We zijn als bibliotheek Kennemerwaard bezig met een groot project dat de naam The Third Space draagt. In dit project zijn we samen met nog 8 bibliotheken, medegefinancierd door PICA op zoek naar hoe we bepaalde doelgroepen beter kunnen bedienen. We onderzoeken waar hun behoeften liggen en gaan samen met hen ‘iets’ ontwikkelen dat past bij hun vraag. We willen ook ontdekken hoe we ons aanbod hybride kunnen maken, online en offline. We hebben een kleine kerngroep, projectgroep die het project trekt. Het is een zoektocht op voor ons (relatief) onbekend terrein
We hebben ervoor gekozen om ons te richten op jongeren zonder startkwalificatie. Dat sluit mooi aan bij een proeftuin die we in onze vestiging De Mare aan het opzetten zijn en bij het project JobFlow dat we met subsidie van de Koninklijke Bibliotheek uitvoeren voor diezelfde doelgroep.
Waar te beginnen? Het is een groep die de bibliotheek niet of nauwelijks bezoekt en die de bibliotheek niet of nauwelijks bereikt. Hoe groot is deze groep eigenlijk? Daarvoor doet onze marketingmedewerker, tevens projectleider, eerst stevig deskresearch. En wat blijkt, juist in de wijk De Mare is deze doelgroep oververtegenwoordigd bij aansprak op jeugdzorg. Hier ligt dus wel een kans om iets voor deze groep te doen.
Om de doelgroep te kunnen bereiken hebben we contact gezocht met de verschillende partners in de stad. In het gebouw van één van onze partners hebben we een bijeenkomst met jongeren gepland waarin we hen bevragen op waar ze tegen aan lopen, of ze nog wel eens in de bibliotheek komen, waarvoor ze wel naar de bibliotheek zouden willen komen.
De belangrijkste opbrengsten van die bijeenkomst is dat jongeren gelijkwaardig behandeld willen worden en dat ze niet oordelend tegemoet getreden worden. Dat krijgen ze al te vaak van ouders, onderwijs en hulpverleners. De bibliotheek kan daarin dus echt onderscheidend zijn en daar ligt ook gelijk een uitdaging voor ons. Te vaak hebben jongeren al een negatieve ervaring met de bibliotheek gehad, zijn ze eruit gestuurd omdat ze zich ‘niet hebben gedragen'. Hoe zorgen we ervoor dat we op een open manier met jongeren het gesprek aangaan als ze in de vestiging wat al te zeer ‘aanwezig’ zijn.
Lezen doen deze jongeren niet of nauwelijks meer, lenen doen ze zeker niet. Op waarvoor ze dan wel naar de bibliotheek willen komen zijn de antwoorden divers. Een soort rode draad valt wel te ontdekken in hun antwoorden. Vrijetijdsbesteding in de vorm van gamen, sporten, muziek of spelletjes. In mijn woorden: zorgen dat er een groep gelijkgestemden is waarmee ze dingen samen kunnen doen. Een ander element wat een aantal keren werd genoemd is het geven van informatie, onder andere over muziek, voorlichting over drugs en informatie over toeslagen, budgetteren, regelen van verzekeringen etc.
In een vervolgsessie gaan we nadenken over iets wat we concreet de jongeren kunnen bieden en dat samen met hen ontwikkelen. Al doende leren met de jongeren en met elkaar. Wordt vervolgd dus...