donderdag 14 februari 2019

HBO vragen en MBO betalen?

Er woedt al langere tijd een discussie in de branche over of er wel of niet een nieuwe HBO (of WO) opleiding voor de bibliotheekbranche zou moeten komen. Zelf ben ik er een voorstander van. Hoe die opleiding er precies uit zou moeten zien vind ik nog wel lastig. Ik denk zelf met zeer veel plezier terug aan de Bibliotheek en Documentatie Academie terug die ik in de jaren tachtig volgde. De 'echte' bibliotheekvakken zoals catalogiseren, annoteren, theorie van de ontsluiting, UDC, SISO konden mij maar matig boeien. De enorme hoeveelheid van algemene kennis vakken wakkerde mijn nieuwsgierigheid naar de wereld enorm aan en verrijkten mij. De managementvakken vond ik ook leuk en interessant, in terugblik vond ik die wel aan de magere kant. Dat stuk heb ik later gelukkig in kunnen halen met de MBA opleiding die de VOB helaas maar één jaar aangeboden heeft aan 'aanstormende' talenten in ons vak.

De ontwikkelingen die ik zie in ons vak vraagt om medewerkers die in staat zijn om een goede analyse te maken van ontwikkelingen in de samenleving. Die in staat zijn om in contact te treden met diverse bevolkingsgroepen en met hen samen te ontdekken wat de bibliotheek voor hen kan betekenen. En dat dan vervolgens samen te ontwikkelen. We hebben mensen nodig die vanuit hun brede algemene kennis een nieuwsgierigheid hebben en die inwoners van dorpen, wijken, steden kunnen prikkelen om ook nieuwsgierig te zijn. We hebben medewerkers nodig die op hetzelfde niveau met leerkrachten en directeuren uit het onderwijs kunnen praten. Die in kunnen haken op de vraag die daar ligt en er een programma voor kunnen ontwikkelen en/of uitvoeren. We hebben mensen nodig die een project kunnen leiden, die oog hebben voor welke doelen en resultaten er bereikt moeten worden en die daarin met een projectteam invulling aan kunnen geven.

Ik noem zo maar een paar voorbeelden, ze zijn niet uitputtend. Dat vraagt naar mijn idee om een HBO of WO achtergrond van medewerkers. Tegelijkertijd is er de realiteit van de financiën. Gemeenten hebben tijdens de crisisjaren, met een uitloop van een aantal jaren in meer (soms heel veel meer) of mindere mate bezuinigd op het budget van de bibliotheek. Er wordt door diezelfde gemeenten wel vaker een beroep op de bibliotheek gedaan om een rol in maatschappelijke vraagstukken te pakken, zoals bestrijding laaggeletterdheid, eenzaamheidsbestrijding, taal- en leesbevordering, ontmoeting en debat. Het oppakken van die handschoen vraagt juist om het type medewerkers zoals ik ze hierboven beschreef.

En dan sta je dus als directeur voor een duivels dilemma. Want je weet dat uit de waarden van je organisatie je de handschoen op wilt te pakken om een bijdrage te leveren in die maatschappelijke vraagstukken. Je weet ook dat je als je gaat werven voor nieuw personeel je vragen over het salaris gaat krijgen. De zak met geld voor personeel zal waarschijnlijk niet groter worden, de vraagstukken die opgelost moeten worden niet eenvoudiger. Dat betekent dat je meer werk met minder mensen moet gaan doen . Een boodschap die niet makkelijk is voor de medewerkers, met name in de frontoffice) die al een tijd bij je organisatie werken. Zij zien het werk verschuiven, vragen zich af welke kansen er voor hen zijn om door te stromen. Als ze dat willen en bovenal kunnen, liggen die mogelijkheden er binnen onze organisatie zeker. Voor degenen waarvan het hart bij de directe dienstverlening in de vestigingen ligt, ligt er ook een ontwikkelingsvraagstuk. Hoe ben je de spin in het web van je vestiging? Ben jij in staat om wat er leeft in je wijk/dorp/stad te vertalen in een vraag aan je collega die projecten moet uitvoeren? Ben je ambassadeur van je collega's en kun je bezoekers laten weten wat de bibliotheek allemaal te bieden heeft? Ook dat vraagt om een grondige herijking van functie en salaris.

Binnen Kennemerwaard is dit alles een proces van vallen en opstaan om met deze ontwikkeling om te gaan. We bieden voor de HBO-functies in alle eerlijkheid geen topsalarissen. Wat we wel bieden is een werkomgeving die, beetje afhankelijk van de functie, flexibel in te richten is. Die veel vrijheid en ontwikkelingsmogelijkheden biedt. Die de kans biedt om iets te betekenen in de samenleving. Dat levert sollicitanten en medewerkers op die intrinsiek gemotiveerd zijn. Dat zijn medewerkers met een heel andere achtergrond: uit de zorg, museumwereld, onderwijs, grafische vormgevers etc. Het zijn mensen die bewust kiezen voor de bibliotheek, en soms zelfs expliciet voor de onze omdat ze ons kennen, en kiezen voor die maatschappelijke waarde.

Daarnaast bekijken we nu, in samenspraak met die medewerkers die mee willen denken, hoe een nieuw functiehuis er uit zou moeten zien. Welke rollen, welke taken, kennis en vaardigheden zijn nodig op welke plek in de organisatie. En kunnen we met elkaar ook afspreken dat we daar elkaar dan ook (meer) op aan gaan spreken, als collega's binnen teams en minder op de hiërarchie leunen? Een spannend proces. Daarmee hebben we het probleem van de gelijkblijvende zak met geld nog niet opgelost. Dat heb ik al een paar keer aangekaart bij onze gemeenten, en zal dat blijven doen. Inzichtelijk maken wat we zelf hebben gedaan, daarna bij de gemeente duidelijk maken dat er of keuzes gemaakt moeten worden wat niet meer, of geld erbij. Of het ons op korte termijn gaat lukken om meer geld los te praten, of striktere keuzes te maken weet ik niet. De stap naar een ander functiehuis gaan we wel maken, maar dat daar zomaar één of twee salarisschalen in de HBO-functies bij komen kan ik niet beloven.

En ondertussen hoop ik dat er vaart wordt gemaakt met de HBO opleiding. De grote uitstroom begint over een paar jaar bij ons en dan hebben we goed opgeleide mensen nodig.

dinsdag 12 februari 2019

Brave new learning conference, 11-12 februari 2019


De afgelopen twee dagen was ik op de conferentie Brave New Learning, in de Openbare Bibliotheek Amsterdam. Slimme mensen uit onderwijs, bibliotheek en aanverwante sectoren spraken zich uit, wisselden ervaringen uit, inspireerden en discussieerden over wat we kinderen van nu mee moeten geven aan kennis en vaardigheden om toegerust te zijn voor de banen in 2050. Een wenkend perspectief, maar ook nogal een hooggegrepen ambitie. Kunnen we met de kennis van nu voorspellen wat we dan nodig hebben? Er is in ieder geval gepassioneerd over gesproken. Hieronder wat ik aan aantekeningen en bespiegelingen heb opgeschreven.:
Paneldiscussie op maandag over the learning friendly city

Philip Schmidt, MIT medialab kwam met het verhaal over zijn opleidingsinstituut. Studenten voelden geen connectie meer met het instituut. Ze waren te groot geworden, dus studenten hadden geen gevoel meer bij welke community ze nou hoorden. Bij MIT hebben ze dat opgelost door weer kleinere evenementen te organiseren waar mensen elkaar leren kennen, en bibliothecarissen weer contact kunnen leggen met de individuen en hun behoeften. Hij gaf in zijn verhaal ook aan dat hij centrale bibliotheken belangrijk vindt, de flagshipstores waar je echt uit kunt pakken. Belangrijker zijn de vestigingen in de wijken en dorpen in zijn ogen. Daar is meer en makkelijker contact met de inwoners van de wijken te leggen, de impact van programma's is groter door naar buiten te gaan.

Rolf Hapel, Aarhus legde de gedachte achter de vier ruimten van de bibliotheek uit, die zijn digitaal and analoog.
Inspiration space, serendipiteit
Learning space,
Meeting space, democratie, ontmoeting, gesprek 
Performative space, innovatie, uitvoering Bij het ontwikkelen van de nieuwe bibliotheek in Aarhus is in het begin en nog steeds grote groepen van bewoners gevraagd om mee te denken. De input die ze daar ophaalden heeft veel veranderingen veroorzaakt in de opzet van de bibliotheek. Eén van de belangrijkste elementen daar is het principe van Homo ludens: de spelende mens. Als je zorgt dat je het plezier van leren en spelen aan blijft spreken blijf je interessant voor jong en oud. 

Corinne Vigneux, Tom Tom & Codam college
Codam: opleiding voor coding, vanaf 15-16 jaar. Het gaat niet zozeer om het leren van coderen, maar veel meer peer-to-peer leren. Kinderen leren samenwerken, ze moeten elkaar leren beoordelen op hun samenwerking en prestaties. Het initiatief is gedeeltelijk ontstaan door een tekort aan leraren die 21ste eeuwse vaardigheden, en dan vooral op het gebied van computional thinking kunnen over brengen. Leraren hebben het curriculum ontwikkeld, kinderen moeten zelf aan de slag. Er is een toegangstest voorde school maar die is niet doorslaggevend. Kinderen mogen een maand meelopen, en daarin worden ze gevolgd in hun ontwikkeling.  Daarna volgt een beoordeling of ze mogen blijven of niet.
Ik vroeg me daarbij af of zo'n systeem ook zou kunnen werken in onze makerspaces en bv met de programma's van CISCO? Omdat we te weinig personeel hebben om hier vol op in te kunnen zetten, wat zou je dan kunnen doen met peer-to-peer learning?

Martti Raevaara, Aalto University
Studenten zijn zelf onderdeel van het curriculum, cocreatie en peer to peer. De universiteit focust op ondernemerschap, aanmoedigen van eigen initiatief ipv consument of klantgedrag.  Op de campus naast de universiteit ook een kinderdagverblijf en basisschool plus ruimte voor start ups die samenwerken en elkaar voeden en feedback geven op het gehele proces van leren. School als een service, in plaats van als product of als component van een leertraject is de benadering die ze kiezen.

Daarna ontstond er een discussie met de zaal en het panel waarin onder andere dit ter sprake kwam:
Wat is de maximum grootte voor een community, Dunbar, U.K. heeft daar theorie over. 500 ?  De mens is 'geprogrammeerd' om binnen bepaalde groepsgrootte samenwerken. Bibliotheekgebouwen zouden daar ook op ingesteld moeten zijn, en de medewerkers toegerust om dit te ondersteunen. Verschillende ruimten voor verschillende processen.
Hoe maak je de mix tussen formeel en informeel leren. Dat is met name interessant binnen scholen, maar hoe kan de bibliotheek dat goed ondersteunen. Bibliotheek zou kunnen focussen op het leren leren, soft skills, niet de technische vaardigheden want dat verandert steeds.

Daarna volgde ik een workshop van Catalina Catan, een zzp'er die met design thinking bezig is op het gebied van onderwijs.
Future learning, speculative design
Probleem in huidige onderwijs: push aanpak op leren, vanuit schaarste van kennis.
Probleem is niet de schaarsheid van informatie, maar de informatie overload
4 c's zijn belangrijk geworden: communicatie, creativiteit , critical thinking, co-creation (?)
Science richt zich meer op hoe de dingen zijn (verklaring) terwijl design zich richt op hoe de dingen zouden moeten zijn.


Vandaag startte weer met een plenaire discussie: skills or the job markets of the future
Paul Hunter, Digital learning director, IMD, trad op als discussieleider.  
Michiel Dijkman, Samsung CSR (Corporate Social Responsibility) programma gestart 6 jaar geleden. Ze hebben innovatie het onderwijs ingebracht: eerst hardware, maar daarna ook programma's voor leerkrachten. Kennis en vaardigheden zijn nodig om de apparatuur te bedienen, en er innovatieve onderwijsprogramma's mee te ontwikkelen. Het gaat niet alleen om kennisoverdracht maar vooral ook het toepassen van de kennis.  Samsung ontwikkelt een app waarmee leerkrachten hun kennis kunnen beschikbaar stellen en kunnen zoeken naar collega's elders met kennis die zij niet hebben. Ze kunnen een pitch houden van hun ideeën, online en offline contact leggen. Achterliggend idee is dat leerkrachten van elkaar leren, en uiteindelijk door elkaar te inspireren betere lesprogramma's ontwikkelen voor kinderen zodat ze beter toegerust zijn voor toekomstige banen.

Viktor Bos, Amsterdam economic board
Programma's gericht op meer leerkrachten met IT vaardigheden zodat kinderen op school beter les krijgen, met name op gebied van informatica en programmeren. Daarnaast omscholings- en bijscholingsprogramma's zodat meer mensen in de IT kunnen gaan werken.
Manifesto circular education, in elke vorm van onderwijs aandacht voor circulaire industrie.

Stan Majoor,  urban management Hogeschool van Amsterdam (University of applied Science ) Nadenken over wat voor educatieve programma's je nodig hebt om informeel, cross sectoraal leren en vaardigheden ontwikkelen te stimuleren en te valideren.

Lucian Cosinschi, Minerva Schools
Ontwikkelen van een nieuw soort universiteit. Waarbij de competenties van afgestudeerden beter aansluiten bij de vraag van het bedrijfsleven.
Vier kerncompetenties
Persoonlijke vaardigheden, interpersoonlijke vaardigheden Critical thinking, creative thinking, effectieve communicatie en interactieve communicatie.
Deze vaardigheden worden meegenomen in het curriculum, naast de normale vakken. De universiteit biedt veel praktijkonderwijs gedurende de vier jaar, met ook colleges op verschillende werelddelen. Global citizenship vinden zij een belangrijk onderdeel van de educatie.

Martin Diepeveen, Microsoft NL
Kennis wordt minder belangrijk om op te testen, want veel kennis raakt achterhaald binnen een jaar of vijf. Het gaat er om dat je de juiste kennis op het juiste moment hebt. Dus meer je vaardigheid om dit te leren, je leerattitude is van belang. Dat zit meer in de softskills, leervaardigheid, houding en ook creativiteit, sociale en emotionele vaardigheden.
Social-emotional skills, growth mindset, ethics.

Tijdens het vragenkwartier met de zaal werd er één belangrijke kwestie aan de orde gesteld. Het panel was een 'all-white, all-male' panel. De mannen hadden er niet over nagedacht dat ze hier zelf een rol in kunnen spelen. Als je gevraagd wordt in een panel, vraag je dan wie er nog meer in dat panel zitten? En ben je bereid om de naam van een collega aan te dragen die kan zorgen voor een diverser samengesteld panel. In alle eerlijkheid moet ik zeggen dat ik zelf die vraag ook nog nooit heb gesteld als ik voor een spreekbeurt of panel wordt uitgenodigd. Zette mij wel aan het denken. De mannen gaven aan dat ze blij waren met de feedback en het zich aan trokken dat ze hier niet over na hadden gedacht. 

Als laatste ben ik naar een workshop geweest van Noah Schöppl die betrokken is bij Project Together - how to transformative social innovation. In een sneltreinvaart trok hij ons door het proces om van een (sociaal) idee naar uitvoering te gaan. Hieronder nog wat aantekeningen over wat hij aan informatie vooraf gaf:
Vijf uitdagingen voor sociale ondernemers 
1. Mainstreaming vs greenwashing (grote bedrijven nemen bv duurzaamheid over maar niet echt, marketing ) 2. Diversiteit 
3. Heropreneurship va system practice.. wat wil je bereiken, voor wie en hoe ga je het echt bereiken.
4. Well being vs performance
5. Technology.. je moet ook veranderen binnen de technologie, mede vormgeven

Wat is belangrijk
1. Luister naar je doelgroep
2. Denk groot, ga niet voor kleine wijzigingen maar voor grote impact.
3. Begin klein
4. Ga snel, snel, goedkoop en dirty... veel prototypen.
5. Vind de juiste partners maar blijf onafhankelijk 
6. Cut the bullshit... zet je zelf niet op een voetstuk, je bent zo sterk als je netwerk waarmee je iets in beweging hebt gezet.
7. Verander het systeem, zoek voor indirecte impact.
En daarna moesten we met elkaar aan de slag en een idee uit werken.

Al met al veel opgestoken deze twee dagen. Veel gepraat met mensen van binnen en buiten de bibliotheek. Aantal goede ideeën gehoord waarmee we in Kennemerwaard verder kunnen.