We vertrekken op tijd om naar de Victoriawatervallen te
gaan. We hebben een trip geboekt via de camping omdat met eigen vervoer
Zimbabwe in en uit lastig schijnt te zijn. Daar hebben we niet zoveel zin in.
De ervaring die we op doen met een georganiseerde trip maakt dat we heel blij
zijn dat we deze keuze hebben gemaakt. Samen met twee Duitse families vangen we
de trip aan. Bij de Botswaanse/Zimbabwaanse grens moeten we eerst uitschrijven
uit Botswana. Dan worden we door niemandsland naar de grens met Zimbabwe
gereden. Daar wacht ons een fraai staaltje bureaucratie. We moeten allemaal een
formulier invullen met allerlei vragen. En we moeten allemaal $30 klaar hebben.
Er zitten twee mannen naast elkaar in een loket. De één heeft net iets grotere
epauletten op zijn overhemd dan de ander, zal dus ook wel net iets belangrijker
zijn. Degene met de kleinste epauletten schrijft op een soort stickervellen dat
wat wij op ons formulier hebben geschreven. We moeten on paspoort afgeven, met
de $30,- erbij. De tweede controleert vervolgens of wat op de sticker is
overgeschreven klopt met het formulier en wat er in ons paspoort staat. Als dat zo is zet hij er een grote stempel
op, en verdwijnt het geld in een metalen kistje. Nummer één moet dan nog weer
zorgen voor een ontvangstbewijs van de 30,-. Je begrijpt natuurlijk dat het
handmatig overschrijven van een formulier nogal wat tijd kost, en ook het
schrijven van het ontvangstbewijs kost behoorlijk wat tijd. Meneer met de grote
epauletten ergert zich aan de lange rij die achter ons aan het ontstaan is. Hij
komt stampend zijn kantoor uit en checkt of wij de formulieren wel juist hebben
ingevuld. Als dat niet naar ons zin is blaft hij ons toe en prikt met zijn
vinger op de plekken die volgens hem leemtes laten zien. Dat het misschien
sneller is om zijn collega te helpen met schrijven……. Het zal wel iets hiërarchisch
zijn ;-)
Nadat we deze hobbel hebben genomen vertelt de gids ons dat
een gedeelte van de groep moet overstappen in een ander busje. Onze chauffeur
heeft een Zimbabwaanse auto en kenteken, hij kan zo Botswana in en uit zonder
al te veel moeite. Andersom werkt het blijkbaar niet zo. De Botswaanse
chauffeur keert bij de grens terug en de reizigers uit zijn auto moeten lopend
de grens over en aan de andere kant wacht dan een Zimbabwaans busje. Een van de
Duitse gezinnen zit over de twee busjes verdeeld en de ouders zijn toch wel
enigszins bezorgd over deze gang van zaken. Gelukkig gaat het allemaal goed.
We reizen daarna vlot door naar Victoria Falls. We worden
uitgeladen bij een parkeerplaats, en onze gids wijst met een vage handbeweging
dat we aan het eind van de dag bij het Victoria Falls Hotel opgehaald zullen
worden. We banen ons een weg tussen de souvenirs stalletjes door naar een uitkijkpunt
waar ook een koffietentje zit. Daar hebben we nu wel zin in. Het uitzicht
vanuit het restaurant op de meanderende rivier, en het pad dat hij heeft
uitgesleten over de eeuwen in de rosten is fenomenaal. Na de koffie gaan we te
voet naar de watervallen. Het is laagseizoen qua waterstand in de Zambezi, maar
toch word je op sommige plaatsen behoorlijk nat van de mist van het opspattende
water. Het is overweldigend om te zien, zelfs met deze lage waterstand. Een
hele brede strook, meer dan 1700 meter(!) waarover het water naar beneden
dondert. Prachtig!
We besluiten voordat we naar het hotel gaan lopen voor een
lunch, nog naar de brug te lopen die Zimbabwe met Zambia verbindt. Vlakbij de brug
zien we een mooie Afrikaanse moeder met haar kindje in een kleurrijke
draagdoek. Even snel een plaatje schieten natuurlijk. Voordat we de brug op
mogen moeten we daarvoor eerst een permit halen. Dat stelt echt niks voor, je
krijgt een soort loterijbriefje.. zoals je die vroeger bij lokale loterijen
kreeg. Dat moeten we laten zien bij de controlepost. Dan kunnen we naar de brug
lopen. Midden op de brug is het zicht naar het verloop van de rivier prachtig.
Van de watervallen zie je niet eens zo veel. Wel zien we het Victoria Falls
Hotel al als een wit baken in de verte liggen. Daar wenden onze voeten zich
vervolgens naar toe. Moeten we wel eerst weer ons bonnetje, eh sorry, permit,
afgeven bij de post voor de brug.
Het Victoria Falls Hotel is een oud koloniaal gebouw uit
1904 en straalt nog steeds grandeur uit. Het publiek dat er op het terras zit,
met uitzicht op het zeer glad geschoren grasveld. Is een mix van old chique en
nouveau riche. We genieten van een heerlijke lunch en bewonderen ook nog even
met een half oog de prachtige hal. Erg
fraai. Een ander soort Afrika. Dan is het tijd om naar de parkeerplaats te gaan
om te wachten op onze chauffeur. Die brengt ons met opnieuw enig oponthoud bij
de grens terug naar Senyati.