Binnen onze branche vinden we innovatie erg belangrijk. Niet innoveren om te innoveren, maar nieuwe
manieren vinden om de doelstelling van de bibliotheek uit te kunnen voeren. De
innovatieraad heeft, naast de verantwoordelijkheid om het bestuur van de
Koninklijke Bibliotheek te adviseren hoe het innovatiebudget van €100.000,- te
verdelen, ook de taak om innovatie in de bibliotheekbranche te bevorderen. Wij
zien als raad dat men vaak min of meer met dezelfde projecten en innovaties op
verschillende plekken in het land bezig is. Je zou kunnen zeggen: “Great minds
think alike” of dat bij een aantal bibliotheken in ieder geval een goed oog is
voor ontwikkelingen in de samenleving. We proberen vaak om de projecten die op
elkaar lijken en in elkaars verlengde liggen, of ze nou geld krijgen of niet,
met elkaar in contact te brengen. Dit omdat wij geloven dat projecten lokaal
beter kunnen worden door ze ook met collega’s uit het land te delen, ook in de
projectfase voordat er echt tot uitvoering wordt overgegaan.
Bij de beoordeling van de projecten kijken we ook
nadrukkelijk of er een verbinding is met de onderwerpen uit innovatie-agenda.
Omdat we denken dat we als branche beter samen op kunnen trekken, in plaats van
allemaal ons eigen feestje te vieren. Daarnaast hebben wij overigens ook veel
waardering en beleven we veel plezier aan bibliotheken die projecten indienen
die niet in een potje passen, ver voor de troepen uitlopen, de afwijkers en
andersdenkers. Die weten we dan als we het idee heel goed vinden, er blij van
worden, wel ergens een plek te geven.
Tot zover die dingen die we als Innovatieraad doen en waar
we direct invloed op uit kunnen oefenen.
Maar dan… Er zijn nog twee echt belangrijke spelers over in
onze branche, die iets met onze belangen doen op landelijk niveau. De
Koninklijke Bibliotheek en de Vereniging van Openbare Bibliotheken. We kunnen
er heel veel woorden aan besteden, over hun rollen in het kader van de WsOB. Dat
gaan we niet doen. We merken iets op. De VOB is belangenbehartiger, en de KB
regisseur van het veld. Nu is er het
afgelopen anderhalf jaar behoorlijk wat papier geproduceerd over positiebepaling,
visies, innovatie-agenda’s etc. Het ene stuk lijk het andere uit te lokken. Een
fijn staaltje van territoriumdrift over en weer. Dat baart de Innovatieraad
zorgen. Wij willen graag dat initiatieven met elkaar verbonden worden, op basis
van een heldere rolafbakening.
Wij willen graag dat er met Gezond Boeren Verstand (GBV)
gekeken wordt naar hoe de belangen van onze branche het best kunnen worden
gediend. Wie kan afspraken maken met wie en op welke schaal? Formeel kun je
zeggen dat de KB helemaal geen afspraken zou kunnen maken met partijen als het
UWV en de Belastingdienst. Want de KB heeft een rol als regisseur, niet als
branchevereniging die namens de leden kan spreken. Wij als Innovatieraad houden
van rolvastheid, en van GBV. Want de vraag is of de VOB wel met hetzelfde
‘gemak’ aan tafel komt bij zulke landelijke partijen. Op het moment dat ‘ons’
belang er mee gediend is dat de KB aan tafel zit, al dan niet geflankeerd door
iemand van de VOB, dan moeten we dat vooral toejuichen. Op het moment dat de
VOB iets makkelijker naar de leden kan vertalen en communiceren, al dan niet
met behulp van de KB, dan zou dat naar het idee van de Innovatieraad zo moeten.
Wat ons betreft is de tijd van territoriumdrift voorbij. VOB en KB hebben samen
één groot territorium te verdedigen, namelijk het (openbaar) bibliotheekwerk in
Nederland en de innovatie er van. Samen aan de slag dus!