Posts tonen met het label Namibië. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Namibië. Alle posts tonen

zondag 26 maart 2017

De laatste dagen Namibië en Botswana

We verlaten Botswana en reizen terug naar Namibië. De reis verloopt voorspoedig. Natuurlijk de gebruikelijke schermutselingen aan de grens. Wisselen van onze laatste Pula’s, waar ze aan de grens zoals gebruikelijk een heel voordelig koers voor zichzelf berekenen. De formulieren om met de camper het land uit en daarna weer uit te kunnen. We hebben een camping vlak over de grens geboekt, omdat we niet zeker weten dat de grensovergang soepel zal verlopen. Dat valt uiteindelijk allemaal wel mee, en we zijn dan ook zeer op tijd bij de camping. We kunnen gewoon een plek zoeken zegt de man bij de ingang. We hebben gelezen dat er op het terrein ook nog een flink stuk natuurterrein is, waar een 4x4 track te rijden valt. We gaan de route ophalen bij de receptie. Het is een eenrichtingsroute, en het lijkt af en toe meer een trial route ;-) We hebben de hele vakantie gelukkig nog geen ‘roll-over’ gehad, maar nu zitten er best wat pittige stukken tussen. Langzaam over allerlei rotsen, met een stevige helling er in. Ik ben blij dat Joep rijdt ;-) Op het terrein zijn rotstekeningen van San te bewonderen. Halverwege de route schieten er ineens een paar impala’s in volle vaart dwars over. Duidelijk opgeschrikt van iets… prachtig gezicht. We spotten verder niet heel veel extra wild… maar toch nog weer waterbokken en een paar giraffen.  Er staat tegen het eind een grote uitkijktoren, waarvan af we de zon zien zakken. We rijden terug naar de camping en maken onze laatste voorraad  op voor een avondmaatlijd. En zoals altijd is het ook echt donker als de zon ondergaat. Vlakbij is een waterpoel die verlicht wordt, en we kunnen op afstand genieten van onder andere hartebeesten, kudu’s en impala’s die hun dorst komen lessen. Het blijft fascinerend.

Van Kalahari Bushbreaks naar Windhoek
We beginnen de ochtend met het schoonmaken van de binnen- en buitenkant van de camper. Alles opruimen en zoveel mogelijk al inpakken. Dat is nog best een klus. Alles zit na bijna vier weken door het Afrikaanse land te crossen tot in de kieren onder het stof komen te zitten. Een beetje water en sop doet wonderen om het er toch wat frisser uit te laten zien. We rijden over de Kalahari highway richting Windhoek, waar we dan op tijd afslaan voor Bobocampers. Heilet verwacht ons al. De camper wordt gecheckt op ontbrekende of kapotte onderdelen, serviesgoed, lakens etc. We vertellen dat er een tafel ontbreekt, dat er nieuwe stoelen zijn, dat er een ketel ontbreekt en een paar handdoeken. Wij hebben ook nog wel iets te reclameren. Door de pech met de camper hebben we vier dagen van ons programma niet kunnen uitvoeren. Dus volgens de voorwaarden hebben we dan recht op compensatie. Dat blijkt nog wel een discussie te worden. 

Wat wij redelijk vinden en wat Bobo redelijk vindt….. dat zit wel verschil tussen. Wij vinden we dat we na aftrek van de eerste 48 uur recht hebben op betaling van de extra geboekte campsites en de betaling van de campsites die we van te voren hebben betaald. We hebben zelf niet nagedacht over de camperverhuur, maar daar komt Heilet dan weer mee. Ze gaat in eerste instantie mee met onze redenering, maar zegt wel dat ze toestemming van het hoofdkantoor in Johannesburg nodig heeft. Daar wordt duidelijk tegengesputterd. We krijgen de leidinggevende van Heilet niet rechtstreeks aan de lijn,  maar we krijgen een slikken of stikken deal voorgelegd. We kunnen kiezen, of de camperhuur en extra campingkosten  vergoed, of de campingkosten die we vooraf al betaald hadden. Maar niet allebei, en alleen de kosten van Guido en Jacqueline. Want tja, onze camper deed het toch… en waarom waren wij dan niet doorgereden? Die redenering snap ik wel, maar vind ik niet erg sociaal bedacht. Ze hebben ons tenslotte wel gevraagd om Guido en Jacq een flink stuk verder te slepen, wel 70 km. Als je dan vindt dat we door hadden kunnen rijden (leve de vriendschap zullen we maar zeggen ;-) dan moet je niet vragen om hulp te verlenen. En samen uit, samen thuis. Maar goed,  het is dus een halve compensatie waar we voor moeten kiezen, en we kiezen dan Hollands als we zijn voor het hoogste bedrag. We spreken ons ongenoegen uit naar Heilet, die wel met ons sympathiseert, maar met haar handen gebonden is. Ze heeft maar een mandaat tot een bepaald bedrag. Uiteindelijk nemen we ons verlies maar, we willen onze fijne vakantie ook niet verpesten door hier al te moeilijk over te doen. We worden naar Windhoek gereden en eten ’s avonds in het restaurant dat bij hotel hoort.

Windhoek
De laatste dag brengen we door met het lopen naar de binnenstad. Wat souvenirs scoren, hapje lunchen en dan weer lopend terug naar het hotel. We willen over de heuvel die in de stad ligt lopen, maar worden tegen gehouden door een beveiligingsbeambte van de hortus. We kunnen niet doorlopen meldt ze ons. Joep probeert er achter te komen waarom niet… daar kijkt ze heel ongemakkelijk bij …. Daarom niet. We besluiten toch maar terug te lopen en via de grote weg te lopen. Waarschijnlijk toch niet helemaal veilig in dat gebied. We worden op tijd terug gebracht naar het vliegveld. Bij de balie staat een Amerikaanse meneer met twee hele grote flightcases. Hij wil dat deze eerste klas mee geboekt worden tot aan zijn vlucht naar Dallas. Het meisje doet haar uiterste best om aan hem uit te leggen dat ze maar tot aan London dat kan garanderen, en dat zijn eerste klas van London naar Dallas nog niet bevestigd staat in het systeem. De man is zeer geirriteerd. Wij beschouwen het allemaal met verbazing. De flightcases bevatten geweren. De meneer heeft duidelijk gejaagd en wil zijn geweren mee nemen in de eerste klas. Ik zou zeggen… in het ruim er mee! Gelukkig zit hij op een andere vlucht dan wij.

We vliegen zonder problemen via Frankfurt terug naar Amsterdam. En dan zit het er op. Een laatste omhelzing van Guido en Jacqueline….  Farewell Namibië en Botswana…. We hebben genoten.






vrijdag 23 december 2016

Vakantieberichten 13, Naar de Victoria watervallen

We vertrekken op tijd om naar de Victoriawatervallen te gaan. We hebben een trip geboekt via de camping omdat met eigen vervoer Zimbabwe in en uit lastig schijnt te zijn. Daar hebben we niet zoveel zin in. De ervaring die we op doen met een georganiseerde trip maakt dat we heel blij zijn dat we deze keuze hebben gemaakt. Samen met twee Duitse families vangen we de trip aan. Bij de Botswaanse/Zimbabwaanse grens moeten we eerst uitschrijven uit Botswana. Dan worden we door niemandsland naar de grens met Zimbabwe gereden. Daar wacht ons een fraai staaltje bureaucratie. We moeten allemaal een formulier invullen met allerlei vragen. En we moeten allemaal $30 klaar hebben. Er zitten twee mannen naast elkaar in een loket. De één heeft net iets grotere epauletten op zijn overhemd dan de ander, zal dus ook wel net iets belangrijker zijn. Degene met de kleinste epauletten schrijft op een soort stickervellen dat wat wij op ons formulier hebben geschreven. We moeten on paspoort afgeven, met de $30,- erbij. De tweede controleert vervolgens of wat op de sticker is overgeschreven klopt met het formulier en wat er in ons paspoort staat.  Als dat zo is zet hij er een grote stempel op, en verdwijnt het geld in een metalen kistje. Nummer één moet dan nog weer zorgen voor een ontvangstbewijs van de 30,-. Je begrijpt natuurlijk dat het handmatig overschrijven van een formulier nogal wat tijd kost, en ook het schrijven van het ontvangstbewijs kost behoorlijk wat tijd. Meneer met de grote epauletten ergert zich aan de lange rij die achter ons aan het ontstaan is. Hij komt stampend zijn kantoor uit en checkt of wij de formulieren wel juist hebben ingevuld. Als dat niet naar ons zin is blaft hij ons toe en prikt met zijn vinger op de plekken die volgens hem leemtes laten zien. Dat het misschien sneller is om zijn collega te helpen met schrijven……. Het zal wel iets hiërarchisch zijn ;-)

Nadat we deze hobbel hebben genomen vertelt de gids ons dat een gedeelte van de groep moet overstappen in een ander busje. Onze chauffeur heeft een Zimbabwaanse auto en kenteken, hij kan zo Botswana in en uit zonder al te veel moeite. Andersom werkt het blijkbaar niet zo. De Botswaanse chauffeur keert bij de grens terug en de reizigers uit zijn auto moeten lopend de grens over en aan de andere kant wacht dan een Zimbabwaans busje. Een van de Duitse gezinnen zit over de twee busjes verdeeld en de ouders zijn toch wel enigszins bezorgd over deze gang van zaken. Gelukkig gaat het allemaal goed.

We reizen daarna vlot door naar Victoria Falls. We worden uitgeladen bij een parkeerplaats, en onze gids wijst met een vage handbeweging dat we aan het eind van de dag bij het Victoria Falls Hotel opgehaald zullen worden. We banen ons een weg tussen de souvenirs stalletjes door naar een uitkijkpunt waar ook een koffietentje zit. Daar hebben we nu wel zin in. Het uitzicht vanuit het restaurant op de meanderende rivier, en het pad dat hij heeft uitgesleten over de eeuwen in de rosten is fenomenaal. Na de koffie gaan we te voet naar de watervallen. Het is laagseizoen qua waterstand in de Zambezi, maar toch word je op sommige plaatsen behoorlijk nat van de mist van het opspattende water. Het is overweldigend om te zien, zelfs met deze lage waterstand. Een hele brede strook, meer dan 1700 meter(!) waarover het water naar beneden dondert. Prachtig!


We besluiten voordat we naar het hotel gaan lopen voor een lunch, nog naar de brug te lopen die Zimbabwe met Zambia verbindt. Vlakbij de brug zien we een mooie Afrikaanse moeder met haar kindje in een kleurrijke draagdoek. Even snel een plaatje schieten natuurlijk. Voordat we de brug op mogen moeten we daarvoor eerst een permit halen. Dat stelt echt niks voor, je krijgt een soort loterijbriefje.. zoals je die vroeger bij lokale loterijen kreeg. Dat moeten we laten zien bij de controlepost. Dan kunnen we naar de brug lopen. Midden op de brug is het zicht naar het verloop van de rivier prachtig. Van de watervallen zie je niet eens zo veel. Wel zien we het Victoria Falls Hotel al als een wit baken in de verte liggen. Daar wenden onze voeten zich vervolgens naar toe. Moeten we wel eerst weer ons bonnetje, eh sorry, permit, afgeven bij de post voor de brug.





Het Victoria Falls Hotel is een oud koloniaal gebouw uit 1904 en straalt nog steeds grandeur uit. Het publiek dat er op het terras zit, met uitzicht op het zeer glad geschoren grasveld. Is een mix van old chique en nouveau riche. We genieten van een heerlijke lunch en bewonderen ook nog even met een half oog de  prachtige hal. Erg fraai. Een ander soort Afrika. Dan is het tijd om naar de parkeerplaats te gaan om te wachten op onze chauffeur. Die brengt ons met opnieuw enig oponthoud bij de grens terug naar Senyati.

zaterdag 26 november 2016

Vakantieberichten 12 : Namibië en Botswana

Een tripje over de Zambezi en heel veel hangen
De zondag starten we met een boottochtje over de rivier de Zambezi. We worden opgepikt bij dde steiger van het hotel. Ongeveer anderhalf uur worden we over de rivier gevaren. Hij staat nu erg laag,  nog iets later in het seizoen kun je zelfs van Namibië naar Zambia lopen door de rivier. Maar nu stroomt de rivier traag en gestaag. Onze gids vertelt het één en ander over de rivier, en over de bomen, vogels en dieren die we zien. Hij neemt ons mee naar een hoger gelegen zandbank in de rivier, waar schaarbekken nestelen. Een aantal eieren zijn al uitgekomen, dotjes van jonkies zitten ineengedoken in het zand.  We zien visarenden, visotters, verschillende reigersoorten.  Rond elf uur zijn we weer terug, en dan begint het grote ‘hangen’. Noodgedwongen onthaasten…. Ach je kunt het erger hebben tijdens vakantie. Uitzicht op de rivier, een boek erbij . een kop koffie of thee,  een glas bier of wijn op zijn tijd. Zo verstrijkt de tijd en wachten we op Eddy en Mikey. Die komen rond half vijf de camping op rijden met de gerepareerde camper.  We zijn erg blij en bedanken Eddy en Mikey uitvoerig. Gelukkig kunnen we morgen eindelijk verder.



Van Katima Mullilo naar Senyati
Vanochtend gaan we eerst nieuwe stoelen halen bij een outdoorwinkel. Daarna rijden we langs de garage van Eddy om hem een sixpack bier te geven en Mikey een stevige fooi als dank voor hun hulp en inzet. Het wordt in dank aanvaard. Wij rijden daarna door richting Senyati. We hadden de afgelopen dagen in Linyanti in Chobe zullen kamperen, maar door onze pech resteert daar nog maar één nacht. Omdat de tocht erheen volgens de reisgidsen moeilijk is besluiten we de trip niet te maken, maar naar Senyati te rijden waar we vanaf morgen een reservering hebben.  Eerst moeten we over de grens, en daarna boodschappen doen in Kasane.  We lunchen in Kasane en rijden dan naar Senyati. Het laatste stukje weg naar Senyati is deep sand. Voor ons zit een 4x4 met een aanhangertje vast in het zand. Wij helpen de Zuid-Afrikanen duwen zodat ze verder kunnen. Gelukkig trekt onze camper het prima in zijn turbo 4x4. Eenmaal bij de camping blijkt hij vol te zijn. We balen. Moeten we nu terug naar Kasane, terwijl we voor morgen wel een reservering hebben. De dame is onvermurwbaar, ook als ik haar vraag of we niet bij iemand op de plek kunnen. Als we naar buiten lopen komen we een Nederlandse man tegen die we vandaag bij de grens en bij de supermarkt tegen kwamen.  ‘Hé, gezellig’ zegt hij, ‘jullie ook hier?’ We leggen de situatie uit, en vragen hem voorzichtig of we misschien niet een nacht bij hen op hun plek kunnen staan. “Tuurlijk’, zegt hij, ‘geen probleem’. Nadat ook zijn vrouw (vond ik toch wel belangrijk ;-) ook akkoord is gegaan melden we het bij de receptie, Die kunnen niet anders dan akkoord gaan, en wij rekenen nog voor een extra nacht af. Er bljkt bij hun ablution block maar één elektriciteitpunt te zijn. De Zuid-Afrikanen die we hebben helpen duwen staan op de plekken ernaast en zijn bereid om te kijken of we bij hun ‘krach’ kunnen krijgen. Na wat gestoei met verlengsnoeren lukt het om onze beide campers op stroom te krijgen. Fijn!

Een dag relaxen op Senyati

Omdat we een dag eerder op Senyati zijn aangekomen, en we niet nog een dag naar Chobe hoeven, gaan we een dagje rustig aan doen. Beetje wasje doen, boekje lezen, en zitten op de veranda bij de waterpoel. Senyati heeft een geweldige plek met een pomp waarmee ze water omhoog pompen. Vlak erbij een veranda met plaats boven en beneden, waar je het wild dat komt drinken van ca. 20-25 meter kunt zien. En dan hebben ze ook nog een bunker gebouwd, je kunt ondergronds nog dichterbij het water komen. Op ca. 10-15 meter voor het water zit de rand van de bunker. Zo zit je echt met je neus op het wild. We houden het zo prima een dag uit. De close-ups die ik zo van olifanten kan maken zijn echt prachtig.





zondag 16 oktober 2016

Vakantieberichten 11: Dagtrip Chobe

Vandaag staan we vroeg op, om kwart over 5 om op tijd te zijn als om 6 uur de gids van Tutwa ons komt halen voor de dagtrip naar Chobe. Gisteravond hebben we niet al onze spullen binnen gehaald, onze stoelen, een tafel, een ketel en een paar handdoeken aan de lijn zijn buiten gebleven. Na een verbaasde blik tussen onze campers, ‘Hè, waar zijn onze spullen gebleven??” begrijpen we nu de uitspraak “Alles dat buiten staat in Afrika gaat op een gegeven moment pootjes krijgen.” We vragen de bewaking van het terrein of zij iets hebben gezien. Dat is niet het geval, maar de bewakers balen er overduidelijk wel van. Ze gaan spoorzoeken, en zie bij de oever voetafdrukken staan. De verdenking wordt op de Zambianen aan de overkant gelegd. Om vijf uur heeft de wacht nog een rondje gedaan langs onze campers, om kwart over vijf waren onze spullen weg. Ze hebben waarschijnlijk toen hun slag geslagen. We balen als een stekker, maar kunnen nu even niks doen. En weg is weg.  We moeten zorgen dat we klaar staan voor onze gids/chauffeur. 

Om zes uur precies staat Sylvain met een busje voor ons klaar. Hij rijdt ons naar Chobe, de grens over bij Ngoma bridge. Kunnen we alvast een beetje de kunst afkijken  voor als wij later in de reis de grens over zullen gaan. Namibië is dol op formulieren. Als je land in komt, uit gaat, als je met de auto komt of gaat… als je een park in komt, of weer uitgaat. Overal moet je minimaal een boek in vullen, met je naam, je kenteken, je bestemming en met hoeveel personen je bent. Bij de grens is het dan natuurlijk nog iets uitgebreider. Je moet betalen als je Botswana in wilt, je moet je visum kopen. Dus staan we braaf een formulier in te vullen en kunnen na controle weer door. We rijden naar Kasane. Daar wachten we op de gids/schipper van onze ochtendtocht. Die komt even later, Hij stelt zich voor: Robert…. Of zijn Botswaanse naam: Kapinga. Het is grappig. Tot nu toe hebben al onze gidsen (Gabriel 1 en 2, Sylvain, Robert en later in de reis Max, Keimo) een Engelse of westerse naam. En daarnaast vertellen ze ook vaak wat hun echte naam is, waarmee ze thuis worden aangesproken. Ik heb ze helaas niet allemaal onthouden, Kapinga  en Mwie Jou zijn de enige die ik nog weet. Vaak hebben de namen een prachtige betekenis.   Doorn, de jongste thuis (en dat was hij niet ;-), de zon die opkomt boven het land… zo wat ik onthouden heb).  
Boom vol vogels
Afrikaanse brilvogel

Afrikaanse nimmerzat gaat landen tussen de aalscholvers

Deze Kapinga ziet dat wij in de tuin van het restaurant waar we zitten al geïnteresseerd rond kijken naar de vogels die de tuin bezoeken. Omdat Sylvain nog niet terug is vraagt hij ons of wij een ‘special treat’ willen. Dat willen wij natuurlijk wel. Hij neemt ons mee in de boot naar een stuk van de Chobe rivier waar de meeste boottrips niet naar toe gaan. Veel rotsen in de rivier, maar hij kent het gebied goed. Het is een gebied  waarin veel vogels nestelen,  het is een waar vogelparadijs. We genieten van de korte preview, wat een vogels! Kapinga heeft er zelf ook heel veel lol in. Enthousiast wijst hij ons op verschillende vogels, en hij wordt helemaal blij als jij een zwartkopreiger ziet, blijkbaar zeldzaam en een vogeltje (naam mij niet bijgebleven) dat net terug is gekomen voor van zijn winterverblijf. Daarna pikken we Sylvain op voor de rest van de trip. We varen over de Chobe rivier, langs de randen van het park. We zien nijlpaarden, buffels, krokodillen, talloze vogels weer, een watervaraan. En tallloze olifanten die van de rand van het bos naar beneden komen hollen. Wat een geweldig gezicht is dat! Oifanten op een holletje naar het water zien hollen. En met heel veel plezier het water half inplonzen, en sommigen wentelen zich met overduidelijk genot om in de modder. Kapinga stuurt de punt van de boot richting de oever… hij weet waar de olifanten uit zullen komen. Op een afstand van ca. 4-5 meter komt een grote groep olifanten naast ons bij het water aan en storten zich in het water. Wij vinden de afstand wel wat krapjes, maar gaan er maar van uit dat Kapinga weet wat hij doet. Na een ochtend varen gaan we terug naar Kasane en krijgen we een heerlijk lunch.
Reuzen ijsvogel

buffel met ossepikker

Kudu




hollen naar het water
lekker je dorst lessen

de kleintjes zijn zo leuk!


Nijlpaard in dekking


jonge mannetjesleeuw
Leeuwin
‘s Middags worden we opgepikt door onze gids die ons mee neemt op een jeepsafari door Chobe. Zien we het park van een andere kant. Deze gids heeft Keimo, en is een ‘bling-bling’gast. Hij heeft praatjes zat, maar neemt lang niet altijd gas terug of stopt soms niet als wij een dier zien. Voor sommige dieren wil hij zeker niet stoppen. Er zit een grote groep bavianen bij de rivier, dat vindt hij duidelijk niks. Rotbeesten vindt hij het. Het rijden in het park is best pittig. Heel diep mul zand, dit hadden we anders met onze eigen camper door heen hadden moeten rijden. De pech lijkt wel een ‘blessing in disguise’.  Ondertussen voert hij een soort kunstje opvoert. Hij stopt tweemaal om achter de jeep te plassen. En dan zegt hij dat als hij last heeft van zijn blaas dat er meestal leeuwen worden gezien. “I smell lions” zegt hij. Leuk hoor, maar wij hebben allang gehoord dat ze op de radio elkaar tips geven over waar de leeuwen zitten. En gelukkig ligt er een groep leeuwen van een stuk 6-8 onder een boom bij de rivierbedding te rusten. Prachtige dieren zijn het. We zien verder ook sabelantilopen, giraffen, wrattenzwijntjes, olifanten, een tsetsebe, zebra’s en zebramangoesten. Naast de nodige vogels zoals een vorkstaartscharrelaar, grondhoornraven, parelhoenders en kaapse gieren (van die vogels moet hij duidelijk ook niks hebben). We rijden terug naar de ingang van het park waar Sylvain met het busje op ons staat te wachten. Hij rijdt ons terug naar de camping.
Grondhoornraaf

Vorkstaartscharrelaar


Hij vertelt ons onderweg dat hij afgestudeerd is in toerisme, maar nu al drie jaar op zoek naar een vaste baan. Deze trip doet hij op freelance basis. Als hij dit jaar geen vaste baan vindt gaat hij weer terug naar school. Hij woont in een traditionele kleiwoning. Een  stenen of betonnen woning is niet te betalen voor de gemiddelde Namibiër.  Als pratend met de verschillende gidsen krijgen we zo wel steeds een klein stukje te horen over hoe Namibiërs wonen.

Op de camping komt de manager van de camping/hotel bij onze campers langs. Ze heeft van de bewakers gehoord dat onze stoelen en tafel zijn gestolen. Zij vindt het heel erg vervelend. Ze vertelt ons dat ze deze nacht te bewaking zullen verdubbelen, en dat ze vaker zullen patrouilleren. Als wij vertellen dat we nog een nacht extra zullen blijven zegt ze dat ze die nacht ons graag gratis aanbiedt. Heel erg aardig! Goede service van Protea hotels. 

zondag 9 oktober 2016

Vakantieberichten 10; Katima Mullilo

Vanochtend komt Eddy samen met Mikey de camper van Jacqueline en Guido op halen. Voor 14 uur zal hij ons laten weten wat zijn oordeel is, en hij zal met Bobo overleggen. We brengen de ochtend luierend door, een boekje lezen, uitkijken over de Zambezi, een wasje doen.  In de boom bij de rivier zit een bonte ijsvogel. Wat een prachtige vogel. Grappig om te zien dat deze ijsvogel als een torenvalkje boven het water ‘bidt’. Dat heb ik een Nederlandse ijsvogel nooit zien doen. Even later zitten er zelfs drie of vier bonte ijsvogels in het zelfde boompje. Mooi gezicht hoor! 
bonte ijsvogel

Rond een uur of twee komt Eddy de camping op rijden. De verstuivers blijken stuk te zijn. Hij heeft met Bobo overlegd. De auto moet gerepareerd, maar dat gaat even duren. De nieuwe verstuivers worden in Johannesburg, hoofdkantoor van Bobo, behaald bij een dealer. Dan worden ze met een eigen camper van Bobo naar Windhoek gereden (zo’n 1.300 kilometer), en dan op zondag komen de verstuivers met een binnenlandse vlucht naar Katima Mulillo. Dan zal Mikey de spullen ophalen en op zondagmiddag de motor maken.

Daar staan we dan. En nu… we hebben zeker twee dagen stuk te slaan. Eddy heeft wel een andere auto van Guido en Jacq te leen, maar geen fourwheeldrive. Daar hebben we dan niet zo veel aan, want als je de natuurgebieden hier in de regio in wilt zul je een 4x4 moeten hebben. Eddy denkt met ons mee, we zouden een dagtrip kunnen doen naar de Vic Falls. Dat lijkt ons wat ver rijden. Mikey, die uit Zimbabwe komt, zegt dat het te ver is om in één dag te doen. Dan zegt Eddy dat we het beste bij een touroperator in het dorp langs kunnen gaan om daar te kijken wat de mogelijkheden zijn. Zo gezegd zo gedaan.  Jacqueline en ik rijden met Eddy mee, en we kunnen hem bellen als we klaar zijn met de besprekingen. Hij zal ons dan samen met de camper terugbrengen naar de camping zodat Jacqueline en Guido weer de beschikking over hun spullen hebben. Hij zal de camper pas ophalen op zondagochtend, voordat de verstuivers komen. 
amethist spreeuw

Bij Tutwa (giraf) besluiten we een dagtrip naar Chobe te boeken voor zaterdag en voor zondagochtend een boottripje over de Zambezi.

zonsondergang bij de Zambezi

donderdag 22 september 2016

Vakantieberichten 9, Van Popa Falls naar Nambwa lodge….. of toch maar Katima Mullilo

We staan niet al te vroeg op. Vandaag is geen lange reisdag. Relaxed. Er komt een meisje, Melanie (?) van de receptie langs. We hadden zelf al ontdekt dat er geen water in het toiletblok is. De toiletten spoelen niet meer door, en er komt geen water meer uit de kraan. De druk is weggevallen meldt ze ons. Ze werken er aan (It has the attention of the management grinniken wij naar elkaar), ze zal ons laten weten wanneer het werkt. Na een half uur meldt ze dat het nog wel even zal gaan duren, ze weet niet precies hoe lang. Ze biedt ons aan om in een chalet bij de rivier te douchen, omdat ze dit blijkbaar slechte service vindt. Nou dat willen we wel, super service vinden we dit! En we vonden al dat de toiletblokken er hier prachtig uitzagen. We vragen haar of er soms pas gerenoveerd is,  zo nieuw ziet het er uit. “Nee, nee”, zegt ze. Deze blokken zijn zo’n vier jaar geleden opgeknapt. Zij is verantwoordelijk voor de schoonmaak. We complimenteren haar met de schoonmaak. Ze glimt van genoegen, en meldt dan ook dat het er misschien wel schoner is dan bij haar thuis. Ze legt er duidelijk eer mee in, met haar werk. Ze komt ons even later ophalen om ons naar het betreffende huisje te brengen. “Ladies first” zegt ze tegen Guido en Joep….en natuurlijk laten Jacqueline en ik ons dat best aanleunen ;-) In een prachtige douche kunnen we vervolgens lekker douchen. Topservice van Melanie en de NWR! We laten een groot compliment achter in het gastenboek. Zulke service hebben we nog nooit op een campsite meegemaakt.

We vertrekken, nadat we bij de poort afscheid hebben genomen van Mr. 90%. We wensen hem aan het eind van de dag 100% toe, en een brede glimlach en duim omhoog is het resultaat.
Tot nu toe hebben Joep en ik voorop gereden. Guido en Jacqueline rijden vandaag voorp. Hun auto trekt wat minder goed dan de onze. Er is iets met hun brandstoffilter. Iedere dag moeten ze hem even oppompen, en dan wil hij wel weer trekken. Maar als Guido dat onvoldoende doet wil de camper niet harder dan 60. Stoppen en oppompen is het devies dan, en dan gaat het beestje alsnog. Maar vandaag rijden zij voorop. En zowaar de camper heeft er zin in. Joep en ik zeggen tegen elkaar dat we ze vaker voorop moeten laten rijden….. en Guido en Jacqueline zeggen tegen elkaar; “Goh, hij trekt goed vandaag zeg…. Zou het het laatste kunstje van de oude man zijn?” “Famous last words blijkt later. Wij zien dat er grote zwrte wolken uit hun uitlaat komen. “Dat is niet goed”, zeg ik tegen Joep en ik haal ze in. We seinen naar ze dat ze bij de eerstvolgende picknickplaats moeten stoppen.  Zover komt het niet eens. Zodra wij hen voorbij zijn komen er grote zwarte wolken uit de motorkap, een geratel en moet Guido de camper aan de kant van de weg zetten. Wij rijden terug om te kijken wat er aan de hand is. Panne, dat is duidelijk. Als Guido de motor opnieuw probeert te starten komt er zwarte rook en een hoop gehoest en geproest uit de motor.  Maar aanslaan doet de motor niet. We besluiten ze in ieder geval naar de picknickplaats te slepen, want zo vlak langs de kant van de weg is niks. Te gevaarlijk met het verkeer dat af en toe voorbij raast.

Het slepen is nog best een gedoe. De kabel blijkt niet lekker te passen, en er zit alleen een sleepoog aan de voorkant van de campers. Het lukt uiteindelijk gelukkig toch om de camper van Guido en Jacqueline verder te slepen. Intussen zoeken we het telefoonnummer van Bobocampers. Hier moet hulp bij komen. Telefoonnummer gevonden…. Mobiel ter hand….geen bereik…..
Daar staan we dan in de middel van Nergenshuizen……. Al het verkeer rijdt door. En dat snap je ook. Overal staat dat je niet moet stoppen voor mensen met pech, al staat het hier niet zo expliciet als in Zuid-Afrika vorig jaar. Ik ben zo blij dat ik twee dagen voordat we op vakantie gingen nog snel een satelliet telefoon heb geregeld. De rest van ons reisgezelschap vond het wat overdreven, maar ik vond het toch wel een geruststellende gedachte. Je weet maar nooit wat je overkomt, en stel dat er iets met familie zou gebeuren in Nederland en wij toevallig in een afgelegen gebied zouden zitten. Dan is het toch fijn als je bereikbaar bent, en in geval van nood bij ons dat je kunt bellen. Dat blijkt nu maar weer.

Ik bel met Zane van Bobo. Hij vraagt of ik kan beschrijven wat er aan de hand is.  Ik vertel wat er gebeurd is, en hij vraagt ons of wij de andere camper kunnen slepen. Dan zal hij proberen contact te leggen met een garage. Joep en Guido knopen de twee trekkabels aan elkaar, zodat er een wat grotere afstand tussen de twee auto’s zit. Omdat de auto van Guido en Jacq het niet meer doet, alleen op contact kan, is remmen en sturen veel zwaarder en met vertraging. We zullen dus ook niet harder dan 60-70 km per uur kunnen rijden. Zodra we dat gefikst hebben bel ik Zane nog een keer. Hij heeft inmiddels een garage te pakken gekregen, ene Eddy van xxxxx car repair uit Katima Mullilo. Ik vraag hem om de naam nog eens te herhalen. Ik versta tot drie keer toe niet hoe de car repair heet, maar in ieder geval is het Eddy zal komen. En of wij hem tegemoet kunnen rijden, want dat scheelt alvast in tijd. Dat zullen we doen. Inmiddels zijn er een stuk of vier kinderen bij onze campers komen staan, en een oude vrouw. Ze spreken geen woord Engels, maar weten ons wel duidelijk te maken dat ze honger hebben. Guido en Jacq geven ze een zak met gedroogd fruit, waar gelijk een ruzie over uit breekt. Er moet eerlijk gedeeld worden, en dat zal de oudste gaan doen. Wij vertrekken richting Kongola.

In Kongola komen we na ongeveer een uur rijden aan, we stoppen bij het benzinestation. Ingespannen rijden is het voor Joep en Guido. Niet fijn. We rijden met beide auto;s het terrein van het tankstation op. Ik bel Zane nog maar weer eens een keer, deze keer met de mobiele telefoon. Hij meldt dat Eddy onderweg is, maar dat hij een lekke band heeft gehad. Ik voel Murphy’s hand hier ;-). Wij zetten onze stoeltjes buiten. Tijd voor een lightbiertje of een frisje. We zitten net als er een personenauto naast ons stopt. “Can I ask you something”, horen we met een Nederlands accent. “Ja hoor” zeggen wij. Het blijkt een Nederlands gezin te zijn die op weg zijn naar een lodge in Linyanti. Maar ze kunnen de weg niet goed vinden. Ze hebben wel een TomTom (maar de dekking van Tom Tom is maar 40% in Namibie) en een printje van Googlemaps. Euhhh? Pardon? Wij hebben wel een kaart. Dus we kunnen ze helpen. Echt heel bizar wat mij betreft. Je gaat toch niet alleen met je TomTom en een papieren printje op stap,  vertrouwend op moderne techniek in een land waar de techniek echt niet zover is als bij ons. Zelfs in Europa wil ik graag een kaart mee, om te zien waar je bent en waar je heen gaat. Zij dus niet, en zo weten zij dus ook niet dat Linyanti een Namibische en Botswaanse kant kent. En zij moeten in Botswana zijn, en dus de rivier over verderop bij Ngoma. Niet handig wat zij doen. Maar gelukkig voor hen hebben wij een kaart en kunnen we hen verder op weg helpen.

We houden onze ogen op de weg gericht of we een kleine opleggertruck zien komen, maar we zien nog niks. Onze Europese beelden…. We zien op een gegeven moment een beige Toyota pickup met een traileraanhanger afslaan richting benzinestation. Hij stopt vlakbij ons. Geen grote bedrijfslogo’s…. geen zwaailicht oid. Uit de pickup stapt een blanke man….Eddy! Blij lopen we hem tegemoet… “You must be Eddy” zeggen we. “We are so happy to see you”. Eddy geeft ons allen een hand en gaat dat kijken wat er aan de hand is met de camper. Al snel is het duidelijk dat daar geen leven meer in te krijgen is. De camper zal op de trailer moeten. Maar Eddy dacht de camper nog wel kon rijden, en heeft zijn lier niet mee genomen. Op de startmotor weet hij uiteindelijk de camper, met n de laatste fase wat duwwerk van ons, op de aanhanger te krijgen. En zo rijden we dan in colonne naar Katima Mullilo, 100 kilometer verder op. Jacq in de camper op de trailer, Guido naar Eddy en Joep en ik in onze eigen camper er achter aan in een vaartje van een kilometer of 60-70.




Na zonsondergang komen we aan in Katima Mulillo. Het is nog schemerig licht. Eddy vraagt wat we willen. Een hotel of een B&B? We kijken alle vier wat ongelukkig. Guido en Jacq zeggen dat al hun spullen in de camper liggen… Eddy zegt dat hij ons ook naar een camping kan brengen verderop in het dorp. Ook de kapotte camper kan hij er naar toe verslepen. Dan hebben Guido en Jacq al hun spullen bij de hand. De volgende ochtend kan hij dan de camper komen halen om een analyse van het probleem te kunnen maken, en door te kunnen geven aan Bobo. Zo gaan we het doen besluiten we. De camper wordt versleept naar een camping aan de Zambezi. We eten iets makkelijks en gaan moe van al deze gebeurtenissen vroeg naar bed. Zo wordt de vakantie avontuurlijk op een manier die we niet hadden bedacht!

woensdag 21 september 2016

Vakantieberichten 8; van Rundu naar Popa Falls

Vandaag rijden we verder de Caprivi strip in. Dit rare vingervormige uitsteeksel van Namibie is een overblijfsel uit koloniale tijd. De Caprivistrook dankt haar naam aan de Duitse rijkskanselier generaal graaf Leo von Caprivi. De strook werd aan de voormalige Duitse kolonie Duits-Zuidwest-Afrika toegevoegd op 1 juli 1890 na onderhandelingen met Engeland over Zanzibar, Helgoland en delen van Beetsjoeanaland, het huidige Botswana. Het verdrag dat werd gesloten is het zogeheten Zanzibarverdrag. Duitsland wilde met de Caprivistrook een verbinding creëren met Duits-Oost-Afrika (het huidige Tanzania), haar andere kolonie in Afrika. Voordat dit plan verder kon worden uitgewerkt, werd het onmogelijk door de activiteiten van Cecil Rhodes in het huidige Zimbabwe. In de tijd dat Namibie door Zuid-Afrika bezet was, tussen 1960 en 1990 was het gebied afgesloten. In 1990 voerde de bewoners van deze regio een korte vrijheidsstrijd om zich af te scheiden van Namibie. Dat mislukte. Tegenwoordig heet het gebied de Zambezi regio, zo wil de Namibische overheid de Duitse koloniale tijd doen vergeten.

De reis gaat voorspoedig. We komen mooi op tijd aan in Popa Falls. Bij de poort maken we een praatje met de poortwachter. Bijna iedereen vraagt hier hoe het met je gaat. Dan is het de bedoeling dat je antwoord en dan vervolgens ook naar de gesteldheid van de andere partij vraagt. Wij doen dat braaf altijd. Deze man vraagt of we een beetje gelukkig zijn, of onze dag goed is. Wij zijn best tevreden, maar hij zit op 90% zegt hij. 100% blij of tevreden kan hij nog niet zijn zegt hij. Zijn dienst en zijn dag zit er nog niet op, dus dan moet je wel ruimte over houden om op de 100% uit te komen. Tja, met dat soort levenswijsheden wordt je zo maar geconfronteerd bij de ingang van een camping. Dat is ook Afrika.




We besluiten ’s middags een tochtje op de Okavango. We worden eerst met een jeep naar een ander punt gereden, om daar op de boot te stappen. De rivier staat niet zo hoog en dan is het lastig om bij het opstappunt bij de camping te komen. Vandaar dat we iets verder stroomafwaarts beginnen. Vlakbij ons opstappunt een paar kinderen in een mokoro. Mooi om te zien dat het varen in de smalle kano’s hier al jong begint. Ze vissen op kleine visjes met een zelf geknutselde fuik, een kapot geknipte plastic fles waar ze de hals dan omgekeerd in zetten.  Een beetje aas in de bodem en dan zwemmen de visjes naar binnen maar kunnen er niet meer uit. Dat zijn dan wel heel erg kleine visjes! Dan zal de visotter die we verderop zien toch wel grotere vissen vangen is onze verwachting.
De tocht voert ons langs nijlpaarden, aalscholvers, bonte ijsvogels, krokodillen, jacana’s. En langs prachtige lodges, waarvan de gids ons weet te vertellen dat er één (de grootste en meest luxe) van een Nederlandse eigenaar is. Die heeft er een soort beauty resort gemaakt. Niet verkeerd deze plek. Maar wat een verschil met de huizen en hutjes van de Namibische bevolking.  




Na ca. 2 uur varen moeten we terug.  Eerst nog langs de Popa Falls, geen echt grote waterval. Maar toch leuk om te zien. Kunnen we alvast een beetje te smaak te pakken krijgen voorde trip naar de Victoria Watervallen die we later no g willen gaan doen. Onze gids krijgt telefoon van het hoofdkwartier. De jeep die ons heeft gebracht naar de steiger heeft ergens anders panne gekregen. Hij zal ons door de stroomversnellingen moeten varen. Hij kijkt er wat zenuwachtig bij, want er zitten scherpe rotsen in het water. Hij heeft wel vaker gedaan zegt hij maar niet vaak met zulk laag water. De eerste keer dreigt hij ons vast te varen, en laar hij de boot weer terug zakken op de stroming. We zitten allemaal wel enigszins gespannen mee te kijken. Het is een kwestie van goed manoeuvreren. Bij de volgende poging lukt het hem, een combinatie van flink veel gas, de juiste hoek en op tijd bij sturen. Daar verdient hij een flinke fooi mee.




Wij besluiten nog even bij de Jetty bar een drankje te nuttigen, en naar de halve finale van de Olympische hockeyfinale van de Nederlandse vrouwen. Pikken we ook nog even mee dat een paar schaarbekken langs komt vliegen, over het water scherend. Prachtig! We koken en gaan dan naar bed.