Het lijkt inmiddels al een half jaar geleden, al is het nog maar een maand geleden dat ik met mijn lief in New York was. Een verlaat verjaardagscadeau van mij aan hem.
Nu heb ik de gewoonte om iets te lezen, fictie en non-fictie over de bestemming waar ik naar toe ga. Over New York heb ik gelezen: "Nieuw-Amsterdam: de oorsprong van New York" van Russel Shorto; en "Stad van Dromen" van Beverly Swerling. Het eerste is een non-fictie boek, het tweede een roman. Beiden over de beginjaren van de stad die later het middelpunt van de wereldeconomie zou worden.
De beide boeken grijpen redelijk in elkaar. Shorto beschrijft vanuit het perspectief vanuit met name Adriaan van der Donck. Een jurist die ten tijde van Stuyvesant als eerste rechtsgeleerde in Manhattan probeerde voor de belangen van de bewoners op te komen. Hij wilde van Manhattan een kolonie wilde maken, en niet wilde blijven hangen in de handelspost die de WIC en Stuyvesant het wilden laten blijven. Shorto verteld hoe de Nederlandse handelsgeest, hoe de manier waarop van der Donck, leerling en volgeling van Hugo de Groot en Descartes, tegen grondrechten aankeek New York mee heeft helpen vormen. Hoe de zoveel geroemde tolerantie van de Hollanders daar binnen die kleine gemeenschap noodzakelijk was om te kunnen overleven. Dat Van der Donck een goed begrip had van hoe de indianenstammen leefden en dachten. Dat de indianen helemaal niet dachten dat ze Manhattan verkochten, maar dat zij het gebruik van het land ‘verkochten’ en dat in ruil daarvoor zij ook bescherming verwachten tegen hen vijandig gestemde stammen. Slimme lui die indianen, die deden ook aan handel.
Verder vertelt Shorto hoe New York gebaat is geweest met de eerste opzet van de stad door de Hollanders, hun handelsgeest en hun tolerantie, die plaats vond op het toppunt van de bloei van de Gouden Eeuw. En hoe goed het voor New York is geweest om door de Engelsen overgenomen te worden, dat toen aan de vooravond stond van het grote Engelse imperium. Dat bij de overname New York de enige haven ter wereld was waar Hollandse en Engelse schepen mochten binnenlopen. Omdat bij de overgave door Stuyvesant de raad van de stad had bedongen dat ze vrije handel wilden kunnen blijven voeren met beide (vechtende) partijen. Dat in de eerste wetten van de stad heel veel vrijheden en rechten werden opgenomen die uit de ideeënkoker van Van der Donck kwamen. Allemaal zaken die niet of nauwelijks bekend zijn, zeker niet in Amerika en Engeland. Winnaars herschrijven de wereldgeschiedenis, dus als je Engelstalige geschiedenisboeken over het ontstaan van New York leest staan de Hollanders er wel in, maar wordt hun rol gemarginaliseerd. Volgens Shorto is dat dus onterecht. Leuk en interessant om te lezen.
De roman van Beverly Swerling is een mix van geschiedenis van New York over de eerste honderd jaar sinds de aankomst van de Hollanders, in combinatie met de geschiedenis van de geneeskunde, chirurgie in de 16de en 17de eeuw. Het is een vlotlezend boek, waarbij ze de verhalen van twee families in elkaar vlecht. Met hoerenmadammen, geneesheren, joden, indianen, foute Hollanders, chirurgijnen, haat, liefde, versmade liefde, lynchpartijen, negeropstanden, dwergen. Een veelvoud aan ingrediënten die een lezenswaardig verhaal maken dat een beetje abrupt eindigt.
Het boek beschrijft wel mooi welke beproevingen in de tijden voordat er verdoving en narcose was mensen moesten doorstaan als ze geopereerd moesten worden. Dat mensen lam werden gemaakt met sterke drank en later met laudanum. Maar zodra het mes er in werd gezet werden mensen toch meestal ‘wakker’ van de pijn, waarna het risico groot was dat ze in shock raakten en alsnog kwamen te overlijden. Hoe lang de praktijk van aderlaten werd toegepast terwijl men in bepaalde delen van de westerse wereld men allang wist hoe weinig effectief dat was. In het boek beschrijft Swerling ook de eerste proeven met bloedtransfusies, hoe ontstellend mis dat kan gaan, maar ook hoe goed. Hoe degene die het toepasten verdacht werden van hekserij, van moord, van verdorven nieuwlichterij, uit hun ambt werden gezet. Vrijdenkers hebben het altijd moeilijk, maar in die tijd waarin men stommelend vooruit ploeterde zonder dat er wetenschappelijk onderzoek kon worden gedaan was men afhankelijk van enkele dappere idealisten die hun nek uitstaken voor hun briljante ingevingen. Om diepe bewondering voor te hebben. Als je daarover leest besef je van hoever we zijn gekomen op het gebied van geneeskunde.
Mocht je naar New York gaan, en dezelfde ‘afwijking’ hebben, dan zou ik je aanraden te beginnen met Shorto en daarna Swerling. Zoals gezegd, ze grijpen mooi in elkaar. Met de historische basis van Shorto in je achterhoofd lees het boek van Swerling met een bepaalde herkenning.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten