dinsdag 18 februari 2020

De bibliotheek als vrijplaats: of waarom zou een bibliotheek programmeren?

Vorige week mocht ik een inleiding geven bij de leergang Programmeren in de bibliotheek van Rijnbrink. Een groep enthousiaste medewerkers van bibliotheken uit Gelderland en Overijssel volgen een scholing over hoe te programmeren in openbare bibliotheken. De leergang is een pilot. Ik denk dat er een grote behoefte is aan kennis over programmeren in bibliotheekland in Nederland, dus ik hoop dat deze pilot succesvol is en ook voor andere bibliotheken beschikbaar komt.

Mijn verhaal in Lux, Nijmegen voor deze groep bibliothecarissen (ik noem ze zo omdat ik vind dat dat een geuzennaam is waar iedereen trots op zou moeten zijn, al zullen sommigen zich misschien liever programmeur, programmamaker etc. noemen ;-) begon met een korte toelichting over waar Bibliotheek Kennemerwaard vandaan komt.  Naast dat het een beeld geeft van onze organisatie vond ik het belangrijk om toe te lichten hoe ons meerjarenbeleidsplan tot stand is gekomen. Echt van onder op,  het management is pas in een laat stadium betrokken en ook pas na uitnodiging van de medewerkers die tot de conclusie kwamen dat de leden van het management toch ook kennis in te brengen hadden. Wat voor ons dan best een opluchting was ;-) want als manager op je handen zitten en erger nog, je mond houden is een uitdaging, zeker in een proces voor een nieuw beleidsplan.

Eén van de grote opbrengsten van dit traject was dat we met elkaar spraken over de waarden van de bibliotheek. Waar staan wij voor als bibliotheek? Wat willen wij zijn voor de samenleving. Dat is heel belangrijk om met elkaar te bespreken en te doorleven. In die gesprekken spatte het idealisme en bevlogenheid er van af. Heel erg mooi om te zien en te herkennen. Want die bevlogenheid wordt zeker ook gedeeld door het managementteam, en dan is het fijn als je voelt dat dit breed gedragen wordt in je organisatie.

Zonder de presentatie in schrift over te doen wil ik hier wel delen waarom ik vind dat bibliotheken moeten programmeren, en ook met welke randvoorwaarden je rekening moet houden. Als bibliotheek ben je de laatste vrijplaats in de samenleving. Een plek waar je niets hoeft, en waar je tegelijkertijd wordt uitgenodigd om je te verwonderen, iets te leren, je betrokken te voelen, kennis te maken met andere ideeën en kennis te delen. Een plek die toegankelijk is voor iedereen, die onafhankelijk is en waar de waarheid en de leugen verkondigd worden en waar het aan de bezoeker is om voor zichzelf te bepalen wat de waarheid en wat de leugen is. Zoals we met onze collecties zorgen dat we rondom maatschappelijke vraagstukken en onderwerpen zoveel mogelijk het brede spectrum van meningen en feiten aanbieden, moeten we dat ook met onze lezingen en activiteiten doen. We zijn neutraal, al vinden we wel van alles. We dragen bij aan het maatschappelijk debat en daarmee aan de democratie. Dat is overigens nog best ingewikkeld, want hoe zorg je dat je bij maatschappelijke vraagstukken voor- en tegenstanders voldoende aan het woord laat? Dat hoeft niet perse tegelijkertijd, maar zorg wel voor een goede afspiegeling van standpunten in de samenleving. Waarbij van groot belang is dat je goed in je achterhoofd houdt dat de activiteit die je plant niet in strijd mag zijn met de grondwet. Geen oproepen tot geweld, discriminatie en dergelijke, wel de pluriformiteit weerspiegelend.

De randvoorwaarden waar je rekening mee moet houden als bibliothecaris én als directeur zijn onder andere een stevig politiek bewustzijn. In mijn presentatie kon ik een aantal voorbeelden opnoemen waarbij er door lokale politici stevig druk op de bibliotheek werd uitgeoefend, of kritiek op sociale media om bepaalde activiteiten niet door te laten gaan. Dat er zelfs min of meer werd gezinspeeld om bij het toekennen van de subsidie hier toch eens kritisch naar te kijken, want dat het toch de vraag is of het wenselijk is dat de bibliotheek een podium biedt aan bepaalde groeperingen of standpunten in de samenleving. Dat betekent dat je als bibliothecaris je directeur goed moet informeren over de activiteiten die je plant, want de vragen en opmerkingen van de politiek komen daar binnen, en als directeur wil je graag pal voor je mensen en je beleid kunnen staan. Je wilt als directeur een goede afweging kunnen maken. Ik heb ooit een bijdrage van onze bibliotheek aan een buurtfestival afgelast omdat er vragen kwamen over de veiligheid, en er sterke signalen kwamen dat er 'rotzooi' zou worden getrapt. De bibliotheek zou beveiliging moeten inhuren voor dat evenement en daar heb ik toen de streep getrokken. Ik vond het veiligheid van onze mensen belangrijker dan de bijdrage van de bibliotheek aan het buurtfestival. Je kunt zulke beslissingen alleen nemen als je goed geïnformeerd bent. Tegelijkertijd wil je als medewerker niet voor elke activiteit toestemming hoeven te vragen, dat is bij ons in Kennemerwaard ook zeker niet het geval. Sterker nog, ze vragen (bijna ) nooit om toestemming ;-) Het is ook niet nodig. Omdat er in het hele proces rondom het meerjarenbeleidsplan zo diep gesproken is over de waarden van de bibliotheek dragen we dit beleid met z'n allen.

Een andere belangrijke randvoorwaarde die ik niet onbenoemd wil laten is het goed informeren van de collega's over de activiteiten, en over het hoe en waarom. Want hoewel wij ons meerjarenbeleidsplan breed hebben opgezet heeft ongeveer 40-50% van de collega's er voor gekozen om niet aan te sluiten bij alle werk- en denksessies. Ze zijn wel geïnformeerd, maar hebben de discussies over de waarden niet zelf doorleefd. Voor ons binnen Kennemerwaard ligt daar ook best nog een opdracht. Het betekent dat je als programmeur je moet realiseren dat als je een activiteit organiseert die discussie op kan leveren, die schuurt, dat je collega's in de publieksdiensten ook in staat moeten zijn om vragen van je bezoekers te beantwoorden over het waarom de bibliotheek deze activiteit organiseert. Je moet samen het beleid van de bibliotheek kunnen dragen. Je moet dus binnen je team, met je collega's ook de discussie blijven voeren waar de bibliotheek voor staat, en hoe je dat laat zien in je dienstverlening. Het is prachtig als je een schurend thema aansnijdt, maar realiseer je dat je collega's 'achter de balie' geconfronteerd kunnen worden met lastige vragen en opmerkingen van bezoekers die het misschien niet eens zijn met die activiteit. Zij staan als het ware in de vuurlinie, terwijl jij als programmeur de barricade bent opgegaan om een maatschappelijk debat of dialoog op gang te brengen. Fijn als je dan elkaar 'dekking' kunt geven.

Dat gezegd hebbend, voor mij staat als een paal boven water dat programmeren niet meer weg te denken valt in openbare bibliotheken. Dat het soms om lef en moed vraagt om de randjes op te zoeken, voor bibliothecarissen en programmeurs, voor management en directeuren. Dat bibliotheken staan voor een inclusieve samenleving, en dat we bereid zijn om onze nek uit te steken om hier een bijdrage aan te leveren. En dat het citaat van Paula Poundstone ons uit het hart gegrepen zou moeten zijn.

woensdag 5 februari 2020

Kleine dingen, groot resultaat: of waarom bibliotheken de best bezochte instellingen in Nederland zijn

Mark Deckers schreef vorige week een blog waarin hij had onderzocht welke instellingen het best bezocht zijn in Nederland. Bibliotheken kwamen veruit als beste uit de bus. Nu is de vraag waarom dat zo is... Ja bibliotheken hebben met elkaar nog steeds veel vestigingen, ja we hebben als bibliotheken ook best veel openingsuren, en er is gemiddeld een bibliotheek op ca. 2 kilometer afstand. En ja, we hebben onszelf opnieuw uitgevonden. Onze doelstelling om activiteiten te ontplooien die bijdragen aan de persoonlijke ontwikkeling van het individu en zo de maatschappelijke kansen te vergroten hebben we actief opgepakt. Taalhuizen, cursussen, bibliotheken op school en Boekstart in de Kinderopvang. lezingen en debatten om maar wat te noemen. We doen het en we vinden het vanzelfsprekend dat we het doen. Het kunnen allemaal redenen waarom bibliotheken beter bezocht worden dan de pretparken, theaters, musea, bioscopen.

Ik denk dat het ook met de 'kleine' dingen te maken heeft.... ik noem er graag een paar uit de dagelijkse praktijk van Kennemerwaard.

Een groep mannen op leeftijd die elke dag de kranten komen lezen en becommentariëren. Die mannen die af en toe zo luid praten dat andere bezoekers van de bibliotheek er over klagen. Dat onze medewerkers dan met een kwinkslag hen tot het dempen van hun stemmen manen. Die mannen die met kerst een kaartje aan de medewerkers geven met een doosje chocola erbij, dat ze best weten dat ze wel eens 'lastig' zijn, en dat ze de medewerkers fijne feestdagen toe wensen.

Een meisje uit een gezin met moeilijkheden dat elke week even een kwartier door een medewerker wordt voorgelezen, omdat de medewerker het gezin kent en het meisje even die vijftien minuten tijd en persoonlijke aandacht krijgt die ze zo nodig heeft.

Een mevrouw die niet digitaal vaardig is, die een cursus volgt. Die nog niet zover is dat ze het zelf kan, en dus door een medewerker geholpen wordt om in te loggen bij de gemeente. Zodat ze door kan geven dat er een stoeptegel los ligt in haar wijk. En dat die mevrouw helemaal trots is dat ze bevestiging krijgt van de gemeente dat er iets aan gedaan zal gaan worden.

Een zzp'er die zijn thuiswerkplek in de lunchpauze ontvlucht omdat hij anders alleen maar achter zijn pc zit. Die de lunchpauze gebruikt om in de bibliotheek het beleggersnieuws te lezen, omdat hij als zzp'er geen pensioen opbouwt, maar dat via beleggingen doet. Dat als het blad er nog niet is hij het door een medewerker aangereikt krijgt zodra het binnen is omdat zij weet dat dit is waarvoor hij komt.

Zomaar een greep uit de kleine gebeurtenissen die in elke bibliotheek kunnen voorkomen. Kleine gebeurtenissen met een groot resultaat. Voor de mensen waarom het gaat, maar ook voor de bibliotheek. Want dit is in het klein waar de bibliotheek voor staat: een plek voor en van verbinding, van gezien worden, van hulp in het klein en in het groot. Daarom komen zoveel mensen naar de bibliotheek.