vrijdag 18 april 2014

Verbouwen met de winkel open deel 2

Op 8 april hadden we in Kennemerwaard onze tweede denksessie over het nieuwe beleidsplan dat 2015 in moet gaan. Ik vertelde jullie al eerder over de eerste sessie. Op 8 april kwamen de vier werkgroepen bij elkaar om hun denkbeelden te delen. Zij hadden ieder een verhaal gemaakt dat klopte, als je het hoorde voelde je je gelijk aangetrokken tot dat scenario. Zowaar een mooi resultaat, want het waren vier verschillende scenario's. Eén van consolideren, dus doen wat we altijd al deden met kwaliteit. Twee verbeteren, de dingen die we nu doen beter maken en beter doen. Drie Inspireren: meer met de burgers samen doen, kennis creëren, burgers vragen hun kennis te delen. En vier Transformeren: de bibliotheek wordt meer een coöperatie-achtig bedrijf, we zijn er van en voor de burgers. Burgers wordt gevraagd mede-eigenaar zijn op onderdelen, bibliotheek levert op die onderdelen waar ze het maatschappelijk verschil kan maken zelf mensen, op onderdelen waar dat niet zo is worden juist burgers ingezet omdat zij het beter kunnen. We zijn in scenario 4 een bibliotheek van tegenstellingen geworden. Rust versus reuring, waarheid versus leugen, antwoorden versus vragen.

We werden allemaal ongelooflijk enthousiast van elkaars verhalen. Kritische vragen over en weer, wat bedoel je hier mee, hoe gaan we dat dan doen? Vooral heel veel waardering voor elkaars denkkracht en zin om aan de slag te gaan. Jaap Peters, die ons opnieuw begeleidde, gaf ons een aantal opdrachten om ter plekke uit te werken. Zoals wat het uitvoeren van de scenario's betekent voor: collectie, collectieve ambitie, sturingsfilosofie, financiën, personeel, verdienmodel, marketing en PR, ICT. We kwamen tot de conclusie dat het uitvoeren van het ene scenario heel andere gevolgen heeft bijvoorbeeld voor de aansturing, voor collectie en voor personeel dan een ander scenario. Best lastig. Want de gedachte is dat alle vier de scenario's geldig zijn. We voeren zaken uit in scenario 1 tot en met 4. De nadruk ligt nu nog bij 1 en 2, maar we staan al met een halve voet in 3 en doen al voorzichtige vingeroefeningen in 4. Het is een puzzel waarvan de stukjes in elkaar grijpen.

Jaap gaf ons mee dat het belangrijk is om in ieder geval ook na te denken over wat hij noemt "geen spijt beleid". Daarmee bedoelt hij dat we nu al iets moeten gaan oppakken met elkaar (al dan niet in kleine groepjes) dat ons heel erg aanspreekt. Waarvan we denken dat het zonde zou zijn om het niet op te pakken. En we moeten nadenken over wat er in elk scenario zit dat zo waardevol is dat het te goed is om te verliezen. Het is meestal ook iets wat je in een ander scenario kunt hergebruiken of opnieuw kunt inzetten. Dat wordt een leuke klus! Nu gaan we tot de zomer met elkaar de boer op. Het managementteam gaat de vestigingen langs, de voor onze medewerkers inmiddels bekende 'roadshow' (met zelfgebakken cake door de directeur als lokkertje ;-). We gaan ook in gesprek met de raadsleden en wethouders, om hun input en visie te krijgen op onze ideeën. En de medewerkers die betrokken waren bij de eerste twee sessies hebben de uitdaging opgepakt om alleen of in kleine groepjes ook te gaan praten met mensen uit hun netwerk over die aankijken tegen onze scenario's. Nu gaan we dus eerst verzamelen om straks met een rijke oogst aan input een goed plan te hebben voor de komende vier jaar.

maandag 7 april 2014

Een Turks avontuur

In februari ontving ik een bericht via LinkedIn van een Turkse bibliothecaris. Of ik wilde spreken op het 50ste bibliotheekcongres in Ankara begin april. Of ik iets over de toekomst van bibliotheken wilde vertellen en iets over de bibliotheken van de toekomst. Ik was verrast en voelde me ook vereerd. Dat overkomt je toch niet dagelijks dat je gevraagd wordt om in het buitenland te spreken. Ik heb het wel eens eerder gedaan, daar niet van. Maar dat was vanuit de EBLIDA, omdat onze vergadering samenviel met een congres in dat land. Dat is toch anders dan rechtstreeks benaderd te worden.

Ik checkte mijn agenda, ja ik kon, en ik antwoordde dat ik graag kwam en me vereerd voelde. En ik stelde nog wat praktische vragen over de vliegreis, visum, hotel etc. Daarna..........stilte..........
Geen antwoord op mijn bericht op LinkedIn. Zou het niet meer hoeven, hadden ze een andere spreker gevonden? Inmiddels was het maart en nam de druk op de eerste dagen van april qua agenda toe. Nog maar eens een mail gestuurd via LinkedIn. Weer geen bericht.

Toen na een week, vanuit Turkije een bericht. Of ik nou kwam of niet, ze hadden nog steeds niets gehoord. Vreemd. Dus weer geantwoord dat ik graag kwam. Daarna weer stilte........
Na nog een paar dagen kreeg ik ineens een rechtstreekse mail van mijn Turkse collega. Niet via zijn werkadres, niet via LinkedIn maar via gmail. En mijn antwoorden kwamen toen ineens aan.  

Ik heb toen voorgesteld elkaar maar even te bellen, en dat gebeurde. Kortgesloten wat de bedoeling was, dat het hotel geregeld zou worden, dat ik zelf mijn ticket moest boeken (of ik dat dan wel via Turkish Airlines wilde doen, goed voor de Turkse economie ;-), ik zou op het vliegveld opgehaald worden als ik mijn vluchtgegevens doorgaf, en een link naar een website om mijn visum te regelen. Fijn, even een stem te horen zodat je van gedachten kunt wisselen, en gelijk het telefoonnummer opgeslagen in mijn mobiel.

Afgelopen dinsdag, ja 1 april, reisde ik af naar Ankara. Met een overstap in Istanbul zou ik rond een uur of half elf 's avonds aankomen in Ankara. Presentatie mee op een USB stick, en op het laatste moment ook nog even het adres van het hotel op een briefje geschreven. Je weet tenslotte maar nooit. De reis verliep voorspoedig. Ach ja, het gebruikelijke gedoe met de veiligheidscontrole waarbij ik me altijd in moet prenten dat het voor ons aller veiligheid is. En dan op het vliegveld in Ankara.....drie keer de aankomsthal doorgelopen. Heel veel mannetjes met een bordje voor zich, maar niemand met een bordje met mijn naam. Geen mannetje met een bordje 'kutuphane', niets. Buiten bij de taxi's ook genoeg mannetjes met een bordje, maar mijn naam staat er niet bij. Ik bel het telefoonnummer van mij contactpersoon en krijg het geluid van een piepende fax aan de andere kant. Hm, zou ik in een dure 1 april grap beland zijn?  Zo blij dat ik wel het adres van het hotel heb opgeschreven. Ik pak een taxi. 

In het hotel wordt mij gelijk gemeld dat ik verwacht word. Er is een kamer op mijn naam geboekt. Gelukkig! Ik vraag waar de volgende dag het congres plaats zal vinden. De jongeman van het hotel weet het niet. Ik vraag of er iemand van de organisatie is, hij zegt van niet. Ik vraag of hij weet hoe laat ik morgen ergens moet zijn.... Ja gelukkig gaat er een lampje branden. Er zal morgen een busje klaar staan om 9.00 uur die me naar de congreslocatie zal brengen. Enigszins gerustgesteld zoek ik mij kamer op en ga naar bed.

De volgende ochtend aan het ontbijt hoor ik ineens 'Ha Erna'. Ingrid Bon, collega uit Gelderland blijkt ook uitgenodigd te zijn, als lid van IFLA.  Er blijken toch nog wat meer Europeanen uitgenodigd te zijn. 

Het congres die ochtend gaat verder prima.  Professioneel met simultaan tolken. Alle deelnemers aan het congres krijgen een headset zodat wat er op het podium gezegd wordt ook gelijk wordt vertaald. Mijn presentatie over onze visie op bibliotheekwerk en praktijkvoorbeelden van Kennemerwaard worden met interesse gevolgd. En naderhand volgen een aantal positief kritische vragen.  Over hoe wij omgaan met collecties voor immigranten, of laaggeletterde immigranten het grootste probleem is in Nederland, of we speciale opleidingen hebben voor jeugdbibliothecarissen voor bijvoorbeeld ons project 100 talenten.


Tussen de middag werd er een leesevenement georganiseerd. Overal in de stad werd in het openbaar gelezen. Ingrid Bon en ik werden meegevraagd, dus daar zaten we even later. In een park, in de zon, met allemaal lezende mensen om ons heen. Ingrid met haar IPad, ik met mijn taalgidsje "Hoe en wat in het Turks" ;-)




Naderhand krijg ik de nodige complimenten van een aantal Turkse collega's, en als kers op de taart natuurlijk de gegraveerde glazen plaquette namens de Turkse minister van cultuur en toerisme. Kom daar maar eens om in Nederland ;-) 

In de korte gesprekken die ik daarna met de Turkse collega's heb valt me op dat zij minstens zo bevlogen zijn als veel van ons in Nederland. Dat ze op sommige punten een grote stap voorwaarts willen maken door gelijk over te gaan op digitaal lezen. Dit terwijl de beschikbaarheid van gedrukte boeken lang niet overal geregeld is. Hier is toch nog vaak schaarste op het gebied van de mogelijkheid om te kunnen lezen, omdat de collecties van boeken in bibliotheken vaak klein zijn en mensen thuis lang niet altijd boeken hebben. Turkije heeft procentueel veel meer laaggeletterden dan Nederland. En het land kent niet een volledige toegang tot informatie, geen volledige persvrijheid, afgelopen weken had de overheid toegang tot Twitter en YouTube geblokkeerd. Er werd overigens wel gegrinnikt toen ik in mijn presentatie iets zei over Twitter. Er werd driftig op instagram gedeeld met de wereld over wat er op het congres gebeurde.  Het is een land waarvan een gedeelte Koerdistan is, en waar af en toe geweld oplaait. Daar voert de Turkse overheid een beleid van Turkificering, of op zijn minst wordt het Koerden niet gemakkelijk gemaakt hun eigen taal en cultuur te beleven en te spreken. Dat roept geweld op in die regio. Over die situatie spraken Ingrid Bon en ik met een Turkse collega, een heel erg moeilijke situatie. Hoe blijf je dan trouw aan de principes van de doelstellingen van de bibliotheek? 

Wij in Nederland vergeten wel eens te gemakkelijk welke verworvenheden we hebben. Relatieve rijkdom, waardoor ook veel politici denken dat alles er voor iedereen is, al dan niet via internet. Vrije toegang tot informatie, cultuur en educatie. En dat laatste, de educatie is meer en meer de rol van de bibliotheek aan het worden. Mensen, burgers ondersteunen en uitdagen om zichzelf te ontwikkelen en het beste uit zichzelf te halen om daarmee bij te kunnen dragen aan de maatschappij. Een bezoek aan een land waarin dat een stuk minder makkelijk is zet je met beide benen op de grond. Onze democratische verworvenheden mogen we niet zomaar verkwanselen. Dat zouden (lokale) politici zich ook moeten realiseren.