Posts tonen met het label basisvoorzieningen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label basisvoorzieningen. Alle posts tonen

maandag 19 maart 2012

Voorzieningen in kleine kernen


Nu gemeente Graft-De Rijp heeft besloten om in 2014 toe te treden tot Alkmaar krijgt bibliotheek Kennemerwaard straks met een interessant fenomeen te maken. De gemeente Graft-De Rijp heeft haar bibliotheek tot nu toe ondergebracht bij bibliotheek Waterland. Hoe deze ontvlechting in zijn werk zal gaan zullen de directeur van Waterland en ik samen gaan bespreken, en ik ben er van overtuigd dat we daar in goed overleg uit gaan komen. Daar wil ik het nu dan ook niet over hebben. Met de komst van Graft-De Rijp en wellicht straks ook nog Schermer opent zich een interessant vraagstuk voor bibliotheek Kennemerwaard.

Ik wil het hebben over de trend van centralisatie op grote kernen, steden en het voorzieningenniveau in kleine kernen. In Kennemerwaard hebben we in 2011 in onze meerjarenbeleidsvisie een stevige ambitie uitgesproken. We willen dat elk van de door ons bediende gemeenten in ieder geval de eerste en tweedelijns vraag af kan handelen met zijn bibliotheekvoorziening. Dat levert met de twee kleinste gemeenten, Bergen en Castricum al de nodige discussies op. En ook met de twee groten, Alkmaar en Heerhugowaard, al is daar de discussie vaak omgekeerd. In de kleinere gemeenten wordt er sterk gehecht aan voorzieningen in de kernen. Heel erg begrijpelijk. Ikzelf ben er ook een voorstander van om in kernen een bibliotheekvoorziening neer te zetten die aansluit met zijn dienstverleningsniveau bij de grootste doelgroepen ter plekke.  Daarnaast zou iedere gemeente één vestiging moeten hebben die een ruimer aanbod heeft en ruimere openingstijden. Die vestiging zou op de meest logische plek moeten zitten, waar de meeste mensen van die gemeente hun boodschappen doen, winkelen, de meeste inwoners zitten, die beschouwd kan worden als de kern van die gemeente.

Bij onze huidige vier gemeenten is redelijk duidelijk aan te wijzen wat de grootste kern is. Voor  Alkmaar en Heerhugowaard de centrumvestiging, voor Castricum Castricum en voor Bergen Bergen. De dorpen van de gemeente Castricum en Bergen hebben behoorlijk wat minder centrumfunctie, minder inwoners dan de hoofdkern. Al ligt dat qua sentimenten binnen die gemeenten heel erg lastig, want beide gemeenten kennen een fusiegeschiedenis van een aantal dorpen met elkaar. In discussies met lokale politici is het soms lastig uit te leggen dat het echt niet slim is om in drie kernen drie kleine bibliotheken overeind te willen houden, bij krimpende middelen. In het kader van slim met je centen om gaan is Kennemerwaard er een voorstander van om de inzet van middelen te concentreren op één centrale plek per gemeente. Daar creëren we een aantrekkelijke voorziening, met een ruim aanbod aan collectie, lezingen, programmering etc en ruime openingstijden. In de kernen willen we dan voldoende overhouden om de kwetsbare groepen te kunnen blijven bedienen. Dus de niet mobielen en ouderen én de jeugd tot 12 jaar.

Tot zover onze huidige gemeenten. Dat is nog redelijk gesneden koek, want de gemeenten Castricum en Bergen hebben elk respectievelijk 34.000 en 31.000 inwoners. De grootste kernen komen in Castricum en Bergen boven de 10.000 inwoners uit en hebben daarmee voldoende draagkracht voor één stevige vestiging, met daarnaast als de middelen het toe blijven staan één of meerdere doelgroepenbibliotheken. Hoe zal het straks gaan met Graft-De Rijp en wellicht Schermer. Graft kent meerdere kernen, waarvan De Rijp ver uit de meeste inwoners kent.  De Rijp heeft ongeveer 4.000 inwoners, in gemeente Schermer is Stompetoren de grootste kern met 1.800 inwoners. Gemeente Graft-De Rijp heeft een bibliotheek in De Rijp en twee servicepunten in West-Graftdijk en Marken-Binnen. De gemeente Schermer kent geen bibliotheekvoorziening. Waarschijnlijk bezoeken inwoners van deze gemeente de bibliotheekvestiging van Koggenland in Ursem of een vestiging van Kennemerwaard.

Het zal een interessante discussie intern en met de gemeente Alkmaar worden welk voorzieningenniveau de bibliotheek zal gaan leveren in Graft- De Rijp. Het is fijn voor de discussie dat Graft-De Rijp straks onderdeel zal zijn van Alkmaar. Een dispuut over een sterke voorziening kunnen we overslaan, die is er al in Alkmaar Centrum. En omdat Graft-De Rijp straks onderdeel is van Alkmaar is er ook geen discussie van een kleine gemeente die leunt op de grote broer zonder mee te betalen voor het voorzieningenniveau. De afstand van Graft-De Rijp naar Alkmaar is behoorlijk, het is dus echt noodzakelijk dat er minstens één goede voorziening gehandhaafd blijft. En voor de andere kernen, waar naar ik aan neem ook nog basisscholen zijn, zal het interessant zijn om te kijken hoe we de dienstverlening aan die scholen vorm kunnen gaan geven.

Het is een lastige discussie: de voorzieningen in kleine kernen. Mensen wonen er graag, want de rust, ruimte en het kleinschalige karakter voor het leven van alle dag is er aantrekkelijk. Tegelijkertijd is een flink percentage van die inwoners in het bezit van een auto. Zij trekken voor hun wekelijkse boodschappen, cultuurbeleving, sport (in sommige gevallen), winkelen het dorp uit, naar de eerstvolgende grote kern of stad. Dat doen ze omdat het aanbod daar groter en gevarieerder is.  Daarmee maken ze het lastiger om de voorzieningen, die toch al afgestemd waren op een kleiner inwoneraantal in stand te houden. Voor die mensen die niet mobiel zijn, voor ouderen en kinderen is het belangrijk om een bepaald voorzieningenniveau te handhaven. Wat de precies moet zijn, dat is onder andere aan de politiek om te beslissen. Dat dit ook wat mag en moet kosten is ook aan de politiek om te beslissen. Maar zonder voorzieningen, en daar hoort een bibliotheek wat mij betreft natuurlijk bij (!) loopt een dorp op termijn leeg.

zondag 16 oktober 2011

inspiratiesessie artistiek en cultureel ondernemerschap

Afgelopen vrijdag zat ik op het gemeentehuis van Alkmaar met een aantal ambtenaren van de afdeling EZ, Cultuur en Stadsontwikkeling, de wethouder Cultuur Anjo van der Ven, collega-directeuren van museum, theater en centrum voor de kunsten, en een aantal ‘vrije’ jongens uit het culture veld. Onderwerp van gesprek: hoe kan de gemeente het cultureel ondernemerschap bevorderen.



Ik was bang, dat dit weer een sessie zou worden waarin de grote culturele instellingen te horen zouden krijgen dat het zo goed zou zijn als zij hun ‘geld’ in de markt gaan halen. Persoonlijk word ik wat moedeloos van het gemak waarin dit wordt geroepen door Jan en alleman, zonder dat dit gebaseerd op echt inhoudelijke kennis van zaken. Als je minder wilt investeren in cultuur in je stad, zeg dat dan. Wees eerlijk over de achtergronden van je redenering, en laat het aan de instellingen zelf over om oplossingen te vinden. Dat kunnen ze prima zelf, als ze met de investerende overheid een gelijkwaardig gesprek kunnen voeren over welke zaken de gemeente wel wil subsidiëren voor zijn stad, en welke ze niet meer belangrijk vindt.

Niets was minder waar. De wethouder had ons uitgenodigd om te reageren op een aantal stellingen, waarin zij zocht waaraan de culturele ondernemers behoefte hebben. En dan maakte ze ook vrij nadrukkelijk onderscheid tussen de ‘gevestigde orde’, de basisinstellingen; en de vrije jongens, de broedplaatsen, de startende culturele ondernemingen. Ze onderschreef mijn pleidooi dat een goed cultureel klimaat in een stad beide nodig heeft. Je hebt een basis nodig, waarin de burgers van een stad inspiratie vinden, hun historie terug kunnen vinden, basislessen muziek en kunst, kunnen lezen over grote kunstenaars en wereldse ideeën. Dat heel veel kunstenaars die nu bezig zijn te starten in een broedplaats vroeger zijn gestart als lezer, leerling van centrum voor de kunsten, met school naar het theater gingen of naar het museum en zo het zaad voor hun kunstenaarschap is geplant.

Het grappige is dat de bibliotheek ook graag samenwerkt met initiatieven zoals de broedplaatsen in Alkmaar. Samen met bijvoorbeeld Project 072 hebben we een keer in de wijk Overdie een taal- en leesbevorderingsproject gedaan, en met Hal 25 hebben we samen gekeken of 'literair loungen' konden opzetten. Dat laatste is helaas niet gelukt door te weinig belangstelling, maar de wil tot samenwerking is er zeker. Samen kun je op andere plekken iets maken wat buiten de gebaande paden ligt. En zo verrijk je elkaar en vooral de stad. Mooi dat zo'n visie binnen Alkmaar wordt gedragen door meerdere partijen.