Afgelopen vrijdag zat ik op het gemeentehuis van Alkmaar met een aantal ambtenaren van de afdeling EZ, Cultuur en Stadsontwikkeling, de wethouder Cultuur Anjo van der Ven, collega-directeuren van museum, theater en centrum voor de kunsten, en een aantal ‘vrije’ jongens uit het culture veld. Onderwerp van gesprek: hoe kan de gemeente het cultureel ondernemerschap bevorderen.
Ik was bang, dat dit weer een sessie zou worden waarin de grote culturele instellingen te horen zouden krijgen dat het zo goed zou zijn als zij hun ‘geld’ in de markt gaan halen. Persoonlijk word ik wat moedeloos van het gemak waarin dit wordt geroepen door Jan en alleman, zonder dat dit gebaseerd op echt inhoudelijke kennis van zaken. Als je minder wilt investeren in cultuur in je stad, zeg dat dan. Wees eerlijk over de achtergronden van je redenering, en laat het aan de instellingen zelf over om oplossingen te vinden. Dat kunnen ze prima zelf, als ze met de investerende overheid een gelijkwaardig gesprek kunnen voeren over welke zaken de gemeente wel wil subsidiëren voor zijn stad, en welke ze niet meer belangrijk vindt.
Niets was minder waar. De wethouder had ons uitgenodigd om te reageren op een aantal stellingen, waarin zij zocht waaraan de culturele ondernemers behoefte hebben. En dan maakte ze ook vrij nadrukkelijk onderscheid tussen de ‘gevestigde orde’, de basisinstellingen; en de vrije jongens, de broedplaatsen, de startende culturele ondernemingen. Ze onderschreef mijn pleidooi dat een goed cultureel klimaat in een stad beide nodig heeft. Je hebt een basis nodig, waarin de burgers van een stad inspiratie vinden, hun historie terug kunnen vinden, basislessen muziek en kunst, kunnen lezen over grote kunstenaars en wereldse ideeën. Dat heel veel kunstenaars die nu bezig zijn te starten in een broedplaats vroeger zijn gestart als lezer, leerling van centrum voor de kunsten, met school naar het theater gingen of naar het museum en zo het zaad voor hun kunstenaarschap is geplant.
Het grappige is dat de bibliotheek ook graag samenwerkt met initiatieven zoals de broedplaatsen in Alkmaar. Samen met bijvoorbeeld Project 072 hebben we een keer in de wijk Overdie een taal- en leesbevorderingsproject gedaan, en met Hal 25 hebben we samen gekeken of 'literair loungen' konden opzetten. Dat laatste is helaas niet gelukt door te weinig belangstelling, maar de wil tot samenwerking is er zeker. Samen kun je op andere plekken iets maken wat buiten de gebaande paden ligt. En zo verrijk je elkaar en vooral de stad. Mooi dat zo'n visie binnen Alkmaar wordt gedragen door meerdere partijen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten