de straat naar de poepdoos moest voor de verbouwing. Bij wie er altijd koffie klaar stond. Die op latere leeftijd als giebelende tiener genoot van een jaarlijkse fietstocht met mijn tante Henny, tante Koenie en mijn moeder. En dan gingen er broodjes en koffie mee en trakteerden ze zichzelf lekker op koffie met gebak.
Tante Gerrie bij wie ik vorige week nog op bezoek was. Ze lag in bed in de huiskamer. Ze zei : Hendrika, en ik zei: Garregien... "ja zoals vroeger zei ze". We spraken over mijn moeder, over hoe ze het had gemist de laatste vijf jaar om met mijn moeder te kunnen praten. Dat het moeilijk was deze laatste dagen, weken. Dat ze pijn had en dat het genoeg was. Dat ze mijn lief en mij een mooie trouwdag toe wenste. Ik sprak met haar af dat mijn lief en ik langs zouden komen in onze trouwkleding, om haar mee te laten genieten.
Het heeft niet zo mogen zijn. De laatste zus van mijn moeder is overleden, en een generatie valt weg. Vrijdag gedenken we de liefde voor de levenden en de doden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten